No:……
Onderwerp:
Vaststellen Drank- en Horecaverordening gemeente Hattem
De raad der gemeente Hattem;
gelezen het vorstel van et college d.d. 9 maart 2004, no……..
gelet op art 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 4, 20 en 23 van de
Drank- en Horecawet.
besluit
Vast te stellen de volgende verordening:
Drank-en Horecaverordening gemeente Hattem.
Artikel 1 Begripsbepalingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a
de wet: de Drank-en Horecawet;
- b
inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste
lid van de wet;
- c
horecabedrijf: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste
lid van de wet;
- d
horecalokaliteit: een van een afsluitbare toegang voorziene
lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het
horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het
verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;
- e
vergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 3 van de wet;
- f
alcoholvrije drank: drank die geen alcohol bevat alsmede drank die
bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor hoogstens een
half volumeprocent uit alcohol bestaat;
- g
sterke drank: de drank zoals omschreven in artikel 1, eerste lid van
de wet;
- h
leidinggevende:
- 1
de natuurlijke persoon of de bestuurders van een
rechtspersoon of hun gevolmachtigden, voor wiens rekening en
risico het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt
uitgeoefend, met uitzondering van bestuurders van een
rechtspersoon als bedoeld in artikel 4 van de wet;
- 2
de natuurlijke persoon, die algemene leiding geeft aan een
onderneming, waarin het horecabedrijf of het slijtersbedrijf
wordt uitgeoefend in een of meer inrichtingen;
- 3
de natuurlijke persoon, die onmiddellijke leiding geeft aan
de uitoefening van zodanig bedrijf in een inrichting;
- i
zwak-alcoholhoudende drank: alcoholhoudende drank, met uitzondering
van sterke drank;
- j
café: een inrichting, niet zijnde een discotheek of dancing, die tot
hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en
niet-alcoholische dranken voor gebruik ter plaatse, met als
mogelijke nevenactiviteit de verkoop van gerede etenswaren, die voor
consumptie gereed zijn, al dan niet ter plaatse bereid;
- k
discotheek/dancing: een inrichting die tot hoofddoel heeft het
verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse waarbij het doen
beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid
geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen;
- l
snackbar/cafetaria: een inrichting die tot hoofddoel heeft het
verstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse gerede
etenswaren met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.
Artikel 2 Beperking verstrekking sterke drank
- 1.
Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank
voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een snackbar of
cafetaria.
- 2.
Het is tevens verboden anders dan om niet sterke drank te
verstrekken in een inrichting, die onderdeel is van een gebouw;
- a
waarin uitsluitend of in hoofdzaak onderwijs wordt
gegeven;
- b
welke deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een
onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij één
of meer jeugd-of jongerenorganisaties of -instellingen.
Hieronder wordt in elk geval een jongerencentrum
verstaan;
- c
welke deel uitmaakt van een gebouw, of dat gelegen is op een
terrein, dat uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij
één of meer sportorganisaties of –instellingen;
- d
welke gelegen is op een kampeer-of caravanterrein;
- e
welke uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is als
wachtruimte voor passagiers van een openbaar
vervoerbedrijf.
Artikel 3 Beperking verstrekking zwak-alcoholhoudende drank
Het is verboden om in een voor publiek besloten ruimte als bedoeld in
artikel 18, tweede lid, onder c, van de wet na 22.00 uur ’s avonds
zwak-alcoholhoudende drank anders dan om niet voor gebruik elders dan ter
plaatse te verstrekken.
Artikel 4 Ontheffingsregeling verstrekkingsbeperkingen
- 1
De burgemeester kan ontheffing verlenen van de in artikel 2 en 3 van
deze verordening opgenomen verboden.
- 2
De burgemeester kan in het belang van het reguleren van het gebruik
van alcoholhoudende drank voorschriften aan de in het eerste lid
bedoelde ontheffing verbinden.
