Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogheemraadschap van Rijnland

Delegatiebesluit Rijnland 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieHoogheemraadschap van Rijnland
Officiële naam regelingDelegatiebesluit Rijnland 2005
CiteertitelDelegatiebesluit Rijnland 2005
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur – waterschappen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Bevat regels over delegatie van bevoegdheden van de Algemene Vergadering aan het college van D&H.

Een regeling treedt pas in werking na bekendmaking.

De regeling werkt echter terug tot 1 januari 2005.

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Witte weekblad

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, afdeling 10.1.2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-03-200501-01-200523-12-2009nieuwe regeling

24-03-2005

Witte weekblad

Nr: 05.02246

Tekst van de regeling

De Algemene Vergadering van het hoogheemraadschap van Rijnland;

Gezien het voorstel van de voorbereidingscommissie d.d. 24 december 2004;

Gelet op afdeling 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht

Besluit;

vast te stellen het;

Delegatiebesluit Rijnland 2005

Inhoud

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Rijnland: het hoogheemraadschap van Rijnland;

  • b.

    Algemene Vergadering: het algemeen bestuur van Rijnland, bedoeld in artikel 8 van het Reglement;

  • c.

    college: het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland;

  • d.

    delegatie: het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander bestuursorgaan die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent.

Artikel 2 Delegatie door de Algemene Vergadering aan het college
  • 1. De Algemene Vergadering delegeert aan het college de bevoegdheid tot:

    • a.

      het aangaan van geldleningen tot een bedrag als aangegeven in de vastgestelde begroting van het hoogheemraadschap van het desbetreffende jaar;

    • b.

      het aangaan van rekening-courantovereenkomsten tot een kredietlimiet als aangegeven in de vastgestelde begroting van het hoogheemraadschap van het desbetreffende jaar;

    • c.

      het verlenen van vermindering of kwijtschelding aan hen die hebben aangenomen ten behoeve van het hoogheemraadschap iets te doen of te leveren voorzover een en ander een bedrag van € 25.000,-- niet te boven gaat;

    • d.

      het aangaan van, wijzigen en beëindigen van transacties en regelingen op het gebied van roerende zaken, vermogensrechten en persoonlijke rechten, waaronder begrepen; onderhoudscontracten, voor zover een en ander een bedrag van € 25.000,-- niet te boven gaat

    • e.

      het aanvaarden van schenkingen, erfstellingen en legaten onder het voorrecht van boedelbeschrijving.

  • 2. De Algemene Vergadering delegeert aan het college de bevoegdheid tot:

    • a.

      gehele of gedeeltelijke afschrijving van belasting als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Invorderingswet;

    • b.

      het toestaan van uitstel van betaling van belasting als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Invorderingswet.

  • 3. De Algemene Vergadering delegeert aan het college de bevoegdheid tot:

    • a.

      het kopen, ruilen, vervreemden of bezwaren van onroerende goederen, met dien verstande dat de delegatie bij koop of verkoop beperkt is tot een koopprijs van ten hoogste € 100.000,-;

    • b.

      het verkopen van aangewezen dienstwoningen;

    • c.

      het aangaan, wijzigen en beëindigen van verhuringen, verpachtingen en  ingebruik­gevingen, tot een maximumbedrag van € 25.000,--;

    • d.

      het kwijtschelden van vorderingen wegens huur, pacht en gebruik van onroerende eigendommen van het hoogheemraadschap;

    • e.

      het aangaan, wijzigen en beëindigen van jacht- en visovereenkomsten;

    • f.

      uitgifte, heruitgifte, verlenging of intrekking van rechten van opstal;

    • g.

      het vestigen van zakelijke rechten c.a. ten behoeve van in- en effluent­leidingen in beheer bij het hoogheemraadschap van Rijnland.

  • 4. De Algemene Vergadering delegeert aan het college de bevoegdheid tot:

    • a.

      het voeren van rechtsgedingen voor burgerlijke en administratieve gerechten, waaronder begrepen het instellen van hoger beroep en cassatie, het indienen van administratief bezwaar of het instellen administratief beroep, met inbegrip van procedures bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen;

    • b.

      het zich verweren tegen of berusten in tegen het hoogheemraadschap ingestelde rechtsgedingen voor burgerlijke en administratieve gerechten of uitspraken inzake administratief bezwaar of beroep, met inbegrip van procedures bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen;

    • c.

      het aangaan van dadingen en het sluiten van andere schriftelijke overeenkomsten, waarbij door tegemoetkoming van beide zijden een publiekrechtelijke, privaat­rechtelijke of strafrechtelijke procedure kan worden voorkomen of beëindigd.

  • 5. De Algemene Vergadering delegeert aan het college de bevoegdheid tot:

    • a.

      het bepalen van de plaatsen waar en de wijze waarop bekendmakingen, publicaties en af te kondigen stukken onder de aandacht van ingelanden en andere belanghebbenden worden gebracht;

    • b.

      het beslissen op aanvragen ingevolge de Wet openbaarheid van bestuur, gericht aan de Algemene Vergadering.

Artikel 3 Voorwaarden aan de uitvoering van gedelegeerde bevoegdheden
  • 1. Het college kan van de gedelegeerde bevoegdheden alleen dan gebruik maken, indien hiervoor in de door de Algemene Vergadering voor het desbetreffende jaar vastgestelde begroting voldoende financiële middelen beschikbaar zijn gesteld.

  • 2. Het college is gehouden, indien het voornemens is te berusten in belangrijke uitspraken of belangrijke dadingen te treffen, tevoren overleg te plegen met de Algemene Vergadering.

  • 3. Het college doet jaarlijks voor 1 juli schriftelijk verslag aan de Algemene Vergadering omtrent de wijze waarop in het voorgaande jaar van de in artikel 2 bedoelde bevoegdheden gebruik is gemaakt.

Artikel 4 Inwerkingtreding, intrekking eerdere delegatiebesluiten, citeertitel
  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2005;

  • 2. Met ingang van 1 januari 2005 worden de Delegatiebesluiten van de rechtsvoorgangers van het hoogheemraadschap van Rijnland ingetrokken, te weten:

    • a.

      de Delegatiebesluiten van de Verenigde Vergadering van het Waterschap De Oude Rijnstromen aan het College van Dijkgraaf en Heemraden van genoemd waterschap;

    • b.

      de Delegatiebesluiten van de Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap van Rijnland aan het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van genoemd hoogheemraadschap;

    • c.

      de Delegatiebesluiten van het College van hoofdingelanden van het Waterschap Groot-Haarlemmermeer aan het College van Dijkgraaf en Heemraden van genoemd waterschap;

    • d.

      het Delegatiebesluit van de Verenigde Vergadering van het Waterschap Wilck en Wiericke aan het College van Dijkgraaf en Heemraden van genoemd waterschap d.d. 29 november 2000.

  • 4. Dit besluit kan worden aangehaald als het “Delegatiebesluit Rijnland 2005”.

  • Leiden, 19 januari 2005