Overheidsorganisatie | Hoogheemraadschap van Delfland |
---|---|
Officiële naam regeling | Inspraakverordening Delfland |
Citeertitel | Inspraakverordening Delfland |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Advertentie in diverse huis-aan-huis-bladen in het hele gebied van Delfland in week 14, 2006, o.a. in de Posthoorn, 06-04-06
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 16-3-2006
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: De Posthoorn, 06-04-2006
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2006 | 14-12-2011 | nieuwe regeling | 16-03-2006 De Posthoorn, 06-04-2006 | Onbekend |
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder inspraak verstaan:
een door of namens het college van dijkgraaf en hoogheemraden geboden gelegenheid voor ingezetenen en belanghebbenden om hun mening omtrent te nemen besluiten van Delfland kenbaar te maken.
1. Onverminderd het bepaalde bij wet, algemene maatregel van bestuur of provinciale verordening vallen onder de werking van de onderhavige verordening de door de Verenigde Vergadering van Delfland te nemen besluiten van algemene strekking, tenzij deze daarvoor naar hun aard of naar hun belang niet in aanmerking komen.
2. Met inachtneming van het bepaalde in het eerste lid, vallen in ieder geval onder de werking van deze verordening ontwerpbesluiten inzake:
verordeningen;
het op peil houden van de waterstanden;
de aanleg of verbetering van waterstaatswerken, tenzij het werken betreft waarvan naar het oordeel van het waterschapsbestuur niet in betekenende mate een wijziging van de waterstaatkundige situatie of van de hoogte van de te heffen omslagen is te verwachten;
de legger(s);
subsidie- of bijdrageregelingen;
de naar het oordeel van het dagelijks bestuur daarvoor in aanmerking komende besluiten inzake beleidsbeslissingen.
Op de voorbereiding van besluiten als bedoeld in artikel 2 is de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde uniforme openbare voorbereidingsprocedure van overeenkomstige toepassing, tenzij in deze verordening anders is bepaald.
1. De terinzagelegging overeenkomstig het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, geschiedt ter secretarie van Delfland en de secretarieën van de binnen Delflands beheersgebied gelegen gemeenten alsmede digitaal op de internetsite van het Hoogheemraadschap van Delfland.
2. Indien het ontwerpbesluit betrekking heeft op een deel van het beheersgebied kan worden volstaan met terinzagelegging ter secretarie van Delfland en van de gemeente in het desbetreffende gebiedsdeel.
Ingezetenen en belanghebbenden kunnen hun zienswijze omtrent het te nemen besluit schriftelijk kenbaar maken aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden.
1. In het voorstel aan de verenigde vergadering wordt melding gemaakt van de gehouden inspraakprocedure en de beschouwingen van het college van dijkgraaf en hoogheemraden over de in het kader daarvan ingekomen reacties.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2006.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Inspraakverordening Delfland".
Toelichting bij de Inspraakverordening Delfland
Algemeen
Het doel van inspraak
Het doel van inspraak is tweeledig. Enerzijds wordt ingezetenen en belanghebbenden de mogelijkheid geboden om hun zienswijze omtrent een ontwerpbesluit van het waterschapsbestuur kenbaar te maken. Doel hiervan is met name gelegen in de democratische legitimatie en het creëren van draagvlak. Anderzijds is inspraak een, voor het waterschap, belangrijk hulpmiddel om op basis van een evenwichtige belangenafweging tot een besluit te komen.
Wanneer is inspraak zinvol?
Uit het doel van inspraak vloeit een aantal randvoorwaarden voort. Inspraak is slechts zinvol wanneer er voor het waterschapsbestuur een keuzemogelijkheid is. Indien het waterschap geen keuze heeft, hetgeen met name voor kan komen indien het een gebonden besluit betreft dat voortvloeit uit een voorschrift van hoger gezag en bij de uitvoering waarvan geen beleidsvrijheid bestaat, kan het ook geen rekening houden met de zienswijzen van belanghebbenden.
