Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

Omslagenverordening Schieland en de Krimpenerwaard 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieHoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
Officiële naam regelingOmslagenverordening Schieland en de Krimpenerwaard 2005
CiteertitelOmslagenverordening Schieland en de Krimpenerwaard 2005
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën – belastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De ingangsdatum van de heffing is 2007. De bij het besluit van 29 november 2006 gewijzigde bepalingen blijven van toepassing op belastbare feiten die zich voor 1 januari 2007 hebben voorgedaan

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Onbekend

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Waterschapswet, art. 110 en 113, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-12-200631-12-2007artikel 6, 11, 14

29-11-2006

De Postiljon ed. Zoetermeer, 07-12-2006

Onbekend
16-12-200508-12-2006artikel 6, 11, 14, 18

30-11-2005

De Postiljon ed. Zoetermeer, 15-12-2005

Onbekend

Tekst van de regeling

Omslagenverordening Schieland en de Krimpenerwaard 2005

Hoofdstuk I Inleidende bepalingen
Begripsbepalingen - Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    beheersgebied: de in het reglement van bestuur voor het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard in artikel 2, eerste lid, bedoelde gebieden waarin de onderscheidene taken, bedoeld in artikel 3 van het reglement worden uitgeoefend.

  • b.

    omslagplichtige gebieden ongebouwd en gebouwd: binnen het beheersgebied van het hoogheemraadschap gelegen gebieden, waar het oogheemraadschap de omslagen ongebouwd en gebouwd van de waterkeringszorg en het waterkwantiteitsbeheer heft en die op bij deze Omslagenverordening behorende kaart zijn aangegeven;

  • c.

    woonruimte: een ruimte die blijkens haar inrichting bestemd is om als een afzonderlijk geheel te voorzien in woongelegenheid en waarvan de delen blijkens de inrichting van die ruimte niet bestemd zijn om afzonderlijk in gebruik te worden gegeven;

  • d.

    kadastrale registratie: de registratie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de Kadasterwet;

  • e.

    de ambtenaar belast met de heffing: de door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 123, derde lid, onderdeel b, van de Waterschapswet;

  • f.

    Kostentoedelingsverordening: de verordening van het hoogheemraadschap, bedoeld in artikel 119, eerste lid, van de Waterschapswet.

Belastbaar feit en omslagplichtigen - Artikel 2
  • 1 Ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan de behartiging van de aan het hoogheemraadschap opgedragen taken inzake de waterkeringszorg, het waterkwantiteitsbeheer en de wegenzorg worden onder de verzamelnaam „omslagen”  directe belastingen geheven.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde omslagen worden geheven van de omslagplichtigen:

    • a.

      bedoeld in de hoofdstukken II en III, terzake van de in die hoofdstukken genoemde onroerende zaken, voorzover deze zijn gelegen in het omslagplichtige

      gebied en deze belang hebben bij de behartiging van de in die hoofdstukken nader omschreven taken;

    • b.

      bedoeld in hoofdstuk IV, terzake van het ingezetene zijn in het beheersgebied, waarbij ten aanzien van de wegenzorg de ingezetenenomslag uitsluitend wordt

      geheven in het gebied van de Krimpenerwaard.

Hoofdstuk II Omslagheffing ongebouwd
Omslagplicht zakelijk genothebbenden ongebouwd - Artikel 3
  • 1 Met betrekking tot de taken van het hoogheemraadschap inzake de waterkeringszorg, het waterkwantiteitsbeheer wordt onder de naam „omslag ongebouwd” een omslag geheven van degenen die in een omslagplichtig gebied krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken.

  • 2 Met betrekking tot de taak wegenzorg wordt onder de naam „omslag ongebouwd” een omslag geheven van degenen die in het gebied Krimpenerwaard in het beheersgebied krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken.

  • 3 Als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een ongebouwde onroerende zaak wordt aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de desbetreffende kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

  • 4 Ingeval een ongebouwde onroerende zaak is onderworpen aan verschillende soorten van beperkt recht, wordt uitsluitend geheven van degene die het genot heeft van het beperkt recht, waaraan ingevolge artikel 24 van de Waterschapswet stemrecht is verbonden.

