Overheidsorganisatie | Hoogheemraadschap van Rijnland |
---|---|
Officiële naam regeling | Besluit ondermandaten |
Citeertitel | Besluit ondermandaten Rijnland 2005 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur – waterschappen |
Regeling is gewijzigd op 17 april 2007. Nieuwe tekst B.5.1 lid 2
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 23-4-2007
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Witte Weekblad, 2005-03-23 Witte Weekblad, 2007-04-23
Onbekend.
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-04-2007 | 01-09-2014 | nieuwe regeling | 23-04-2007 Witte Weekblad, 2005-03-23 Witte weekblad, 2007-04-23 | 05.04155 - 07.12271 |
De secretaris - algemeen directeur van het hoogheemraadschap Rijnland;
Gezien het Mandaat- en volmachtbesluit Rijnland 2005, zoals vastgesteld door het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland d.d. 8 februari 2005;
Besluit:
ingaande 9 februari 2005 de navolgende ondermandaten te verlenen:
A. Algemene mandaten
A.1. Sector-directeuren
A.2. Afdelingshoofden
A.3. Team- en groepsleiders
A.4. Projectleiders
B. Specifieke mandaten
B.1.1. Hoofd Administratie en de afdeling Service
B.2.1. Hoofd Service
B.2.2. Hoofd Advies
B.3.1. Directeur Middelen
B.3.2. Hoofd Administratie
B.3.3. Hoofd Administratie
B.4.4. Hoofd Plantoetsing en Vergunningverlening
B.4.5. Hoofd Plantoetsing en Vergunningverlening
B.5.1. Hoofd Administratie en de afdeling Advies
B.5.2 Vervallen
Aan de sectordirecteuren zijn – voor zover betrekking hebbende op de sector dan wel het taakgebied van de sector - de volgende ondermandaten verleend:
1. Het voeren van correspondentie van beleidsgevoelige, beperkt beleidsgevoelige en niet-beleidsgevoelige aard voor zover deze naar zijn oordeel door hemzelf kan worden afgedaan.
2. Het voeren van correspondentie ter voorbereiding en uitvoering van besluiten van dijkgraaf en hoogheemraden of de Algemene Vergadering.
3. Het met inachtneming van de budgethoudersregeling geven van opdrachten, doen van bestellingen van goederen en diensten en het goedkeuren van facturen zonder bestelbon.
4. De verdeling van de aan de sector toegewezen werkruimten aan de onderscheiden afdelingen.
5. Ten aanzien van de medewerkers van de sector met inachtneming van de ter zake geldende regelingen uitvoering geven aan de navolgende artikelen van de SAW:
artikel 3.1.1.: het - met uitzondering van afdelingshoofden - aanstellen in tijdelijke en vaste dienst, indien en voor zover de formatie zulks toelaat
artikel 4.1.12: het toekennen en intrekken van een persoonlijke toelage
artikel 4.1.12a: het toekennen van een arbeidsmarkttoelage
artikel 5.2.6: het intrekken van vakantie en vergoeding van schade ten gevolge van die intrekking
artikel 7.1.5: het toekennen van schadevergoeding
artikel 7.1.8: het toekennen van extra verlof of een bijzondere beloning wegens buitengewone toewijding of bijzonder loffelijke vervulling van de betrekking
artikel 7.2.16: het opleggen van de verplichting te gaan of blijven wonen binnen een bepaald gebied
artikel 11.2.7: het intrekken van toegekende studiefaciliteiten
artikel 11.2.8: het vrijstellen van de verplichting tot terugbetaling van studiekosten
artikel 12.4.7: de toepassing van de hardheidsclausule in het kader van het keuzesysteem arbeidsvoorwaarden
artikel 12.4.8: bijzondere gevallen in het kader van het keuzesysteem arbeidsvoorwaarden.