Een andere situatie wanneer inspraak niet zinvol is, is bijvoorbeeld wanneer er in een regeling, zoals een verordening, alleen een omnummering aan de orde is. Bijvoorbeeld; er wordt in de verordening verwezen naar een artikel uit een andere wet (artikel nummer x). Echter, die betreffende andere wet is aangepast en daarom heeft het artikel niet meer nummer x, maar nummer y gekregen (Nb. inhoudelijk is er niets veranderd aan het artikel).
Omdat in onze verordening naar dat artikel uit die andere wet wordt verwezen, en omdat dat artikel een ander nummer heeft gekregen, moet tevens in onze verordening aangepast. Er moet in onze verordening niet meer worden gesproken van artikel nummer x, maar van artikel nummer y.
In deze situatie is inspraak niet zinvol. Er is geen keuze aan Delfland voorbehouden, Delfland moet zorgen dat er naar het juiste artikel wordt verwezen.
De keuzemogelijkheden inzake het te nemen besluit moeten duidelijk worden aangegeven, ten behoeve van inspraak
Een tweede belangrijk aspect in verband met de eis van zinvolheid van inspraak, is dat inspraak het beste tot zijn recht komt indien het beleidsvoornemen, danwel de praktische consequenties van de verschillende keuzemogelijkheden voor de insprekers duidelijk zijn aangegeven. Dit betekent dat ambtelijke en bestuurlijke gedachtevorming inzake het te nemen besluit moeten hebben plaatsgevonden en dat eventuele keuzemogelijkheden voor de insprekers duidelijk zijn aangegeven.
Wat valt onder de inspraakverordening en wat niet?
Als gevolg van artikel 79 van de Waterschapswet per 1 juli 2006, zijn in principe alle door het algemeen bestuur te nemen besluiten (van algemene strekking) onderhevig aan inspraak. In artikel 2, tweede lid staat een opsomming van die (ontwerp) besluiten die in ieder geval onder de inspraakverordening vallen. Het betreft (ontwerp)besluiten inzake:
a. verordeningen;
b. het op peil houden van de waterstanden;
c. de aanleg of verbetering van waterstaatswerken, tenzij het werken betreft waarvan naar het onderdeel van het waterschapsbestuur niet in betekenende mate een wijziging van de waterstaatkundige situatie of van de hoogte van de te heffen omslagen is te verwachten;
d. de legger(s);
e. subsidie- of bijdrageregelingen;
f. de naar het oordeel van het dagelijks bestuur daarvoor in aanmerking komende besluiten inzake beleidsbeslissingen.
Betreft een besluit een onderwerp dat niet in dit rijtje staat genoemd, dan dient nog naar het eerste lid van artikel 2 te worden gekeken om te oordelen of het betreffende ontwerpbesluit in de inspraak dient te worden gebracht. Dit lid bepaalt namelijk dat onder de inspraakverordening vallen “de door de Verenigde Vergadering van Delfland te nemen besluiten van algemene strekking, tenzij deze daarvoor naar hun aard of naar hun belang niet in aanmerking komen”. Hierbij is dus een mate van beleidsvrijheid/ sprake van een zeker oordeel over of een ontwerpbesluit voor inspraak in aanmerking komt.
Ten aanzien van dit artikel 2, eerste lid, dient bedacht te worden dat het gaat om “besluiten van algemene strekking”. Zaken die niet van algemene strekking zijn, maar specifieke gevallen betreffen, en dus niet onder de inspraakverordening vallen zijn bijvoorbeeld:
- vergunningen en beschikkingen
- aanwijzingsbesluiten of benoemingsbesluiten
- besluiten tot dwangsom of bestuursdwang
Ten aanzien van onderdeel f, besluiten inzake beleidsbeslissingen
Met het begrip “beleidsbeslissingen” worden beslissingen bedoeld zoals het besluit tot de bouw van een object, zoals een waterstaatswerk, of het aanwijzen van bepaalde gebieden om bepaalde doeleinden te dienen.
