Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hattem

Drank en horecaverordening gemeente Hattem

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHattem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDrank en horecaverordening gemeente Hattem
CiteertitelDrank en horecaverordening gemeente Hattem
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

de regeling is ingetrokken per 24-10-2013

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147
  2. Gemeentewet, art. 149
  3. Drank- en Horecawet, art. 4
  4. Drank- en Horecawet, art. 20
  5. Drank- en Horecawet, art. 23

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-03-201024-10-2013intrekking

01-03-2010

Dijkpoorter, 10-03-2010

Onbekend.
16-06-2004nieuwe regeling

26-04-2004

Hattem huis aan huis, 04-05-2004

2004/nr.24

Tekst van de regeling

Intitulé

Drank en horecaverordening gemeente Hattem

No:……

 

Onderwerp:

Vaststellen Drank- en Horecaverordening gemeente Hattem

 

De raad der gemeente Hattem;

 

gelezen het vorstel van et college d.d. 9 maart 2004, no……..

 

gelet op art 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 4, 20 en 23 van de Drank- en Horecawet.

 

besluit

Vast te stellen de volgende verordening:

 

Drank-en Horecaverordening gemeente Hattem.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    de wet: de Drank-en Horecawet;

  • b

    inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet;

  • c

    horecabedrijf: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet;

  • d

    horecalokaliteit: een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;

  • e

    vergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 3 van de wet;

  • f

    alcoholvrije drank: drank die geen alcohol bevat alsmede drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor hoogstens een half volumeprocent uit alcohol bestaat;

  • g

    sterke drank: de drank zoals omschreven in artikel 1, eerste lid van de wet;

  • h

    leidinggevende:

    • 1

      de natuurlijke persoon of de bestuurders van een rechtspersoon of hun gevolmachtigden, voor wiens rekening en risico het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend, met uitzondering van bestuurders van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4 van de wet;

    • 2

      de natuurlijke persoon, die algemene leiding geeft aan een onderneming, waarin het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend in een of meer inrichtingen;

    • 3

      de natuurlijke persoon, die onmiddellijke leiding geeft aan de uitoefening van zodanig bedrijf in een inrichting;

  • i

    zwak-alcoholhoudende drank: alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank;

  • j

    café: een inrichting, niet zijnde een discotheek of dancing, die tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor gebruik ter plaatse, met als mogelijke nevenactiviteit de verkoop van gerede etenswaren, die voor consumptie gereed zijn, al dan niet ter plaatse bereid;

  • k

    discotheek/dancing: een inrichting die tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen;

  • l

    snackbar/cafetaria: een inrichting die tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse gerede etenswaren met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.

Artikel 2 Beperking verstrekking sterke drank

  • 1.

    Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een snackbar of cafetaria.

  • 2.

    Het is tevens verboden anders dan om niet sterke drank te verstrekken in een inrichting, die onderdeel is van een gebouw;

    • a

      waarin uitsluitend of in hoofdzaak onderwijs wordt gegeven;

    • b

      welke deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij één of meer jeugd-of jongerenorganisaties of -instellingen. Hieronder wordt in elk geval een jongerencentrum verstaan;

    • c

      welke deel uitmaakt van een gebouw, of dat gelegen is op een terrein, dat uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij één of meer sportorganisaties of –instellingen;

    • d

      welke gelegen is op een kampeer-of caravanterrein;

    • e

      welke uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is als wachtruimte voor passagiers van een openbaar vervoerbedrijf.

Artikel 3 Beperking verstrekking zwak-alcoholhoudende drank

Het is verboden om in een voor publiek besloten ruimte als bedoeld in artikel 18, tweede lid, onder c, van de wet na 22.00 uur ’s avonds zwak-alcoholhoudende drank anders dan om niet voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken.

Artikel 4 Ontheffingsregeling verstrekkingsbeperkingen

  • 1

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van de in artikel 2 en 3 van deze verordening opgenomen verboden.

  • 2

    De burgemeester kan in het belang van het reguleren van het gebruik van alcoholhoudende drank voorschriften aan de in het eerste lid bedoelde ontheffing verbinden.

  • 3

    De burgemeester kan een ontheffing als bedoeld in het eerste lid intrekken of wijzigen indien:

    • a

      niet langer wordt voldaan aan de in het tweede lid bedoelde voorschriften;

    • b

      zich feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van de ontheffing gevaar zouden opleveren voor de openbare orde, openbare veiligheid of zedelijkheid.

  • 4

    De burgemeester beslist binnen drie maanden nadat de aanvraag om ontheffing is ontvangen.

  • 5

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 5 Vergunningsvoorschriften

  • 1.

    Het college kan aan een vergunning voor het horecabedrijf als bedoeld in artikel 4, eerste lid van de wet als voorschrift verbinden dat:

    • a

      de vergunning niet geldt voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse voor, tijdens of na bijeenkomsten van persoonlijke aard als bedoeld in artikel 4, tweede lid van de wet;

    • b

      het niet is toegestaan om de onder a genoemde bijeenkomsten openlijk aan te prijzen, daarvoor reclame te maken of daarmee te adverteren.

  • 2.

    Het college kan voorts een vergunning voor het horecabedrijf als bedoeld in het eerste lid door middel van een voorschrift uitsluitend laten gelden voor het verstrekken van alcoholhoudende drank tijdens de binnen de doelstelling van de betreffende instelling vallende activiteiten met een uitloop van maximaal een uur voor de aanvang tot een uur na afloop van die activiteiten.