Belastingobject ongebouwd - Artikel 4
  • 1 Voor de toepassing van artikel 3 wordt als één ongebouwde onroerende zaak aangemerkt een kadastraal perceel of gedeelte daarvan, met dien verstande dat hetgeen wordt aangemerkt als een gebouwde onroerende zaak niet in aanmerking wordt genomen.

  • 2 Indien een deel van een kadastraal perceel of een deel van een gedeelte van een kadastraal perceel daarvan buiten een omslagplichtig gebied van het hoogheemraadschap is gelegen, wordt uitsluitend het binnen een dergelijk gebied van het hoogheemraadschap gelegen deel in aanmerking genomen.

  • 3 Voor de toepassing van het eerste en tweede lid worden openbare land– en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken, alsmede waterverdedigingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning, als ongebouwde eigendommen aangemerkt.

Heffingsmaatstaf ongebouwd - Artikel 5
  • 1 Voor de waterschapsomslag, bedoeld in artikel 3, geldt als heffingsmaatstaf de oppervlakte van de ongebouwde onroerende zaak. De oppervlakte wordt uitgedrukt in een aantal hectaren of een gedeelte daarvan.

  • 2 Indien de oppervlakte van een ongebouwde onroerende zaak niet in de kadastrale registratie staat vermeld, stelt de ambtenaar belast met de heffing deze door middel van meting of schatting vast.

Tarieven ongebouwd - Artikel 6

Met inachtneming van het bepaalde dienaangaande in de Kostentoedelingsverordening Schieland en de Krimpenerwaard 2005 bedragen de tarieven van de omslag, bedoeld in artikel 3, per hectare:

  • a.

    voor de waterkeringszorg € 17,98;

  • b.

    voor het waterkwantiteitsbeheer € 59,22;

  • c.

    voor de wegenzorg € 34,67.

Vrijstelling ongebouwd - Artikel 7

De omslag, bedoeld in artikel 3, wordt niet geheven terzake van ongebouwde onroerende zaken waarvan het hoogheemraadschap van Schieland genothebbende is krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.

Hoofdstuk III Omslagheffing gebouwd
Omslagplicht zakelijk genothebbenden gebouwd - Artikel 8
  • 1 Met betrekking tot de taken van het hoogheemraadschap inzake de waterkeringszorg, het waterkwantiteitsbeheer en de wegenzorg wordt onder de naam „omslag gebouwd” een omslag geheven van degenen die in een omslagplichtig gebied krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van gebouwde onroerende zaken.

  • 2 Met betrekking tot de taak wegenzorg wordt onder de naam „omslag gebouwd” een omslag geheven van degenen die in het gebied Krimpenerwaard in het beheersgebied krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken.

  • 3 Als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een gebouwde onroerende zaak wordt aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de desbetreffende kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

  • 4 Ingeval een gebouwde onroerende zaak is onderworpen aan verschillende soorten van beperkt recht, wordt uitsluitend geheven van degene die het genot heeft van het beperkte recht, waaraan ingevolge artikel 24 van de Waterschapswet stemrecht is

    verbonden.

Belastingobject gebouwd - Artikel 9
  • 1 Voor de toepassing van artikel 8 wordt als één gebouwde onroerende zaak aangemerkt:

    • a.

      een gebouwd eigendom;

    • b.

      een gedeelte van een gebouwd eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • c.

      een samenstel van twee of meer van de in onderdeel a bedoelde gebouwde eigendommen of van in onderdeel b bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;

    • d.

      het binnen het gebied van een gemeente gelegen deel van een in onderdeel a bedoeld eigendom, van een in onderdeel b bedoeld gedeelte of van een in onderdeel c bedoeld samenstel;

    • e.

      het binnen het beheersgebied of omslagplichtige gebied gelegen deel van een in onderdeel a bedoeld eigendom, van een in onderdeel b bedoeld gedeelte, van een in onderdeel c bedoeld samenstel of van een in onderdeel d bedoeld deel.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid maken de ongebouwde eigendommen voorzover die dienstbaar zijn aan een gebouwd eigendom, aan een gedeelte van een gebouwd eigendom of aan een samenstel van gebouwde eigendommen, als bedoeld in onderdeel a, onderscheidenlijk onderdeel b of onderdeel c, van dat lid, deel uit van de gebouwde onroerende zaak, met uitzondering van de ongebouwde eigendommen, voorzover de waarde daarvan bij de waardebepaling op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken op basis van het bepaalde krachtens artikel 18, derde lid, van die wet buiten aanmerking wordt gelaten.

