Organisatie | Waterschap Zuiderzeeland |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Legesverordening Waterschap Zuiderzeeland 2004 |
Citeertitel | Legesverordening Waterschap Zuiderzeeland 2010 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën – belastingen |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 17-12-2009
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: FlevoPost week 52
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | nieuwe tarieventabel | 17-12-2009 FlevoPost week 52 | 118753 | ||
13-05-2004 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 30-03-2004 Almere Vandaag, Flevopost, Noordoostpolder, 05-05-2004 | JZ.332 |
De leges worden geheven door middel van een schriftelijke, gedagtekende kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van een schriftelijke kennisgeving aan de belastingplichtige bekendgemaakt.
Aldus vastgesteld in de Algemene Vergadering d.d. 17 december 2009.
Lelystad, 17 december 2009,
de secretaris, de voorzitter,
ir. J.B. van der Veen. mr. ir. H.L. Tiesinga.
Op grond van artikel 115, lid 1 van de Waterschapswet mag het waterschap rechten (leges) heffen ter zake van:
Leges zijn geen belastingen, maar op grond van artikel 115 van de Waterschapswet worden leges aangemerkt als waterschapsbelasting, waardoor het gehele proces van heffing en inning zoals geformuleerd in de Waterschapswet ook voor leges dient te worden toegepast. Hoewel het woord leges in de Waterschapswet niet wordt gebruikt, is het begrip zodanig ingeburgerd, dat om onduidelijkheden te voorkomen in de verordening is gekozen voor de begrippen legesplichtig, in plaats van belastingplichtig.
De Legesverordening van Waterschap Zuiderzeeland 2010 heeft alleen betrekking op het behandelen van verzoeken tot het verlenen van watervergunningen. Van de overige wettelijke mogelijkheden tot legesheffing wordt afgezien omdat de te verwachten inkomsten gering zijn in verhouding tot de administratiekosten en omdat de te verwachten inkomsten zeer gering zijn in verhouding tot de overige uit belastingen verkregen inkomsten van het waterschap.
Voor het gebruik van onroerende zaken die eigendom zijn van het waterschap, worden overigens wel op andere basis (huur en pacht) inkomsten verkregen. De reden voor het heffen van leges bij het behandelen van watervergunningaanvragen is dat een dienst wordt verstrekt die in het belang is van degene die de watervergunning aanvraagt.
Artikel 115, lid 3 van de Waterschapswet bepaalt dat de tarieven van de in artikel 115, lid 1 van de Waterschapswet bedoelde rechten zodanig worden vastgesteld, dat de geraamde baten van de rechten niet uitgaan boven de geraamde lasten. De bevoegdheid van het waterschap om leges te heffen varieert van 0% van de geraamde kosten in rekening brengen (dus geen leges heffen) tot maximaal 100% van de geraamde kosten in rekening brengen.
Artikel 1. Aard van de heffing en legesplichtig feit
Het legesplichtig feit is het in behandeling nemen van de aanvraag van een watervergunning en niet de verlening daarvan. Leges worden dan ook geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag en niet voor het honoreren van een aanvraag. De reden is dat ook bij een niet gehonoreerde aanvraag aanmerkelijke kosten kunnen zijn gemaakt voor de behandeling van de aanvraag. De tarieventabel bepaalt echter dat in bepaalde gevallen gedeeltelijke teruggave van leges mogelijk is als een dienst niet wordt verleend, maar een aanvraag wel in behandeling is genomen. Voor een melding kunnen geen leges worden geheven. Algemeen geldt dat een dienst moet zijn aangevraagd. Bij ongevraagde diensten, zoals ambtshalve verlening van watervergunningen, worden geen leges geheven.
Legesplichtig is de aanvrager van de watervergunning, ook als de aanvrager van de watervergunning een ander is dan degene voor wie de watervergunning wordt aangevraagd. Door het gebruik van de woorden “dan wel” is bedoeld om te voorkomen dat voor dezelfde dienst van twee belastingplichtigen, de aanvrager en degenen ten behoeve van wie de aanvraag wordt gedaan, leges zullen worden geheven. In eerste instantie zal de indiener van de aanvraag in de heffing worden betrokken. Als dat niet mogelijk is dan kan degene ten behoeve van wie de aanvraag is gedaan als legesplichtige worden aangemerkt.
De bij de verordening behorende tabel geeft aan naar welke maatstaf de leges worden geheven en volgens welk tarief. De Waterschapswet bepaalt dat de geraamde baten niet mogen uitgaan boven de voor de watervergunning gemaakte kosten. Er hoeft niet in ieder individueel geval een rechtstreeks verband te zijn tussen de hoogte van de leges en de omvang van de verleende dienst, maar wel moet in het algemeen enig verband bestaan tussen de hoogte van de leges en de kosten van dienstverlening. De tariefstructuur mag niet leiden tot onredelijke en onwillekeurige inning van leges.
