Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Rivierenland

Ondermandaat coordinatoren, projectleiders en onderafdelingshoofden van de afdelingen Beleid & Advies, Bouwzaken en Operationele Zuivering van de directie Zuivering

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Rivierenland
Officiële naam regelingOndermandaat coordinatoren, projectleiders en onderafdelingshoofden van de afdelingen Beleid & Advies, Bouwzaken en Operationele Zuivering van de directie Zuivering
CiteertitelMandaat - Ondermandaat coordinatoren, projectleiders en onderafdelingshoofden van de afdelingen Beleid & Advies, Bouwzaken en Operationele Zuivering van de directie Zuivering
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur – waterschappen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Advertentie in diverse huis-aan-huis-bladen in het hele gebied van het waterschap in week 2, 2005, oa. in Zakengids, 13-01-2005.

Mandaatbesluiten treden de dag na bekendmaking in werking. Dit mandaatbesluit werkt echter terug tot 01-01-2005.

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 6-1-2005

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Zakengids, 13-01-2005

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, artt. 10:5 en 10:9

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-01-200501-01-200520-07-2007nieuwe regeling

06-01-2005

Zakengids, 13-01-2005

-

Tekst van de regeling

Aanhef

DE AFDELINGSHOOFDEN BELEID & ADVIES, BOUWZAKEN EN OPERATIONELE  ZUIVERING VAN DE DIRECTIE ZUIVERING VAN HET WATERSCHAP RIVIERENLAND;

overwegende dat,

het algemeen bestuur in zijn vergadering van 3 januari 2005 een delegatiebesluit heeft genomen, alsmede een mandaatregeling heeft vastgesteld, waarin de randvoorwaarden voor het mandaat worden gegeven;

het uit oogpunt van efficiency wenselijk is om bevoegdheden die zijn neergelegd bij het college van dijkgraaf en heemraden uit te laten oefenen door een functionaris, voor zover dat in overeenstemming is met de aard en inhoud van die bevoegdheden;

het college van dijkgraaf en heemraden in zijn vergadering van 6 januari 2005 een mandaatbesluit heeft vastgesteld voor de secretaris-directeur;

de secretaris-directeur bij besluit van 6 januari 2005  ondermandaat heeft verleend aan de directeur Zuivering ten aanzien van de uitoefening van bevoegdheden behorende tot het taakgebied van de directie Zuivering;

de directeur Zuivering bij besluit van 6 januari 2005 ondermandaat heeft verleend aan de afdelingshoofden Bouwzaken, Beleid & Advies en Operationele Zuivering van de directie Zuivering ten aanzien van de bevoegdheden behorende tot het taakgebied van de directie Zuivering;

het wenselijk is dat de afdelingshoofden Beleid & Advies, Bouwzaken en Operationele Zuivering ondermandaat verlenen aan de projectleiders, coördinatoren en onderafdelingshoofden van de rayons I, II, III, IV en V ten aanzien van de bevoegdheden behorende tot het taakgebied van de betreffende afdeling binnen de directie Zuivering;

dit besluit uitvoering geeft aan artikel 5 lid 3 sub b van de mandaatregeling;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Waterschapswet en het Algemeen reglement voor het waterschap Rivierenland;

BESLUITEN:

Hoofdstuk 1 aan de projectleiders, onderafdelingshoofden en coördinatoren van de afdelingen Beleid & Advies, Bouwzaken en Operationele Zuivering van de directie Zuivering,mandaat, volmacht en machtiging te verlenen voor:

1. de voorbereiding en uitvoering van bestuursbesluiten met betrekking tot het taakgebied van de betreffende onderafdeling, het betreffende cluster of het betreffende project binnen de directie zuivering, met inbegrip van de correspondentie daarover;

2. Het  nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen met betrekking tot het taakgebied van de betreffende onderafdeling, het betreffende cluster of het betreffende project binnen de directie Zuivering, met inbegrip van de correspondentie daarover,

onder deze bepaling vallen:

  • a.

    het voeren van overleg in het kader van artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening, voor zover dit betrekking heeft op de betreffende onderafdeling, het betreffende cluster of het betreffende project binnen de directie Zuivering;

  • b.

    het vaststellen van projectdocumenten inzake het aanbesteden, het gunnen, het doen uitvoeren, het opleveren en accepteren of weigeren van werken, leveringen of diensten van de betreffende onderafdeling, het betreffende cluster of het betreffende project binnen de directie Zuivering op basis van het geldende inkoop- en  aanbestedingsbeleid, vastgesteld door het algemeen bestuur en voor het gunnen specifiek, met inachtneming van de Regeling van de organisatie van het financieel beheer;

  • c.

    het aangaan, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten met afnemers van werken,

    leveringen of diensten van het waterschap, welke betrekking hebben op de betreffende

    onderafdeling, het betreffende cluster of het betreffende project binnen de directie Zuivering, waarbij voor het aangaan van deze overeenkomsten het geldende inkoop- en aanbestedingsbeleid, als uitgangspunt geldt;

Hoofdstuk 2 Inwerkingtreding

3. Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2005.

Hoofdstuk 3 De volgende voorwaarden vast te stellen waaronder de bevoegdheden gemandateerd worden:

4. de gemandateerde oefent zijn bevoegdheden uit met inachtneming van de algemene regels die gesteld zijn in de mandaatregeling, die op 3 januari 2005 is vastgesteld door het algemeen bestuur;

5. de gemandateerde oefent zijn bevoegdheden slechts uit voor zover hij hiervoor budgetbevoegdheid heeft gekregen van het betreffende afdelingshoofd conform en met inachtneming van de Regeling van de organisatie van het financieel beheer.

6. de gemandateerde oefent zijn bevoegdheid slechts uit voor zover hierdoor de (onder)mandaten van andere ambtenaren niet worden aangetast.

Hoofdstuk 4 Plaatsvervanging

7.  Bij afwezigheid van een onderafdelingshoofd, een coördinator of een projectleider worden Nijmegen diens bevoegdheden uitgeoefend door het betreffende afdelingshoofd.

Tiel, 6 januari 2005

het afdelingshoofd Beleid & Advies van de directie Zuivering van Waterschap Rivierenland

ing. J.G. Segers

het afdelingshoofd Bouwzaken van de directie Zuivering van Waterschap Rivierenland,

ing. R.W. Buis

het waarnemend afdelingshoofd Operationele Zuivering van de directie Zuivering van Waterschap Rivierenland,

ir. Z.C. Vonk