- 3
De burgemeester kan een ontheffing als bedoeld in het eerste lid
intrekken of wijzigen indien:
- a
niet langer wordt voldaan aan de in het tweede lid bedoelde
voorschriften;
- b
zich feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het
van kracht blijven van de ontheffing gevaar zouden opleveren
voor de openbare orde, openbare veiligheid of
zedelijkheid.
- 4
De burgemeester beslist binnen drie maanden nadat de aanvraag om
ontheffing is ontvangen.
- 5
Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve
fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van
toepassing.
Artikel 5 Vergunningsvoorschriften
- 1.
Het college kan aan een vergunning voor het horecabedrijf als
bedoeld in artikel 4, eerste lid van de wet als voorschrift
verbinden dat:
- a
de vergunning niet geldt voor het verstrekken van
alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse voor, tijdens
of na bijeenkomsten van persoonlijke aard als bedoeld in
artikel 4, tweede lid van de wet;
- b
het niet is toegestaan om de onder a genoemde bijeenkomsten
openlijk aan te prijzen, daarvoor reclame te maken of
daarmee te adverteren.
- 2.
Het college kan voorts een vergunning voor het horecabedrijf als
bedoeld in het eerste lid door middel van een voorschrift
uitsluitend laten gelden voor het verstrekken van alcoholhoudende
drank tijdens de binnen de doelstelling van de betreffende
instelling vallende activiteiten met een uitloop van maximaal een
uur voor de aanvang tot een uur na afloop van die activiteiten.
Artikel 6 Leeftijdsgrenzen
- 1.
Het is leidinggevenden van een café of discotheek/dancing verboden
om bezoekers tot hun horecalokaliteit(en) toe te laten, die de
leeftijd van 16 jaar nog niet hebben bereikt.
- 2.
Het is leidinggevenden van een horecabedrijf niet zijnde een café of
discotheek/dancing waarin een (pop)concert plaatsvindt verboden om
personen tot hun horecalokaliteit(en) toe te laten, die de leeftijd
van 16 jaar nog niet hebben bereikt.
- 3.
Het in het eerste lid bepaalde geldt niet indien een persoon onder
toezicht staat van een (pleeg)ouder of een voogd met een leeftijd
van 18 jaar of ouder danwel vergezeld wordt door een andere
volwassene waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat deze
functioneert als toezichthouder van de betreffende persoon met dien
verstande dat het bezoek aan de inrichting niet mag plaatsvinden na
en niet langer mag duren tot 24.00 uur.
Artikel 7 Verstrekking alcoholvrije drank
- 1.
Het is verboden in een voor publiek besloten ruimte bedrijfsmatig
alcoholvrije drank voor het gebruik ter plaatse te verstrekken.
- 2.
De burgemeester kan van het gestelde in het eerste lid ontheffing
verlenen.
- 3.
Dit verbod geldt niet:
- a
indien gehandeld wordt krachtens een vergunning ingevolge de
wet tot het uitoefenen van een horecabedrijf;
- b
indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van
bijkomstige aard aan personen die in deze besloten ruimte
verblijven anders dan voor het gebruik van consumpties;
- c
voor legerplaatsen en aan het militair gezag onderworpen
lokaliteiten;
- d
door middelen van vervoer tijdens hun gebruik als
zodanig.
- 4.
Aan een ontheffing als bedoeld in het tweede lid kunnen
voorschriften worden verbonden.
- 5.
De burgemeester beslist binnen drie maanden nadat de aanvraag om
ontheffing is ontvangen.
- 6.
Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemenen wet bestuursrecht (positieve
fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van
toepassing.
Artikel 8 Vereisten verstrekken alcoholvrije drank
- 1.
Voor het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 7 van
deze verordening moet een natuurlijk persoon de leeftijd van 18 jaar
hebben bereikt en voldoen aan de eisen die bij of krachtens artikel
8, tweede lid, aanhef en letters a en b, en derde lid, van de wet
worden gesteld.
- 2.
