Overheidsorganisatie | Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening rekeningcommissie hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard |
Citeertitel | Verordening rekeningcommissie Schieland en de Krimpenerwaard |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur – waterschappen |
Deze verordening vervangt de Verordening rekeningcommissie Schieland en de Krimpenerwaard van 1 januari 2007
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 7-10-2009
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: De Postiljon ed. Zoetermeer, 21-10-2009
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-10-2009 | 11-07-2015 | nieuwe regeling | 07-10-2009 De Postiljon ed. Zoetermeer, 21-10-2009 | Onbekend | |
01-01-2007 | 28-10-2009 | nieuwe regeling | 28-06-2006 De Postiljon ed. Zoetermeer, 20-07-2006 | Onbekend |
In deze verordening wordt verstaan onder:
commissie: de rekeningcommissie als bedoeld in artikel 2;
voorzitter: de voorzitter van de rekeningcommissie of zijn plaatsvervanger;
secretaris: de door dijkgraaf en hoogheemraden aangewezen ambtenaar;
verenigde vergadering: de verenigde vergadering van het hoogheemraadschap van
Schieland en de Krimpenerwaard;
dijkgraaf en hoogheemraden: het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het
hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard;
reglement: het reglement van bestuur voor het hoogheemraadschap van Schieland en de
Krimpenerwaard.
Er is een commissie die door de verenigde vergadering wordt ingesteld en wordt aangeduid
als rekeningcommissie.
1. De commissie onderzoekt de jaarrekening op de aspecten doelmatigheid en
doeltreffendheid van het door het waterschapsbestuur gevoerde bestuur, alsmede de
effecten van het beleid.
2. De commissie wordt voorafgaand aan de controle op de jaarrekening door de accountant
geïnformeerd over het controleplan. Naar aanleiding hiervan kan de commissie de
accountant vragen naar onderwerpen extra of aanvullend onderzoek te doen tijdens de
reguliere controle.
3. De commissie adviseert de verenigde vergadering over de aanwijzing van de accountant(s) als bedoeld in artikel 109 van de Waterschapswet.
1. De commissie is bevoegd alle documenten die verband houden met de taak en
doelstelling als bedoeld in artikel 3 en die berusten bij dijkgraaf en hoogheemraden te
onderzoeken.
2. De commissie is bevoegd inlichtingen te vragen aan dijkgraaf en hoogheemraden of aan
medewerkers van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. De
dijkgraaf, de overige leden van dijkgraaf en hoogheemraden en de medewerkers van
Schieland en de Krimpenerwaard zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door
de commissie gestelde termijn te verstrekken.
3. Voor het verkrijgen van mondelinge inlichtingen kan de commissie de dijkgraaf, de
overige leden van dijkgraaf en hoogheemraden of een medewerker van het
hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard ter vergadering uitnodigen.
Van de uitnodiging van een medewerker van Schieland en de Krimpenerwaard geeft de
commissie kennis aan dijkgraaf en hoogheemraden.
1. De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld
budget uitgaven te doen voor de uitvoering van haar taken.
2. Ten laste van het in het eerste lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:
a. externe deskundigen die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld;
b. overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.
3. De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording
verschuldigd aan de verenigde vergadering.
1. De commissie bestaat uit vijf leden.
2. De verenigde vergadering benoemt uit haar midden de leden van de commissie.
3. Niet tot lid van de commissie kunnen worden benoemd de leden van het college van
dijkgraaf en hoogheemraden.
4. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter.
1. De leden en plaatsvervangende leden van de commissie worden benoemd voor een
periode gelijk aan de zittingsduur van de verenigde vergadering.
2. De verenigde vergadering ontslaat de leden en plaatsvervangende leden of stelt hen op
non-activiteit.
