Organisatie | Gouda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Parkeerverordening 2010 |
Citeertitel | Parkeerverordening 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Verkeer, vervoer en waterstaat |
Geen
Uitvoeringsbesluit Bezoekerskaart 2010
Uitvoeringsbesluit Huurauto 2010
Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening en Verordening parkeerbelastingen 2010
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 09-12-2009 Goudse Post, 16-12-2009 | 9.1.1 |
vast te stellen de Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en verlening van vergunningen voor het parkeren 2010.
afdeling I – definities en begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig of brommobiel moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig of brommobiel dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet (Stb. 1994,475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig of brommobiel opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
afdeling II – plaatsen voor vergunninghouders, vergunningenen vergunningbewijzen
Een vergunning kan worden verleend aan:
de eigenaar of houder van een motorvoertuig of brommobiel wanneer deze een beroep of bedrijf uitoefent in een pand gelegen in een gebied waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn en deze aantoont dat het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is om in dat gebied een motorvoertuig te parkeren, te noemen bedrijfsvergunning;
de eigenaar of houder van een motorvoertuig of brommobiel, wanneer deze een beroep of bedrijf uitoefent in een pand gelegen buiten het gebied waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn en deze aantoont dat het motorvoertuig benodigd is voor het verrichten van dagelijks of bijna dagelijkse herstel-, onderhouds- of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden in het vergunningengebied en om die reden het motorvoertuig of brommobiel noodzakelijkerwijze in de onmiddellijke omgeving van de betreffende locatie moet worden geparkeerd, te noemen bedrijfsvoeringsvergunning;
de eigenaar of houder van een motorvoertuig of brommobiel wanneer deze een beroep of bedrijf uitoefent in een pand gelegen in een gebied waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn en deze aantoont dat het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is om in het gebied binnen de singels op zaterdag een motorvoertuig te parkeren, te noemen zaterdagvergunning.
Aan een vergunning en een bezoekerskaart kunnen zowel beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen als met betrekking tot de tijdstippen waarop de vergunning en de bezoekerskaart van kracht is. Aan de bezoekerskaart kunnen bovendien beperkingen worden gesteld aan de verkrijgbaarheid.
Burgemeester en wethouders kunnen aan een vergunning en een bezoekerskaart ook andere voorschriften en beperkingen verbinden. Deze voorschriften en beperkingen mogen alleen strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte. Aan een parkeervergunning Autodate kunnen burgemeester en wethouders voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik.
afdeling V – overgangs- en slotbepalingen
Met de opsporing van overtredingen van deze verordening zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren belast.