Ondermandaat afdelingshoofden Plannen, Kennis & Beleid, Projecten, Onderhoud, Vergunningen en Laboratorium van de directie Watersystemen

Aanhef

DE DIRECTEUR WATERSYSTEMEN VAN HET WATERSCHAP RIVIERENLAND

overwegende dat,

het algemeen bestuur in zijn vergadering van 3  januari 2005 een delegatiebesluit heeft genomen, alsmede een mandaatregeling heeft vastgesteld, waarin de randvoorwaarden voor het mandaat worden gegeven;

het uit oogpunt van efficiency wenselijk is om bevoegdheden die zijn neergelegd bij het college van dijkgraaf en heemraden uit te laten oefenen door een functionaris, voor zover dat in overeenstemming is met de aard en inhoud van die bevoegdheden;

het college van dijkgraaf en heemraden in zijn vergadering van 6 januari 2005 een mandaatbesluit heeft vastgesteld voor de secretaris-directeur;

de secretaris-directeur bij besluit van 6 januari 2005 ondermandaat heeft verleend aan de directeur Watersystemen ten aanzien van de uitoefening van bevoegdheden behorende tot het taakgebied van de directie Watersystemen;

het wenselijk is, dat de directeur Watersystemen ondermandaat verleent aan de afdelingshoofden Plannen, Kennis & Beleid, Projecten, Onderhoud, Vergunningen en Laboratorium ten aanzien van de uitoefening van bevoegdheden behorende tot het taakgebied van de betreffende afdeling binnen de directie Watersystemen;

dit besluit uitvoering geeft aan artikel 5 lid 3 sub a van de mandaatregeling;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Waterschapswet en het Algemeen reglement voor het Waterschap Rivierenland,

BESLUIT:

Hoofdstuk 1 aan de afdelingshoofden Plannen, Kennis & Beleid, Projecten, Onderhoud, Vergunningen en Laboratorium van de directie Watersystemen, mandaat, volmacht en machtiging te verlenen voor:

1. de voorbereiding en uitvoering van bestuursbesluiten met betrekking tot het taakgebied van de betreffende afdeling binnen de directie Watersystemen, met inbegrip van de correspondentie daarover;

2. het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen met betrekking tot het taakgebied van de afdeling binnen de directie Watersystemen, met inbegrip van de correspondentie daarover,

onder deze bepaling vallen:

• a.

  het vaststellen van projectdocumenten inzake het aanbesteden; het gunnen, het doen uitvoeren, het opleveren en accepteren of weigeren van werken, leveringen of diensten van de betreffende afdeling binnen de directie watersystemen op basis van het geldende inkoop- en aanbestedingsbeleid, vastgesteld door het algemeen bestuur en voor het gunnen specifiek, met inachtneming van de Regeling van de organisatie van het financieel beheer;

• b.

  het aangaan, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten met afnemers van werken, leveringen of diensten van het waterschap, welke betrekking hebben op de betreffende afdeling binnen de directie Watersystemen, waarbij voor het aangaan van deze overeenkomsten het geldende inkoop- en aanbestedingsbeleid, als uitgangspunt geldt;

• c.

  het voeren van overleg en het indienen van zienswijzen in het kader van artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening, voor zover dit betrekking heeft op de betreffende afdeling binnen de directie Watersystemen;

• d.

  het verlenen en het weigeren van ontheffingen en vergunningen betrekking hebbende op de betreffende afdeling binnen de directie watersystemen, met uitzondering van ontheffingen en vergunningen aan het waterschap zelf, alsmede het al dan niet accepteren van meldingen in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren;

• e.

  het aanvragen en aanvaarden van sponsorgelden en subsidies met betrekking tot de betreffende afdeling binnen de directie Watersystemen;

• f.

  het beslissen op aanvragen om subsidies met betrekking tot de directie watersystemen, voor zover het gaat om aanvragen die vallen onder van de door het waterschap vastgestelde bijzondere subsidieregelingen, met inachtneming van de Regeling financieel beheer;

• g.

  het opstellen en geven van onafhankelijke waterkwaliteitsverklaringen in verband met het opmaken van proces-verbaal in het kader van toezicht en opsporing door de afdeling Handhaving.

Hoofdstuk 2 Inwerkingtreding

3. Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2005.

Hoofdstuk 2 De volgende voorwaarden vast te stellen waaronder de bevoegdheden gemandateerd worden:

4. de directeur Watersystemen staat op basis van artikel 5 lid 3 sub b toe dat de afdelingshoofden van de directie watersystemen vervolgens ondermandaat verlenen aan de onder hen ressorterende functionarissen, zijnde de onderafdelingshoofden, projectleiders of coördinatoren;

5. de gemandateerde oefent zijn bevoegdheden uit met inachtneming van de algemene regels die gesteld zijn in de mandaatregeling, die op 3 januari 2005 is vastgesteld door het algemeen bestuur;

6. de gemandateerde oefent zijn bevoegdheid slechts uit voor zover hierdoor de (onder)mandaten van andere ambtenaren niet worden aangetast.

Hoofdstuk 4 Plaatsvervanging

7.

• •

  bij afwezigheid van het afdelingshoofd Plannen worden diens bevoegdheden uitgeoefend door het afdelingshoofd Vergunningen;

• •

  bij afwezigheid van het afdelingshoofd Vergunningen worden diens bevoegdheden uitgeoefend door het afdelingshoofd Plannen;

• •

  bij afwezigheid van het afdelingshoofd Projecten worden diens bevoegdheden uitgeoefend door het afdelingshoofd Onderhoud;

• •

  bij afwezigheid van het afdelingshoofd Onderhoud worden diens bevoegdheden uitgeoefend door het afdelingshoofd Projecten;

• •

  bij afwezigheid van het afdelingshoofd Laboratorium worden diens bevoegdheden    uitgeoefend door het afdelingshoofd Kennis & Beleid;

• •

  bij afwezigheid van het afdelingshoofd Kennis & Beleid worden diens bevoegdheden uitgeoefend door het afdelingshoofd Laboratorium.

Tiel, 6 januari 2005,

de directeur Watersystemen van Waterschap Rivierenland,

drs. ing J.J.S. Bakker