6. Ten aanzien van de afdelingshoofden van de sector en de niet in een afdeling geplaatste medewerkers van de sector met inachtneming van de ter zake geldende regelingen uitvoering geven aan de navolgende artikelen van de SAW:
artikel 4.1.6: het bepalen van het salaris bij aanstelling
artikel 4.1.7: het vervroegen van het tijdstip waarop een periodieke verhoging van het salaris plaatsvindt
artikel 4.1.8: het toekennen van een extra salarisverhoging
artikel 4.1.9: het onthouden van een periodieke salarisverhoging
artikel 4.1.13: het toekennen van een vergoeding voor waarneming in een andere functie binnen de afdeling, waarvoor een hogere schaal geldt
artikel 4.1.12: het toekennen van verlof wegens het verricht hebben van overwerk
artikel 5.1.1: het vaststellen het rooster van werktijden
artikel 5.2.1: het verlenen van verlof
artikel 5.2.4: het vaststellen van de vakantieduur
artikel 5.2.5: het verlengen van de vakantieduur indien wegens dienstbelang het aaneengesloten deel van de vakantie moet worden opgenomen buiten de periode 1 mei tot 1 oktober
artikel 5.2.7: het in enig kalenderjaar opnemen van meer dan 150% van het voor dat jaar toekomende verlofuren
artikel 5.2.9: het verlenen van buitengewoon verlof
artikel 5.3.1: het verlenen, al dan niet met behoud van het genot van gehele of gedeeltelijke bezoldiging en al dan niet onder bepaalde nadere voorwaarden, van bijzonder verlof
artikel 5.3.1: het verminderen van de arbeidsduur
artikel 5.3.7: het verlenen van calamiteitenverlof
artikel 5.3.7: het verlenen van kraamverlof
artikel 5.3.9: het verlenen van kortdurend zorgverlof
artikel 5.3.10: het verlenen van ouderschapsverlof
artikel 5.4.1: het toekennen van seniorenverlof
artikel 7.1.2: het vaststellen van een personeelsbeoordeling
artikel 7.1.3: het toekennen van een tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer
artikel 7.1.4: het toekennen van een tegemoetkoming reis- en verblijfskosten ter zake van dienstreizen
artikel 7.1.6: het geven van toestemming voor gebruik eigen motorrijtuig
artikel 7.2.5: het geven van toestemming voor het verrichten van nevenwerkzaamheden
artikel 9.1.2: het verlenen van ontslag op eigen verzoek
artikel 9.1.3: het verlenen van ouderdomsontslag
artikel 9.1.10: het verlenen van ontslag bij FPU
artikel 11.2.1: het opleggen van de verplichting tot het volgen van een opleiding
artikel 11.2.2: het toekennen van studiefaciliteiten
artikel 12.4.4: de beslissing inzake individuele verzoeken en aanvragen in het kader van het keuzesysteem arbeidsvoorwaarden.
Aan de afdelingshoofden zijn – voor zover betrekking hebbende op de afdeling dan wel het taakgebied van de afdeling - de volgende ondermandaten verleend:
1. Het voeren van correspondentie van beperkt of niet beleidsgevoelige aard voor zover deze naar zijn oordeel door hemzelf kan worden afgedaan.
2. Het voeren van correspondentie ter voorbereiding of uitvoering van door dijkgraaf en hoogheemraden te nemen of genomen besluiten.
3. Het beantwoorden van enquêteformulieren.
4. De besluiten ten aanzien van de inrichting van de aan de afdeling toegewezen werkruimten en de aanwijzing van de werkplekken aan de individuele medewerkers.
5. Het met inachtneming van de budgethoudersregeling geven van opdrachten, doen van bestellingen van goederen en diensten en het goedkeuren van facturen zonder bestelbon.
6. Het met inachtneming van de ter zake geldende regelingen ten aanzien van de medewerkers van zijn afdeling uitvoering geven aan de onder A.1. sub 6 van dit register bedoelde artikelen van de SAW.
Aan de team- en groepsleiders zijn – voor zover betrekking hebbende op het team of de groep, het taakgebied van het team of de groep dan wel op basis van een door het afdelingshoofd verleend ondermandaat - de volgende ondermandaten verleend:
1. Het voeren van correspondentie van niet-beleidsgevoelige aard.
2. Het doen uitgaan van standaardbrieven, die als zodanig door het afdelingshoofd zijn aangemerkt.
3. Het met inachtneming van de ter zake geldende regelingen met de medewerkers van zijn team voeren van functioneringsgesprekken.
4. Het met inachtneming van de budgethoudersregeling geven van opdrachten, doen van bestellingen van goederen en diensten en het goedkeuren van facturen zonder bestelbon.
