Overheidsorganisatie | Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard |
---|---|
Officiële naam regeling | Kostentoedelingsverordening van het hoogheemraadschap van |
Citeertitel | Kostentoedelingsverordening Schieland en de Krimpenerwaard 2005 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | OVERHEID.modelverordeningenDomein |
De verordening werkt terug tot en met 1 januari 2005
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 3-1-2005
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Algemeen- en Rotterdams Dagblad, 29-01-2005
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-01-2005 | 01-01-2005 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 03-01-2005 Algemeen- en Rotterdams Dagblad, 29-01-2005 | - |
De verenigde vergadering van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard;
op voordracht van de Voorbereidingscommissie van 25 oktober 2004;
gelet op artikel 119 van de Waterschapswet en artikel 15 van het overgangsreglement
voor het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard;
overwegende dat het conceptbesluit ter inzage heeft gelegen vanaf 15 november
tot en met 10 december 2004;
overwegende dat naar aanleiding van de terinzagelegging geen bedenkingen zijn
ingebracht;
b e s l u i t :
vast te stellen de Kostentoedelingsverordening van het hoogheemraadschap van
Schieland en de Krimpenerwaard.
Deze verordening verstaat onder:
kosten: kosten, zoals opgenomen in de begroting naar kostendragers van het hoogheemraadschap en welke gedekt worden met behulp van omslagen;
zakelijk gerechtigden ongebouwd: degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken;
zakelijk gerechtigden gebouwd: degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van gebouwde onroerende zaken;
ingezetenen: degenen die blijkens de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij het begin van het kalenderjaar woonplaats hebben in
het gebied van het hoogheemraadschap en die aldaar het gebruik hebben van woonruimte;
wegenzorg: de taak als bedoeld in artikel 3, derde lid, van het reglement van bestuur voor het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard,
zoals die uitsluitend in het gebied van de Krimpenerwaard wordt uitgeoefend.
De kosten voor de waterkeringszorg worden als volgt toegedeeld:
50 % aan de ingezetenen;
43 % aan de zakelijk gerechtigden gebouwd;
7 % aan de zakelijk gerechtigden ongebouwd.
De kosten voor het waterkwantiteitsbeheer worden als volgt toegedeeld:
40 % aan de ingezetenen;
51 % aan de zakelijk gerechtigden gebouwd;
9 % aan de zakelijk gerechtigden ongebouwd.
De kosten voor de wegenzorg worden als volgt toegedeeld:
44 % aan de ingezetenen in de Krimpenerwaard;
45 % aan de zakelijk gerechtigden gebouwd in de Krimpenerwaard;
11 % aan de zakelijk gerechtigden ongebouwd in de Krimpenerwaard.
1. De verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2005.
2. Met ingang van de in het tweede lid van dit artikel bedoelde datum vervallen de Kostentoedelingsverordeningen van de rechtsvoorgangers van het
hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, te weten:
-de Kostentoedelingsverordening Krimpenerwaard, vastgesteld bij besluit
-van de verenigde vergadering van 28 november 2001;
de Kostentoedelingsverordening Schieland, vastgesteld bij besluit van de verenigde vergadering van 28 september 1994 en laatstelijk gewijzigd 26
november 2003;
met dien verstande dat deze verordeningen van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor de in het twee lid genoemde datum hebben voorgedaan.
Deze verordening wordt aangehaald als Kostentoedelingsverordening Schieland en de Krimpenerwaard 2005.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 3 januari 2005.
De verenigde vergadering voornoemd.
Op grond van artikel 119 van de Waterschapswet en artikel 15 van het overgangsreglement voor het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard dient het
hoogheemraadschap een kostentoedelingsverordening ten behoeve van en voorafgaand aan de heffing van de waterschapsomslagen vast te stellen. In deze verordening dienen de kostenaandelen van de in het bestuur vertegenwoordigde belangencategorieën per afzonderlijke taak van het hoogheemraadschap te worden vastgelegd. Bij de toedeling dienen de aard en de omvang van het belang, die de categorieën van belanghebbenden bij de uitvoering van de onderscheiden taken hebben, in aanmerking te worden genomen.