3. Het lidmaatschap van een lid of plaatsvervangend lid eindigt:
a. op eigen verzoek;
b aan het einde van de zittingsperiode van de verenigde vergadering;
c gelijktijdig met het einde van het lidmaatschap van de verenigde vergadering;
d. indien de verenigde vergadering van oordeel is dat het lid of het plaatsvervangend lid niet langer
geschikt is de functie in de commissie te vervullen.
De voorzitter is belast met:
a. het leiden van de vergadering;
b. het handhaven van de orde; |
c. het doen naleven van deze verordening;
d. hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.
1. De commissie wordt bij het verrichten van haar werkzaamheden ondersteund door de
secretaris en eventueel een medewerker voor ondersteunende werkzaamheden.
2. De secretaris woont de vergaderingen van de commissie bij voor zover niet anders door
de commissie wordt aangegeven.
3. De secretaris is met betrekking tot zijn werkzaamheden als zodanig uitsluitend
verantwoording schuldig aan de commissie.
1. De commissie vergadert zo vaak als de voorzitter of drie leden het nodig oordelen.
2. Door of namens de voorzitter worden de leden schriftelijk ter vergadering opgeroepen. De
oproeping gaat vergezeld van de te behandelen agenda en eventuele bijbehorende
stukken.
3. De vergaderingen van de commissie zijn besloten.
4. De voorzitter is bevoegd andere personen uit te nodigen tot het bijwonen van de
vergadering voor het verstrekken van inlichtingen, toelichtingen of adviezen.
5. De besluiten van de commissie worden bij meerderheid van stemmen genomen.
6. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.
7. Er kunnen geen besluiten worden genomen indien niet ten minste drie leden van de
commissie aanwezig zijn.
8. Van een vergadering van de commissie wordt een besluitenlijst gemaakt die uitsluitend in
de commissie wordt verspreid. De besluitenlijst wordt ter vaststelling opgenomen op de
agenda voor de eerstvolgende vergadering van de commissie.
1. De commissie kan omtrent de inhoud van stukken die aan haar worden voorgelegd
geheimhouding opleggen. De geheimhouding wordt door allen die van de stukken kennis
dragen in acht genomen totdat de commissie haar opheft.
2. De geheimhouding kan eveneens worden opgelegd door dijkgraaf en hoogheemraden ten
aanzien van stukken die hij aan de commissie overlegt. Daarvan wordt op de stukken
melding gemaakt. De geheimhouding wordt door allen die van de stukken kennis dragen
in acht genomen totdat dijkgraaf en hoogheemraden haar opheft.
3. De commissie kan geheimhouding opleggen omtrent het in de commissie behandelde. De
geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren in acht genomen
totdat de commissie haar opheft.
1. De commissie legt haar bevindingen en haar oordeel vast in een rapportage, die een
openbaar karakter heeft.
2. De commissie stelt elk jaar voor 1 mei de in het eerste lid bedoelde rapportage in concept
op.
3. In de in het eerste lid bedoelde rapportage worden niet opgenomen de gegevens en
bevindingen, die naar hun aard vertrouwelijk zijn.
4. De commissie stelt dijkgraaf en hoogheemraden in de gelegenheid om binnen een door
haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op de
conceptrapportage aan de commissie kenbaar te maken.
5. Na vaststelling door de commissie worden de rapportage en de nota met conclusies en
aanbevelingen en de zienswijze van dijkgraaf en hoogheemraden op het rapport zo
spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan dijkgraaf en hoogheemraden,
aan de verenigde vergadering aangeboden.
1. Bij twijfel over de betekenis of toepassing van de in deze verordening ten aanzien van de
werkwijze van de commissie opgenomen bepalingen en in gevallen waarin deze
verordening niet voorziet beslist de commissie.
2. De verordening wordt aangehaald als: Verordening rekeningcommissie Schieland en de
Krimpenerwaard.
3. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2007 en sindsdien gewijzigd bij besluit van 7 oktober 2009.
De wijzigingen treden in werking op de achtste dag na die van de bekendmaking.
.