Op de website www.infomil.nl, een informatiesite van de overheid, wordt onder het kopje “wetgeving en handhaving” nader ingegaan op het begrip beleidsbeslissing:
Er is inmiddels vaste jurisprudentie met betrekking tot de vraag wanneer er sprake is van een concrete beleidsbeslissing. Hieruit zijn drie concreetheidscriteria te destilleren, te weten:
• er moet sprake zijn van concreetheid naar afweging (eindbeslissing): het bestuursorgaan dient ten tijde van de vaststelling van het plan beoogd te hebben met het desbetreffende plandeel een afgewogen beslissing te nemen;
• er moet sprake zijn van concreetheid naar plaats/gebied: er moet bij de vaststelling van het plan duidelijk zijn om wat voor plaats of gebied het gaat. Voorbeeld: de afvalverwerkingscentrale komt op het industrieterrein van het gebied en
• er moet sprake zijn van concreetheid naar beoogd project/beoogde ruimtelijke ingreep. Voorbeeld: er komt in het plangebied een afvalverwerkingscentrale;
Status van inspreekavonden
Een andere manier om belanghebbenden de mogelijkheid te bieden om hun zienswijze kenbaar te maken, dan het in een inspraakverordening regelen van de mogelijkheid een zienswijze in te dienen, is het organiseren van inspreekavonden (of andere vormen van visievragen). Inspreekavonden worden niet genoemd in de verordening. Ze vallen niet onder de inspraakverordening en hebben een andere (juridische) status. Het betreft geen verplichting tot het organiseren van inspreekavonden.
Een bestuursorgaan, in dit geval Delfland, kan er echter zelf voor kiezen om dergelijke inspreekavonden te organiseren. Hiervoor kan worden gekozen indien dat zinvol wordt geacht. Het kan bijvoorbeeld zinvol worden geacht om in een vroeg stadium, bijvoorbeeld in het kader van de ambtelijke voorbereiding, al voorlichting te geven omtrent het beleidsvoornemen, danwel om daarover overleg te voeren met de meeste direct betrokken belanghebbenden.
Op die wijze kunnen belanghebbenden immers al in een zeer vroeg stadium kennis nemen van voornemens van het waterschap en door het aandragen van informatie er mede zorg voor dragen dat het waterschap een ontwerpbesluit in de inspraak brengt dat op een juiste wijze inzicht geeft in de diverse aspecten van het voorgenomen besluit.
Voorts kunnen alternatieven en andere zaken, die anders wellicht over het hoofd zouden zijn gezien, toch worden meegenomen.
NB. Wanneer inspreekavonden, of anderszins vormen van visievragen, worden georganiseerd, is het echter wel degelijk van belang om iets met de inspreekreacties te doen. Het is onbehoorlijk voor een bestuursorgaan om een inspreekavond te organiseren en vervolgens niets met de verkregen reacties te doen. De inspreekreacties moeten bij het besluitvormingsproces (en de ambtelijke voorbereiding) worden betrokken. Verslaglegging van de inspreekreacties is daarbij van belang.
De relatie van de inspraakverordening en de Waterschapswet
Artikel 79 van de Waterschapswet verplicht een waterschap tot het vaststellen van een Inspraakverordening die van toepassing is op de door het bestuur te nemen besluiten.
Artikel 79 tweede lid van de Waterschapswet bepaalt met ingang van 1 juli 2006 dat de inspraak wordt verleend door toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, voorzover in de verordening niet anders is bepaald.
In de nieuwe inspraakverordening is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing verklaard. Wel zijn aanvullende bepalingen opgenomen die zien op de wijze waarop ontwerpbesluiten ter inzage worden gelegd en hoe gerapporteerd dient te worden over de inspraak en de uitkomsten daarvan.
Verdwijning uit de inspraakverordening van de regeling omtrent beklagrecht
Aan de verplichting om in de inspraakverordening te regelen op welke wijze ingezetenen en belanghebbenden hun beklag kunnen doen over de uitvoering va de Inspraakverordening is niet langer behoefte. Dit wordt ingegeven door de op 1 juli 1999 in werking getreden vergelijkbare regeling over het intern klachtrecht in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht.
In de nieuwe inspraakverordening is daarom geen artikel meer opgenomen dat ingaat op de wijze waarom belanghebbenden hun beklag kunnen doen.
Wie is verantwoordelijk voor het bieden van de gelegenheid tot inspraak?
De verantwoordelijkheid voor het bieden van de gelegenheid tot inspraak wordt gelegd bij het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van Delfland, omdat het hierbij gaat om de uitvoering van een Waterschapsverordening.