Organisatie | Geldrop-Mierlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Geldrop-Mierlo 2009 |
Citeertitel | Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Geldrop-Mierlo |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Wmo |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning, art. 5
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Geldrop-Mierlo 2009
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-01-2013 | 01-01-2013 | 01-01-2015 | Wijziging | 17-12-2012 Middenstandsbelangen, 02-01-2013 | GM 2012.0573 |
HOOFDSTUK 6 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel 14
Artikel 26 Algemene omschrijving. 14
Artikel 27 Algemene voorziening. 14
Artikel 28 Primaat van het collectief vervoer. 14
Artikel 29 Vormen van vervoersvoorziening in natura. 14
Artikel 30 Persoonsgebonden budget 14
Artikel 31 Financiële tegemoetkoming 14
HOOFDSTUK 9 Het verkrijgen van voorzieningen en het motiveren van besluiten. 18
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen.
In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:
Artikel 2. Voorwaarden en weigeringsgronden
Geen voorziening wordt toegekend:
indien een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze, dan wel krachtens de aan deze verordening voorafgaande verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Geldrop-Mierlo 2008 is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of versterkte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen.
HOOFDSTUK 2 Vorm van te verstrekken individuele voorzieningen.
Een individuele voorziening kan verstrekt worden in natura, als financiële tegemoetkoming en als persoonsgebonden budget. Conform bepalingen in de wet stelt het college vast in welke situaties de bij wet verplichte keuze tussen een voorziening in natura en een persoonsgebonden budget niet wordt geboden aan de hand van de in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Geldrop-Mierlo neergelegde criteria.
Artikel 4 Voorzieningen in natura.
Indien een voorziening in natura wordt verstrekt is de lease-overeenkomst, huurovereenkomst of dienstverleningsovereenkomst tussen de leverancier en/of de gemeente Geldrop-Mierlo en de aanvrager van toepassing.
Artikel 5 Financiële tegemoetkoming.
Bij verstrekking van een financiële tegemoetkoming worden de toepasselijke voorwaarden zoals genoemd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Geldrop-Mierlo in de beschikking opgenomen.
Artikel 6 Persoonsgebonden budget.
Op het persoonsgebonden budget zoals genoemd in artikel 6 van de wet, zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
de omvang van het persoonsgebonden budget is de tegenwaarde van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate te verstrekken voorziening in natura, indien nodig aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingkosten, zoals vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Geldrop-Mierlo;
2.De toekenning van het te verstrekken persoonsgebonden budget, de omvang en de looptijd ervan worden bij beschikking vastgesteld.
Het college gaat steekproefsgewijs na of het verstrekte persoonsgebonden budget besteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is. De budgethouder is verplicht de daarvoor noodzakelijke stukken, zoals genoemd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Geldrop-Mierlo, op verzoek van het college per omgaande te verstrekken.
HOOFDSTUK 3 Hulp bij het huishouden.
Artikel 8 Algemene omschrijving.
De door het college, ter compensatie van beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek bij het voeren van een huishouden, te verstrekken voorziening kan bestaan uit:
Artikel 9 Primaat van de algemene hulp bij het huishouden.
het zelf uitvoeren van een of meer huishoudelijke taken onmogelijk maken en de algemene hulp bij het huishouden dit snel en adequaat kan oplossen.
Het college weigert een voorziening als bedoeld in artikel 8 indien de aanvraag betrekking heeft op hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantiewoningen, recreatiewoningen, kamerverhuur en specifiek op gehandicapten en ouderen gerichte woongebouwen (AWBZ).
Artikel 13 Respijtvoorziening.
Indien er tijdelijk, doch maximaal drie weken aaneengesloten, geen ondersteuning door een mantelzorger geleverd kan worden, kan een persoon met beperkingen voor de in artikel 8 onder b. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht in de vorm van een respijtvoorziening.
HOOFDSTUK 4 Woonvoorzieningen.
Artikel 14 Type woonvoorzieningen.