Heffingsmaatstaf gebouwd - Artikel 10
  • 1 Voor de waterschapsomslag, bedoeld in artikel 8, geldt, indien de gebouwde onroerende zaak tevens een zaak is als bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken, als heffingsmaatstaf de op de voet van hoofdstuk IV van die wet voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het tijdvak waarbinnen het desbetreffende kalenderjaar valt.

  • 2 In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de omslagen terzake van gebouwde onroerende zaken buiten aanmerking gelaten, voorzover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in het eerste lid bedoelde waarde, de waarde van werktuigen als bedoeld in artikel 220d, eerste lid, onderdeel j, Gemeentewet, juncto artikel 2, eerste lid, onderdeel e, van de Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet WOZ.

  • 3 Bij de toepassing van het tweede lid is het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18, 19, eerste lid, onderdelen b en c, tweede lid, onderdelen b en c, 20, tweede lid, en 22, derde lid, van de Wet waardering onroerende zaken van overeenkomstige toepassing.

  • 4 Voor de omslagen terzake van gebouwde onroerende zaken die deel uitmaken van een onroerende zaak als bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf gesteld op het gedeelte van de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken vastgestelde waarde dat kan worden toegekend aan de gebouwde onroerende zaak.

  • 5 Indien het eerste of vierde lid geen toepassing kan vinden door het ontbreken van een op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken vastgestelde waarde, wordt de heffingsmaatstaf van die gebouwde onroerende zaak bepaald met toepassing van het tweede en derde lid en met overeenkomstige toepassing van het vierde lid alsmede van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 16 tot en met 19, 20, tweede lid, en 22, derde lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

Tarieven gebouwd - Artikel 11

Met inachtneming van het bepaalde dienaangaande in de Kostentoedelingsverordening Schieland en de Krimpenerwaard 2005 bedragen de tarieven van de omslag, bedoeld in artikel 8, voor elke volle € 2.500 van de heffingsmaatstaf:

  • a.

    voor de waterkeringszorg € 0,11;

  • b.

    voor het waterkwantiteitsbeheer € 0,34;

  • c.

    voor de wegenzorg € 0,49.

Vrijstellingen gebouwd - Artikel 12

De waterschapsomslag, bedoeld in artikel 9, wordt niet geheven terzake van:

  • a.

    straatmeubilair, waaronder worden begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen – niet zijnde gebouwen – welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van een in het taakgebied gelegen gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri’s, hekken en palen.

  • b.

    gebouwde onroerende zaken waarvan het hoogheemraadschap van Schieland genothebbende is krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.

Hoofdstuk IV Omslagheffing ingezetenen
Omslagplicht ingezetenen - Artikel 13
  • 1 Met betrekking tot de taken van het hoogheemraadschap inzake de waterkeringszorg en het waterkwantiteitsbeheer wordt onder de naam „ingezetenenomslag” een omslag geheven van degenen die in het beheersgebied ingezetenen zijn.

  • 2 Met betrekking tot de taak wegenzorg wordt onder de naam „ingezetenenomslag” een omslag geheven van degenen die in het gebied Krimpenerwaard in het beheersgebied ingezetenen zijn.

  • 3 Als ingezetene wordt aangemerkt degene die blijkens de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij het begin van het kalenderjaar woonplaats heeft in het gebied van het hoogheemraadschap en die aldaar het gebruik heeft van woonruimte. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het gebruik van woonruimte door de leden van een gezamenlijke huishouding aangemerkt als gebruik door een door de ambtenaar belast met de heffing aan te wijzen lid van dat huishouden.