De kostentoedelingsverordening is onderworpen aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland.
De kostentoedelingsverordening vormt tezamen met de omslagenverordening de basis
voor de omslagheffing.
Rapport inzake de kostentoedeling
Met betrekking tot de kostentoedeling is in 1989 door het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen het „Rapport inzake de kostentoedeling” (de Nota Havelaar) uitgebracht. In dit rapport wordt een kostentoedelingsproces beschreven dat voor iedere waterschapstaak gevolgd kan worden. Bij dit proces wordt uitgegaan van het onderscheid tussen algemene en specifieke taakbelangen, waarop ook de Waterschapswet is gebaseerd. De algemene taakbelangen zijn gericht op het kunnen wonen, werken en recreëren in de leefruimte en het leefmilieu, die worden geschapen en in stand gehouden door de waterstaatkundige conditionering van de bodem. De ingezetenen zijn de representanten van de algemene taakbelangen. De specifieke taakbelangen zijn gericht op de waterstaatkundige verzorging van de bodem als zodanig. De representanten hiervan zijn de eigenaren en gebruikers van onroerende zaken.
Het kostentoedelingsproces bij het hoogheemraadschap bestaat per afzonderlijke taak uit
de volgende twee stappen:
stap 1 : toedeling van de kosten over de representanten van de algemene en specifieke taakbelangen.
stap 2 : binnen de specifieke taakbelangen bepaling van de kostenaandelen gebouwd en ongebouwd.
Waterschapstaken
Krachtens de Waterschapswet dient de kostentoedeling zoveel mogelijk per afzonderlijke taak plaats te vinden. In artikel 1, tweede lid, van de Waterschapswet is aangegeven
welke taken er aan een waterschap opgedragen kunnen worden, te weten waterkering en waterhuishouding. Daarnaast kunnen waterschappen belast worden met taken ten aanzien van één of meer andere waterstaatsaangelegenheden.
Het reglement voor het hoogheemraadschap bepaalt dat het hoogheemraadschap de waterstaatkundige verzorging van zijn gebied tot taak heeft, voor zover deze niet uitdrukkelijk aan andere publiekrechtelijke lichamen is opgedragen. De taken van het hoogheemraadschap omvatten: de zorg voor de waterkering, de zorg voor de waterhuishouding, te onderscheiden in het kwantiteitsbeheer en het kwaliteitsbeheer van oppervla ktewateren, de zorg voor de zuivering van stedelijk afvalwater en de zorg voor de openbare wegen buiten de bebouwde kom in de zin van de Wegenwet, met uitzondering van rijks- en provinciale wegen, in het gebied van het voormalige hoogheemraadschap van de Krimpenerwaard.
Eén en ander betekent dat door de kostentoedeling de volgende drie taken onderscheiden kunnen worden:
- waterkeringszorg,
- waterkwantiteitsbeheer,
- wegenzorg.
De kostentoedeling is niet van toepassing op het waterkwaliteitsbeheer en de zorg voor de zuivering van het stedelijk afvalwater.
Categorieën van belanghebbenden
De kosten van de waterschapstaken dienen toegedeeld te worden aan de categorieën van belanghebbenden die in het bestuur van het hoogheemraadschap vertegenwoordigd zijn. Provinciale Staten hebben bij reglement bepaald welke categorieën van belanghebbenden in de verenigde vergadering van het hoogheemraadschap vertegenwoordigd zullen zijn.
Deze categorieën zijn:
- zakelijk gerechtigden ongebouwd,
- zakelijk gerechtigden gebouwd,
- ingezetenen,
- bedrijfsgebouwd.
Aard en omvang van het belang
Uit het vorenstaande volgt dat de kostentoedeling betrekking heeft op drie taken (waterkeringszorg, waterkwantiteitsbeheer en wegenzorg) en op drie categorieën van belanghebbenden (zakelijk gerechtigden ongebouwd, zakelijk gerechtigden gebouwd en ingezetenen).
