Organisatie | Waterschap Rivierenland |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Beleidsregels aanwijzing belastingplichtige |
Citeertitel | Beleidsregels aanwijzing belastingplichtige |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur – waterschappen |
1) Advertentie in diverse huis-aan-huis-bladen in het hele gebied van het waterschap in week 2, 2005, oa. in Zakengids, 12-01-2005
2) Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 6-1-2005
3) Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Zakengids, 12-01-2005
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-01-2005 | 27-01-2007 | nieuwe regeling | 06-01-2005 Zakengids, 12-01-2005 | 2004-14041 |
Het college van dijkgraaf en heemraden van waterschap Rivierenland;
gelet op het bepaalde in de artikelen 3, 8 en 13 van de Verordening op de waterschapsomslagen 2005, artikel 3 van de Verordening verontreinigingsheffing 2005, alsmede artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 123 en 134 van de Waterschapswet;
vast te stellen de volgende beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie.
Hoofdstuk 1 Aanwijzing belastingplichtige in een keuzesituatie (verontreinigingsheffing en ingezetenenomslag)
Artikel 1 Invordering door een nutsbedrijf
Bij gebruik van een woonruimte door leden van een gezamenlijke huishouding worden de aanslagen verontreinigingsheffing en ingezetenenomslag ingeval van "meeliften" - de situatie waarin de inning van verontreinigingsheffing en ingezetenenomslag tegelijk plaatsvindt met de inning van nota's van een nutsbedrijf - ten name gesteld van degene op wiens naam de nutsvoorziening is geregistreerd, mits deze tevens één van de gebruikers van de woonruimte is. Indien dit niet het geval is, dan worden de aanslagen verontreinigingsheffing en ingezetenenomslag ten name gesteld van één van de gebruikers van de woonruimte, waarbij de aanwijzingsregels van artikel 2 in acht worden genomen.
Hoofdstuk 2 Aanwijzing belastingplichtige in een keuzesituatie (omslag gebouwd en omslag ongebouwd)
Indien er met betrekking tot de omslag gebouwd meerdere potentiële belastingplichtigen zijn aan wie de aanslag kan worden opgelegd, wordt de aanslag in de hierna volgende volgorde opgelegd ten name van:
Indien er met betrekking tot de omslag ongebouwd meerdere potentiële belastingplichtigen zijn aan wie de aanslag kan worden opgelegd, wordt de aanslag in de hierna volgende volgorde opgelegd ten name van:
Aanwijzing belastingplichtige in een keuzesituatie
De belastingplicht voor de waterschapsbelastingen is geregeld in de belastingverordeningen van het waterschap. De desbetreffende bepalingen zijn veelal letterlijk overgenomen uit de formele belastingwetten. In een aantal gevallen is de belastingplicht daarmee niet geheel uitputtend geregeld. Bij de heffing van zijn belastingen heeft het waterschap in sommige gevallen dan ook de keuze uit een aantal potentiële belastingplichtigen waaraan een belastingaanslag kan worden opgelegd. Het waterschap heeft dan de vrijheid om, binnen de grenzen van de geldende bepalingen, een belastingplichtige aan te wijzen. Zo dient het waterschap bijvoorbeeld te besluiten aan wie een aanslag omslag gebouwd wordt opgelegd indien een echtpaar in gemeenschap van goederen is getrouwd, of aan welk lid van een huishouden een aanslag ingezetenenomslag of verontreinigingsheffing wordt opgelegd. Het waterschap heeft dus in bepaalde gevallen enige beleidsvrijheid bij het aanwijzen van belastingplichtigen. De belastingplichtige is dan degene op wiens naam de aanslag wordt gesteld.
Op grond van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (in het bijzonder het verbod op willekeur) mag het aanwijzen van belastingplichtigen niet willekeurig geschieden, maar dient hieraan een consistent beleid ten grondslag te liggen. Uit jurisprudentie blijkt dat een aanslag die willekeurig aan één van de potentiële belastingplichtigen is opgelegd vernietigbaar is.
Bovendien wordt in de jurisprudentie de eis gesteld dat het beleid op grond waarvan belastingplichtigen worden aangewezen tijdig kenbaar is voor belastingplichtigen. In dit verband zullen de beleidsregels overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter zake worden bekendgemaakt. Bekendmaking geschiedt door kennisgeving van de beleidsregel in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws-, of huis-aan-huisblad. De beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.