Tarieven ingezetenen - Artikel 14

Met inachtneming van het bepaalde dienaangaande in de Kostentoedelingsverordening Schieland en de Krimpenerwaard 2005 bedragen de tarieven van de waterschapsomslag, bedoeld in artikel 13, per woonruimte:

  • a.

    voor de waterkeringszorg € 13,57;

  • b.

    voor het waterkwantiteitsbeheer € 27,83;

  • c.

    voor de wegenzorg € 52,52.

Hoofdstuk V Heffing en invordering
Wijze van heffing - Artikel 15
  • 1 De omslag wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de omslag als bedoeld in artikel 13 worden geheven bij wege van schriftelijke kennisgeving.

Aanslagen bij meerdere omslagplichtigen - Artikel 16

Indien voor de toepassing van de artikelen 3 en 8 met betrekking tot eenzelfde onroerende zaak meer dan één genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht danwel meer dan één gebruiker kan worden aangewezen, kan de aanslag worden gesteld ten name van één van hen.

Niet opleggen van aanslagen - Artikel 17
  • 1 Aanslagen van minder dan € 5,00 worden niet opgelegd.

  • 2 Voor de toepassing van het voorgaande lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één aanslag.

Betalingstermijnen - Artikel 18
  • 1 De omslagen, bedoeld in de artikelen 3, 8 en 13 zijn invorderbaar in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van de aanslag is vermeld, en de tweede twee maanden later.

  • 2 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan op basis van artikel 15, tweede lid, de heffing voor een woonruimte worden geheven bij wege van schriftelijke kennisgeving. In dat geval is, indien de betaling van de heffing geschiedt door middel van de nota’s van of namens het nutsbedrijf in welks verzorgingsgebied de betreffende woonruimte is gelegen, het gevorderde bedrag invorderbaar in zoveel gelijke termijnen als het bedoelde bedrijf voor de betreffende heffingsperiode nota’s doet verschijnen.

  • 3 Indien in de loop van het belastingjaar blijkt dat inning volgens de systematiek van het vorige lid eindigt, is het resterende bedrag direct invorderbaar.

  • 4 Een navorderingsaanslag is invorderbaar een maand na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 5 Een met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete als genoemd in artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, die gelijktijdig en in verband met de vaststelling van de belastingaanslag is opgelegd, is

    invorderbaar overeenkomstig de termijnen die gelden voor de belastingaanslag.

  • 6 Indien de heffing verschuldigd is terzake van de omslagen ongebouwd, als bedoeld in artikel 3, voorzover die worden geheven van natuurlijke personen, de omslagen gebouwd, als bedoeld in artikel 8, voorzover die worden geheven van natuurlijke personen en de Ingezetenenomslag, als bedoeld in artikel 13, geldt, in afwijking van het eerste lid, dat indien het totaal van de blijkens het aanslagbiljet al dan niet in combinatie met andere belastingen verschuldigde bedrag € 75,00 of meer bedraagt en zolang dit bedrag door middel van automatische incasso kan worden afgeschreven, de aanslagen invorderbaar zijn in zes gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die van de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

Nadere regels - Artikel 19

Dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de omslagen.

Hoofdstuk VI Overgangs– en slotbepalingen
Inwerkingtreding, tijdstip van ingang van de heffing, intrekking - Artikel 20
  • 1 Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2005.

  • 3 Met ingang van 1 januari 2005 worden de Omslagenverordeningen van de rechtsvoorgangers van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard ingetrokken, te weten:

    - de Omslagenverordening Schieland 2002, vastgesteld bij besluit van 28 november 2001, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 23 november 2003;

    - de Omslagverordening Krimpenerwaard, vastgesteld bij besluit van 28 november 2001, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 26 november 2003; met dien verstande dat zij van toepassing blijven op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Citeertitel - Artikel 21

Deze verordening wordt aangehaald als: Omslagenverordening Schieland en de Krimpenerwaard 2005.

Aldus vastgesteld in de openbare verenigde vergadering op 3 januari 2005, sindsdien gewijzigd op 30 maart 2005, op 30 november 2005 en op 29 november 2006.