Artikel 6 Leeftijdsgrenzen

  • 1.

    Het is leidinggevenden van een café of discotheek/dancing verboden om bezoekers tot hun horecalokaliteit(en) toe te laten, die de leeftijd van 16 jaar nog niet hebben bereikt.

  • 2.

    Het is leidinggevenden van een horecabedrijf niet zijnde een café of discotheek/dancing waarin een (pop)concert plaatsvindt verboden om personen tot hun horecalokaliteit(en) toe te laten, die de leeftijd van 16 jaar nog niet hebben bereikt.

  • 3.

    Het in het eerste lid bepaalde geldt niet indien een persoon onder toezicht staat van een (pleeg)ouder of een voogd met een leeftijd van 18 jaar of ouder danwel vergezeld wordt door een andere volwassene waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat deze functioneert als toezichthouder van de betreffende persoon met dien verstande dat het bezoek aan de inrichting niet mag plaatsvinden na en niet langer mag duren tot 24.00 uur.

Artikel 7 Verstrekking alcoholvrije drank

  • 1.

    Het is verboden in een voor publiek besloten ruimte bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor het gebruik ter plaatse te verstrekken.

  • 2.

    De burgemeester kan van het gestelde in het eerste lid ontheffing verlenen.

  • 3.

    Dit verbod geldt niet:

    • a

      indien gehandeld wordt krachtens een vergunning ingevolge de wet tot het uitoefenen van een horecabedrijf;

    • b

      indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van bijkomstige aard aan personen die in deze besloten ruimte verblijven anders dan voor het gebruik van consumpties;

    • c

      voor legerplaatsen en aan het militair gezag onderworpen lokaliteiten;

    • d

      door middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig.

  • 4.

    Aan een ontheffing als bedoeld in het tweede lid kunnen voorschriften worden verbonden.

  • 5.

    De burgemeester beslist binnen drie maanden nadat de aanvraag om ontheffing is ontvangen.

  • 6.

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemenen wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 8 Vereisten verstrekken alcoholvrije drank

  • 1.

    Voor het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 7 van deze verordening moet een natuurlijk persoon de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en voldoen aan de eisen die bij of krachtens artikel 8, tweede lid, aanhef en letters a en b, en derde lid, van de wet worden gesteld.

  • 2.

    De inrichting moet, onverminderd de bepalingen in het Bouwbesluit, voldoen aan de eisen, gesteld in artikel 3, 4, 5, 6 en 7 van het Besluit eisen inrichtingen Drank-en Horecawet.

  • 3.

    Indien niet wordt voldaan aan het in het eerste en tweede lid bepaalde, weigert de burgemeester de ontheffing als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van deze verordening.

  • 4.

    De burgemeester weigert de ontheffing eveneens indien vaststaat of met reden te vrezen is, dat de vestiging van het bedrijf zal leiden tot overconcentratie van horecabedrijven in een straat of buurt, danwel anderszins ontoelaatbare aantasting van het woon-of leefklimaat tot gevolg kan hebben en daaraan door het opleggen van beperkingen of het geven van voorschriften redelijkerwijs niet voldoende kan worden tegemoet gekomen.

Artikel 9 Intrekking ontheffing verstrekken alcoholvrije drank

  • 1.

    De burgemeester trekt een ontheffing als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van deze verordening in, indien:

    • a

      niet meer (langer) wordt voldaan aan de in artikel 8 van deze verordening gestelde eisen;

    • b

      gedurende een jaar anders dan wegens overmacht van de ontheffing geen gebruik is gemaakt;

    • c

      zich in een besloten ruimte als bedoeld in artikel 7, eerste lid van deze verordening, feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven van de ontheffing gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.

  • 2.

    De burgemeester kan een ontheffing als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van deze verordening, eveneens intrekken, indien niet langer wordt voldaan aan de krachtens artikel 7, vierde lid, van deze verordening gestelde voorschriften.

Artikel 10 Ontheffing inrichtingseisen

  • 1.

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van de eisen gesteld in artikel 8, lid 2, van deze verordening voor wat betreft het gestelde in artikel 3 en artikel 7, lid 2 sub b juncto artikel 7, lid 4, in zoverre dat volstaan kan worden met een gezamenlijk voorportaal en handenwasvoorziening, van het Besluit eisen inrichtingen Drank-en Horecawet.

  • 2.

    De burgemeester beslist binnen drie maanden nadat de aanvraag om ontheffing is ontvangen.

  • 3.

    Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

  • 4.

    Een ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd.

Artikel 11 Strafbepaling

  • 1.

    Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. Artikel 45 van de wet is van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid geldt niet wanneer het bepaalde in de Wet op de economische delicten van toepassing is.

Artikel 12 Toezicht

  • 1.

    Met het toezicht op het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid geldt niet wanneer artikel 41 van de Drank-en Horecawet van toepassing is.

Artikel 13 Overgangsrecht

  • 1.

    Verloven en ontheffingen, die zijn verleend onder de werking van de Drank-en Horecaverordening, vastgesteld door de raad d.d. 20 februari 1995 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening, worden aangemerkt als ontheffingen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een verlof of een ontheffing op grond van de Drank-en Horecaverordening is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 3.

    Op bezwaarschriften gericht tegen een besluit krachtens de Drank-en Horecaverordening wordt beslist met toepassing van deze verordening.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van haar bekendmaking.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Drank-en Horecaverordening gemeente Hattem.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Hattem, gehouden op 26 april 2004.

De raad voornoemd,

, voorzitter.

, griffier.