De inrichting moet, onverminderd de bepalingen in het Bouwbesluit,
voldoen aan de eisen, gesteld in artikel 3, 4, 5, 6 en 7 van het
Besluit eisen inrichtingen Drank-en Horecawet.
- 3.
Indien niet wordt voldaan aan het in het eerste en tweede lid
bepaalde, weigert de burgemeester de ontheffing als bedoeld in
artikel 7, tweede lid, van deze verordening.
- 4.
De burgemeester weigert de ontheffing eveneens indien vaststaat of
met reden te vrezen is, dat de vestiging van het bedrijf zal leiden
tot overconcentratie van horecabedrijven in een straat of buurt,
danwel anderszins ontoelaatbare aantasting van het woon-of
leefklimaat tot gevolg kan hebben en daaraan door het opleggen van
beperkingen of het geven van voorschriften redelijkerwijs niet
voldoende kan worden tegemoet gekomen.
Artikel 9 Intrekking ontheffing verstrekken alcoholvrije drank
- 1.
De burgemeester trekt een ontheffing als bedoeld in artikel 7,
tweede lid, van deze verordening in, indien:
- a
niet meer (langer) wordt voldaan aan de in artikel 8 van
deze verordening gestelde eisen;
- b
gedurende een jaar anders dan wegens overmacht van de
ontheffing geen gebruik is gemaakt;
- c
zich in een besloten ruimte als bedoeld in artikel 7, eerste
lid van deze verordening, feiten hebben voorgedaan, die de
vrees wettigen, dat het van kracht blijven van de ontheffing
gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of
zedelijkheid.
- 2.
De burgemeester kan een ontheffing als bedoeld in artikel 7, tweede
lid, van deze verordening, eveneens intrekken, indien niet langer
wordt voldaan aan de krachtens artikel 7, vierde lid, van deze
verordening gestelde voorschriften.
Artikel 10 Ontheffing inrichtingseisen
- 1.
De burgemeester kan ontheffing verlenen van de eisen gesteld in
artikel 8, lid 2, van deze verordening voor wat betreft het gestelde
in artikel 3 en artikel 7, lid 2 sub b juncto artikel 7, lid 4, in
zoverre dat volstaan kan worden met een gezamenlijk voorportaal en
handenwasvoorziening, van het Besluit eisen inrichtingen Drank-en
Horecawet.
- 2.
De burgemeester beslist binnen drie maanden nadat de aanvraag om
ontheffing is ontvangen.
- 3.
Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.
- 4.
Een ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd.
Artikel 11 Strafbepaling
- 1.
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt
gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van
de tweede categorie met openbaarmaking van de rechterlijke
uitspraak. Artikel 45 van de wet is van overeenkomstige
toepassing.
- 2.
Het bepaalde in het eerste lid geldt niet wanneer het bepaalde in de
Wet op de economische delicten van toepassing is.
Artikel 12 Toezicht
- 1.
Met het toezicht op het bepaalde bij of krachtens deze verordening
zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.
- 2.
Het bepaalde in het eerste lid geldt niet wanneer artikel 41 van de
Drank-en Horecawet van toepassing is.
Artikel 13 Overgangsrecht
- 1.
Verloven en ontheffingen, die zijn verleend onder de werking van de
Drank-en Horecaverordening, vastgesteld door de raad d.d. 20
februari 1995 en die van kracht zijn op het moment van
inwerkingtreding van deze verordening, worden aangemerkt als
ontheffingen krachtens deze verordening.
- 2.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening
een aanvraag om een verlof of een ontheffing op grond van de
Drank-en Horecaverordening is ingediend waarop nog niet is beslist,
wordt daarop deze verordening toegepast.
- 3.
Op bezwaarschriften gericht tegen een besluit krachtens de Drank-en
Horecaverordening wordt beslist met toepassing van deze
verordening.
Artikel 14 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van
een termijn van zes weken na de datum van haar bekendmaking.
Artikel 15 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Drank-en Horecaverordening gemeente
Hattem.