Artikel 125 van de Waterschapswet regelt op welke wijze belastingen kunnen worden geheven. Dit kan bij wege van aanslag, bij wege van voldoening op aangifte of op andere wijze. In de legesverordening is gekozen voor heffing op andere wijze, omdat deze wijze van heffing wordt gekenmerkt door een grote mate van vormvrijheid, wat goed aansluit bij het karakter van de heffing van leges. Leges zullen doorgaans worden geheven bij een schriftelijke, gedagtekende kennisgeving, maar andere mogelijkheden worden met deze formulering niet uitgesloten en kunnen in nadere regels door het college van dijkgraaf en heemraden nader worden uitgewerkt (zie artikel 9 van deze verordening). Bewust is de keuze gemaakt om geen mondelinge kennisgeving mogelijk te maken. Aangezien de dagtekening bepalend is voor vervolgprocedures, is hierdoor de bewijslast voor zowel voor de legesplichtige als het waterschap hierdoor makkelijker.
Leges zijn verschuldigd op het moment van het in behandeling nemen van de aanvraag. Wanneer op dat moment de leges worden geheven, dient de hoogte van het legesbedrag vastgesteld te worden. Dat is echter niet altijd bij aanvang van de aanvraagprocedure duidelijk. Een dergelijke situatie doet zich voor bij de leges die afhankelijk worden gesteld van een percentage van de bouwkosten. In het tweede lid is daarom de mogelijkheid opgenomen om eerst voorlopig een bedrag te vorderen, tot ten hoogste het bedrag dat vermoedelijk gevorderd gaat worden, indien vooraf de hoogte van de leges niet bekend zijn. Deze bevoegdheid berust op artikel 14 van de Algemene Wet inzake de Rijksbelastingen, maar dient om te mogen worden toegepast in deze verordening te zijn opgenomen. Een kennisgeving van het voorlopig gevorderde bedrag zal overigens altijd alsnog gevolgd moeten worden door een kennisgeving van het definitief gevorderde bedrag.
Artikel 5 stelt dat de leges binnen twee weken na de dagtekening van de kennisgeving moeten worden betaald. Deze termijn biedt een afwijking van de Invorderingswet, waar in artikel 9 een betalingstermijn van zes weken wordt gehanteerd. Om deze afwijking mogelijk te maken, moet deze termijn in deze verordening worden opgenomen. In door of namens het college af te wegen gevallen kunnen in de kennisgeving overigens een andere maar wel altijd ruimere betalingstermijn worden opgenomen. Hiermee kan bijvoorbeeld bij hogere bedragen aan leges een betalingsregeling worden aangeboden.
Het tweede lid is van belang voor de bepaling van het einde van de betaaltermijn. Als de laatste dag voor betaling een algemeen erkende feestdag, zondag of zaterdag is, schuift de termijn niet op.
Het is niet doelmatig als het waterschap aan zichzelf leges in rekening brengt. Daarom is het aanvragen van watervergunning door het waterschap zelf vrijgesteld van leges.
De tarieventabel bepaalt in welke gevallen teruggave van leges mogelijk is.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:
1. Een watervergunning voor het leggen van kabels door en/of langs waterkeringen, per waterkering: € 170,--.
2. Een watervergunning voor het leggen van kabels en leidingen door en/of langs watergangen, per watergang € 170-- .
3. Een watervergunning voor de aanleg van kunstwerken en andere bouwwerken, indien de bouwkosten bedragen:
(Onder "bouwkosten" wordt verstaan de aannemingssom (exclusief omzetbelasting), als bedoeld in paragraaf 1, lid 1, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989) voor het uit te voeren werk of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is gewijzigd of vervangen. Tot de "bouwkosten" worden alleen gerekend de kosten van de bouwwerken waarvoor een watervergunning van het waterschap vereist is en niet de kosten van overige bouwwerken die deel uitmaken van hetzelfde bouwproject.)
4. Overige watervergunningen met betrekking tot waterstaatswerken op grond van de Keur: € 150,--.
5. Het bepaalde onder 1 tot en met 4 is van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot:
6. Een watervergunning voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van agrarische doeleinden: beregening, bevloeiing, veedrenking, agrarische bedrijfshygiëne of gewasbescherming: € 816,--.
7. Een watervergunning voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van andere doeleinden dan genoemd onder punt 6:
8. Het bepaalde onder 6 en 7 is van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot:
(De in de tarieventabel genoemde leges kunnen worden verhoogd met een bedrag van de voor de behandeling van de aanvraag noodzakelijke externe advieskosten. Deze kosten kunnen op de aanvrager worden verhaald, mits deze vooraf over de (geraamde) kosten is geïnformeerd en deze daarmee akkoord gaat.)
9. Gedeeltelijke teruggave van leges worden op verzoek van de aanvrager verleend in de volgende gevallen.