De Waterschapswet schrijft voor dat het hoogheemraadschap per afzonderlijke taak nagaat, wat de aard en de omvang van het belang van de in het bestuur vertegenwoordigde categorieën is. In de artikelgewijze toelichting wordt hier nader op ingegaan.
Relatie met begroting
De kostentoedeling heeft betrekking op de kosten die met behulp van de omslagen gedekt dienen te worden. In de begroting wordt vermeld om welke kosten het hierbij gaat.
In de Comptabiliteitsvoorschriften Waterschappen is bepaald dat de kostendragers in de begroting gelijk dienen te zijn aan de reglementair aan het hoogheemraadschap opgedragen taken. De inrichting van de begroting wordt dus afgestemd op de bij de kostentoedeling te onderscheiden taken. Door toepassing van de percentages van de kostentoedeling op de kosten die per kostendrager (reglementaire taak) met behulp van de omslagen gedekt dienen te worden, ligt vast welk omslagbedrag ieder van de in het bestuur vertegenwoordigde categorieën in totaal dient op te brengen.
Uitgangspunten
Reeds enkele jaren bestaat het besef dat de bestuurlijke en financiële structuur binnen de waterschapswereld verheldering en vereenvoudiging behoeft. De Unie van Waterschappen heeft hierover in juni 2001 voorstellen gedaan aan het Kabinet. Begin dit jaar heeft het Kabinet over deze voorstellen een standpunt bepaald. De kern daarvan is, dat:
- er sprake zal zijn van een zuivere verontreinigingsheffing, waarin alleen worden betrokken de kosten van transport en zuivering van afvalwater en verwerking van zuiveringsslib;
- er sprake zal zijn van één heffing voor de regionale watersysteemtaak, t.w. de watersysteemheffing (droge voeten, passief waterkwaliteitsbeheer en op termijn incorporatie van de neerslagcomp onent);
- voor de kostentoedeling de methode Delfland wordt toegepast, dat wil zeggen de waardeverhouding tussen de totale waarde van het gebouwd respectievelijk het ongebouwd, in plaats van kostentoedeling op basis van voorzieningenniveau (methode Oldambt).
Voor de introductie van de watersysteemheffing ontbreekt nog het wettelijk kader. De belastingplichtigen zullen dan ook vooralsnog op het aanslagbiljet de gebruikelijke taken
terug vinden. Het Kabinetsstandpunt is op hoofdlijnen door de Tweede Kamer onderschreven. Het zal nog enkele jaren duren tot dit standpunt in wetgeving is omgezet.
Met als referentiekader de wet- en regelgeving heeft de Voorbereidingscommissie de volgende uitgangspunten gedefinieerd:
1. Het aandeel van de ingezetenen bij de waterkerings- en wegenzorg wordt gebaseerdop de bevolkingsdichtheid, met een maximum van 50%;
het aandeel van de ingezetenen voor het waterkwantiteitsbeheer wordt gebaseerd op de mate van afhankelijkheid met een maximum van 40%.
2. Het aandeel van het ongebouwd en gebouwd voor de taken waterkeringszorg, waterkwantiteitsbeheer en wegenzorg wordt gebaseerd op de waardeverhoudingen tussen gebouwd en ongebouwd naar een prijspeil van 1 januari 1999. Voor het gebouwd wordt uitgegaan van de door de gemeenten vastgestelde WOZ-waarden. In het kader
van de Wet WOZ is het meest recente prijspeil 1 januari 1999. De waarden met een prijspeil van 1 januari 2003 komen pas in de loop van 2005 beschikbaar en te laat
voor gebruik in het kader van dit onderzoek.
3. De ingezetenenomslag voor de wegenzorg wordt, net als de omslagen van gebouwde en ongebouwde eigendommen voor de wegenzorg, uitsluitend geheven in het gebied van de Krimpenerwaard.
4. Van het categoraal toedelen van de kosten voor verkiezingen en heffing en invordering van belastingen wordt afgezien.