Aan de projectleiders zijn – voor zover betrekking hebbende op het project - de volgende ondermandaten verleend:
1. Het voeren van correspondentie van niet-beleidsgevoelige aard.
2. Het doen uitgaan van standaardbrieven, die als zodanig door de opdrachtgever zijn aangemerkt.
3. Het met inachtneming van de budgethoudersregeling geven van opdrachten, doen van bestellingen van goederen en diensten en het goedkeuren van facturen zonder bestelbon.
Aan het hoofd van de afdeling Administratie en de afdeling Service is het ondermandaat verleend om met inachtneming van de ter zake geldende regelingen uitvoering geven aan de navolgende hoofdstukken van de SAW:
1. hoofdstuk 6: ziekte
2. hoofdstuk 10: wachtgeld
3. hoofdstuk 12.1: verplaatsingskosten
Aan het hoofd van de afdeling Service zijn de volgende ondermandaten verleend:
1. Het nemen van besluiten over de uitleen van archiefstukken en kunstvoorwerpen.
2. Het nemen van besluiten tot het vernietigen van archiefstukken.
Aan het hoofd van de afdeling Advies is het ondermandaat verleend tot het nemen van besluiten over het inwinnen van extern juridisch advies alsmede het selecteren van de adviseurs.
Aan de directeur van de sector Middelen zijn de volgende ondermandaten verleend:
1. Het in overeenstemming met de portefeuillehouder aangaan van langgeldleningen tot een bedrag als aangegeven in de vastgestelde begroting van het hoogheemraadschap van het desbetreffende jaar.
2. Het aangaan van rekening-courantovereenkomsten tot een kredietlimiet als aangegeven in de vastgestelde begroting van Rijnland van het desbetreffende jaar.
3. Het uitlenen, beleggen of herbeleggen van kasgelden binnen de kaders, gesteld in het Treasury Statuut.
Aan het hoofd van de afdeling Administratie zijn de volgende ondermandaten verleend:
1. Het aantekenen van bezwaar tegen en/of akkoord gaan met door gemeenten afgegeven beschikkingen met betrekking tot de vastgestelde WOZ-waarde van Rijnlandse eigendommen (gebouwen, woningen en installaties).
2. Het bepalen van voorschotten en afrekeningen van kosten van wateronttrekkingen aan en waterlozingen op Rijnlands boezem.
3. Het bepalen van voorschotten en afrekeningen grensoverschrijdend afvalwater.
4. Het doen van aangiften omzetbelasting.
5. Het inschakelen en opschorten van de gerechtsdeurwaarder bij invorderingsmaatregelen.
Aan het hoofd van de afdeling Administratie zijn de volgende ondermandaten verleend:
1. De vaststelling van afrekening van subsidies aan derden.
2. Het goedkeuren van budgettaire regelingen binnen het totaalbudget van de taken watersysteembeheer en waterkwaliteitsbeheer voor zover het budget onvoorzien in de exploitatiebegroting niet wordt aangesproken en het niet ten koste gaat van (afgesproken) prestaties.
3. Het goedkeuren van verzoeken tot het inhuren van personeel binnen het in de exploitatiebegroting geraamde budget voor personeelskosten.
Aan het hoofd van de afdeling Handhaving zijn de volgende ondermandaten verleend:
1. De uitvoering van artikel 61 Waterschapswet juncto artikel 24 Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren juncto afdeling 5.3 en 5.4 Algemene wet bestuursrecht:
het toepassen van bestuursdwang, met uitzondering van het verlenen van een machtiging als bedoeld in artikel 2 van de Algemene wet op het binnentreden, om in een woning binnen te treden zonder toestemming van de bewoner
het opleggen van een last onder dwangsom
2. De uitvoering van artikel 61 Waterschapswet juncto de Keur van het hoogheemraadschap van Rijnland juncto de afdelingen 5.3 en 5.4 Algemene wet bestuursrecht:
het toepassen van bestuursdwang, met uitzondering van het verlenen van een machtiging als bedoeld in artikel 2 van de Algemene wet op het binnentreden, om in een woning binnen te treden zonder toestemming van de bewoner
het opleggen van een last onder dwangsom.
3. De uitvoering van artikel 18.12 en 18.14 Wet Milieubeheer juncto artikel 1 en artikel 24 Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren:
het geheel of gedeeltelijk intrekken van de WVO-vergunning als sanctie
het afwijzen van een verzoek tot toepassing van de hierboven genoemde bevoegdheid.
