No. : 77
Onderwerp:
Verordening commissie bezwaarschriften 2010
De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Hattem,
Ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft,
gelezen het voorstel van het College 201007111 d.d. 21september 2010;
gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;
overwegende dat het gewenst is om een vernieuwde alsmede een in H2O-verband
geüniformeerde Verordening commissie bezwaarschriften vast te stellen;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende Verordening commissie bezwaarschriften
2010:
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaat onder:
- 1.
verwerend orgaan: bestuursorgaan, dat het bestreden besluit heeft
genomen;
- 2.
commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften.
Artikel 2. Inleidende bepaling commissie
- 1
Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren
tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.
- 2
De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die
zijn ingediend inzake:
- a
belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;
- b
functiewaardering voor het ambtelijk personeel;
- c
(her)plaatsing in het kader van een reorganisatie.
Artikel 3. Samenstelling van de commissie
- 1.
De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee
leden.
- 2.
De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken
van, of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het
bestuursorgaan.
- 3.
De voorzitter en de leden worden op voordracht van het college door
de gemeenteraad benoemd, geschorst en ontslagen.
- 4.
De gemeenteraad benoemt op voordracht van het college een aantal
plaatsvervangende leden.
- 5.
De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.
Artikel 4. Commissiekamers
- 1
De commissie kan kamers instellen, die belast worden met de
behandeling van bezwaarschriften.
- 2
De commissie bepaalt het aantal kamers en stelt voor elke kamer vast
welke categorie of categorieën bezwaarschriften door haar zullen
worden behandeld.
- 3
Elke kamer bestaat uit ten minste drie leden:
- a
een voorzitter overeenkomstig artikel 7:13 Awb, zijnde de
voorzitter of een van de leden van de commissie, uit haar
midden aangewezen;
- b
ten minste twee andere leden, door de commissie aangewezen
uit haar midden.
- 4
De commissie wijst uit haar midden voor elk lid een eerste en een
tweede plaatsvervanger aan.
- 5
De kamer kan beslissen dat de behandeling van een bezwaarschrift
door de commissie zal geschieden.
- 6
Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze verordening zo
veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
Artikel 5. Secretaris
- 1.
De secretaris van de commissie (en haar kamers) wordt door het college
aangewezen.
- 2.
Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris
aan.
Artikel 6. Zittingsduur
- 1.
De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een
termijn van vier jaar. Het is mogelijk één keer herbenoemd te
worden.
- 2.
De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment
ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het
college.
- 3.
De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de
commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is
voorzien.
- 4.
De gemeenteraad kan in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde
in de leden 1 en 3.
Artikel 7. Vergoeding
De commissieleden ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding die door
het college wordt vastgesteld.
Artikel 8. Bemiddeling
De commissie onderzoekt of de zaak in de minne kan worden geschikt alvorens
de zaak in behandeling wordt genomen.
Artikel 9. Uitoefening bevoegdheden
De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden
voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van
de commissie:
- 1.
- 2.
artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een
termijn;
- 3.
artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft
tijdens de behandeling door de commissie;
- 4.
- 5.
Artikel 10. Vooronderzoek
- 1.
De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste
inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.
- 2.
De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de
commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo
nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien
daaraan kosten zijn verbonden, is machtiging van het college
vereist.
Artikel 11. Hoorzitting
- 1.
De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de
zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de
gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten
horen.
- 2.
De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de
Awb.
- 3.
Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien
van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en
het verwerend orgaan.
Artikel 12. Uitnodiging zitting
- 1.
De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan voor
de zitting schriftelijk uit.
- 2.
Na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan
onder opgaaf van redenen aan de voorzitter verzoeken het tijdstip
van de zitting te wijzigen.
Artikel 13. Quorum
- 2.
Voor het behandelen van een bezwaarschrift is vereist dat de
meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de
voorzitter, of zijn plaatsvervanger, ter zitting aanwezig is.
- 3.
De commissie kan in bijzondere gevallen het vertrouwelijk horen of
een bezoek ter plaatse opdragen aan de voorzitter of aan één van de
leden.
Artikel 14. Niet-deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de
behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het
geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.
Artikel 15. Openbaarheid zitting
- 1.
De zitting van de commissie is openbaar.
- 2.
De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de
commissie of één van de aanwezige leden dat nodig oordeelt of indien
een belanghebbende daartoe een verzoek doet.
- 3.
Indien de commissie beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die
zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting
plaats achter gesloten deuren.
Artikel 16. Verslaglegging
- 1.
Het verslag van de hoorzitting als bedoeld in artikel 7:7 Awb
bestaat uit een digitale geluidsopname.
- 2.
De secretaris van de commissie maakt op basis van de geluidsopname
een schriftelijke samenvatting van het besprokene wanneer een
gerechtelijke instantie of appellant daar om verzoekt in geval van
een (hoger) beroepsprocedure.
Artikel 17. Nader onderzoek
- 1.
Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt
opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de
voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere
commissieleden dit onderzoek houden.
- 2.
De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift
aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de
belanghebbenden toegezonden.
- 3.
De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de
belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere
informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten
tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist
op zo’n verzoek.
- 4.
Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die
betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 18. Raadkamer en advies
- 1.
De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het
door haar uit te brengen advies.
- 2.
De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te
brengen advies.
- 3.
Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de
voorzitter.
- 4.
Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt
indien die minderheid dat verlangt.
- 5.
Het advies bevat een gemotiveerd voorstel voor de te nemen
beslissing op het bezwaarschrift.
- 6.
Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de
commissie ondertekend. De ondertekening kan worden gemandateerd aan
de secretaris.
Artikel 19. Uitbrengen advies en verdaging
- 1.
Het advies wordt, onder medezending van het verslag, bedoeld in
artikel 16 en eventueel door de commissie ontvangen nadere
informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het
bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.
- 2.
Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de
termijn van 12 weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, van de
Awb , ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een
advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend
orgaan tijdig de beslissing te verdagen.
Artikel 20. Jaarverslag
De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan de bestuursorganen van de
gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande
kalenderjaar.
Artikel 21. Inwerkingtreding en intrekking
- 1.
De Verordening op de Bezwaaradviescommissie, vastgesteld op 30
september 2002, laatstelijk gewijzigd op 8 december 2003, wordt
ingetrokken.
- 2.
Deze verordening treedt in werking daags na bekendmaking.