Aan het hoofd van de afdeling Plantoetsing en Vergunningverlening zijn – met de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat - de volgende ondermandaten verleend:
1. De uitvoering van de Wet op de Ruimtelijke Ordening:
artikel 4a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening: het (ambtelijk) vooroverleg over streekplannen;
artikel 10 Besluit op de Ruimtelijke Ordening juncto de artikelen 7 en 10 Wet op de Ruimtelijke Ordening: het vooroverleg over structuur- en bestemmingsplannen en het uitbrengen van de watertoets;
artikel 17 en 19 Wet op de Ruimtelijke Ordening: het indienen van bedenkingen en het maken van bezwaar in het kader van het verlenen van een tijdelijke vrijstelling resp. het verlenen van een vrijstelling van het bestemmingsplan.
2. De uitvoering van de Wet Milieubeheer:
artikel 4.17, lid 3: de voorbereiding van gemeentelijke milieubeleidsplannen;
artikel 4.23, lid 1: de voorbereiding van gemeentelijke rioleringsplannen;
hoofdstuk 7: het vooroverleg over en het indienen van bedenkingen ter zake van milieu-effectrapportages.
Aan het hoofd van de afdeling Plantoetsing en vergunningverlening zijn – met de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat - de volgende ondermandaten verleend:
1. De uitvoering van artikel 1 lid 1 t/m 5 juncto artikel 7 en 7a Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren:
het verlenen, wijzigen, intrekken en weigeren van een vergunning of melding naar aanleiding van verzoek omtrent het lozen van afvalstoffen.
2. De uitvoering van artikel 29 van de Keur van het hoogheemraadschap van Rijnland voor zover het betreft het verlenen, wijzigen, intrekken en weigeren van een ontheffing van de navolgende verbods- en gebodsbepalingen:
artikel 13: verbodbepalingen ter zake van wateren
artikel 23a: het opleggen van een meetplicht waterhoeveelheden aan degene die het water afvoert naar, aanvoert uit, loost in of onttrekt aan het oppervlaktewater
artikel 23a: vergunningplicht voor het afvoeren naar en lozen in oppervlaktewater van meer dan 500 m3 water per uur, alsmede voor het aanvoeren uit en onttrekken aan oppervlaktewater van meer dan 1000 m3 water per uur
artikel 23a: vergunningplicht om waterstand te brengen op een peil dat afwijkt van het bestaande vastgestelde peil
artikel 27: verbodsbepalingen ter zake van kunstwerken
artikel 28: verbodsbepalingen ter zake van vissen, varen of anderszins een vistuig te leggen of hebben binnen 50 meter van Rijnlands sluis of gemaal.
3. De uitvoering van de Aansluitverordening Rijnland:
artikel 2: het verlenen, weigeren, intrekken of wijzigen van een aansluitvergunning;
artikel 4: het opleggen van de verplichting aan een vergunninghouder om aanvullende gegevens te verstrekken ter bescherming van het belang waarvoor de aansluitvergunning is afgegeven;
artikel 6: het opleggen van nadere lozingseisen en lozingsvoorschriften aan een vergunninghouder, die moeten worden doorvertaald naar de aangeslotenen;
artikel 7: het opleggen van een onderzoeksverplichting aan een vergunninghouder naar de oorzaken van overschrijdingen van grens- en/of signaleringswaarden.
4. De uitvoering van de Verordening vaarverboden en vaargelden Rijnland:
het verlenen van een vaarvergunning voor de in dit artikel bedoelde wateren.
5. De uitvoering van artikel 8.19 Wet Milieubeheer:
het doen van een melding.
Aan het hoofd van de afdeling Administratie en de afdeling Advies zijn – met de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat - de volgende ondermandaten verleend:
1. De uitvoering van artikel 8.19 Wet Milieubeheer:
het doen van een melding.
2. Eigendommenbeheer:
het kopen, ruilen en vervreemden van onroerende goederen
het aangaan en verlenen, wijzigen en beëindigen van persoonlijke en zakelijk gebruik- en genotrechten;
het kwijtschelden van vorderingen wegens huur, pacht en gebruik van onroerende eigendommen van het hoogheemraadschap;
alles tot een bedrag van €100.000 per geval per jaar. Deze laatste beperking geldt niet voor de verkoop van de daartoe aangewezen dienstwoningen en overigens voor zover zonodig een passend krediet is verleend.
B.5.2. Vervallen
Leiden, 8 februari 2005