De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het voeren van een huishouden, te verstrekken woonvoorziening kan bestaan uit:
Artikel 15 Primaat algemene woonvoorzieningen
Indien deze voorziening niet aanwezig is of niet tot een snelle en adequate oplossing leidt kan een persoon met beperkingen voor de in artikel 14, onder b.,c. en d. vermelde voorzieningen in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek een aanpassing aan de woning noodzakelijk maken.
Artikel 16 Soorten individuele woonvoorzieningen.
De in artikel 14 onder b., c. en d. genoemde voorzieningen kunnen bestaan uit:
Artikel 17 Primaat van de verhuizing.
Een persoon met beperkingen kan voor een voorziening als bedoeld in artikel 16, onder d. in aanmerking worden gebracht wanneer sprake is van een op basis van aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek aanwezige gedragsstoornis met ernstig ontremd gedrag tot gevolg, waarbij alleen het zich kunnen afzonderen kan leiden tot een situatie waarin deze persoon tot rust kan komen.
Artikel 18 Primaat van de losse woonunit.
Indien een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening bestaat uit een aanbouw aan, of een aanzienlijke verbouwing van, een woning die het eigendom is van een verhuurder, die niet bereid is de aangepaste woning blijvend ter beschikking te stellen aan personen die op basis van aantoonbare beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek behoefte hebben aan een dergelijke woning, kan het college een herplaatsbare losse woonunit verstrekken.
De aanvraag voor een woonvoorziening als bedoeld in dit hoofdstuk wordt geweigerd indien:
de aanvraag betrekking heeft op het treffen van voorzieningen aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantiewoningen, recreatiewoningen, kamerverhuur en specifiek op gehandicapten en ouderen gerichte woongebouwen (AWBZ) voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden.
de aanvrager voor het eerst zelfstandig gaat wonen, verhuisd is vanuit of naar een woonruimte die niet geschikt is het gehele jaar door bewoond te worden, verhuisd is naar een AWBZ- instelling of een andere instelling gericht op het verstrekken van zorg, of er in de verlaten woonruimte geen problemen met het normale gebruik van de woning zijn ondervonden;
Artikel 21 Terugbetaling bij verkoop.
De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een woonvoorziening heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 10 jaar na gereedmelding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De meerwaarde van de woning dient volgens het in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Geldrop-Mierlo door het college vastgelegde afschrijvingsschema te worden terugbetaald.
HOOFDSTUK 5. Verplaatsen in en rondom de woning
Artikel 22 Vormen van voorzieningen.
De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het verplaatsen in en om de woning te verstrekken voorziening kan bestaan uit:
Artikel 23 Incidenteel en dagelijks rolstoelgebruik.
Een persoon met beperkingen kan voor de in artikel 22, onder a. en b. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek meerdere malen per week zittend verplaatsen in en om de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of een andere wettelijke regeling geen adequate oplossing bieden.
HOOFDSTUK 6 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 26 Algemene omschrijving.
De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het zich lokaal verplaatsen te verstrekken voorziening kan bestaan uit:
Artikel 27 Algemene voorziening.
Een persoon met beperkingen kan voor de in artikel 26 onder a vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek:
Artikel 28 Primaat van het collectief vervoer.
Een persoon met beperkingen kan voor de in artikel 26 onder b. c. en d. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht wanneer aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek
Artikel 32 Algemeen gebruikelijke vervoersvoorziening.
Indien het inkomen van een ongehuwde persoon of het gezamenlijk inkomen van duurzaam samenwonende personen meer bedraagt dan 1,2 maal het norminkomen op bijstandsniveau voor een alleenstaande c.q. duurzaam samenwonende partners, wordt het bezit van een personenauto algemeen gebruikelijk geacht, zodat een auto of een met een auto vergelijkbare voorziening en de daarmee samenhangende gebruik- en onderhoudskosten niet in aanmerking komen voor verstrekking of vergoeding.
Artikel 33 Afstemming op behoefte.
Bij de te verstrekken vervoersvoorziening wordt ten aanzien van de vervoersbehoefte ten behoeve van maatschappelijke participatie uitsluitend rekening gehouden met de verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag, tenzij zich een uitzonderingssituatie voordoet waarbij het gaat om een bovenregionaal contact, dat uitsluitend door de aanvrager zelf bezocht kan worden, terwijl het bezoek voor de aanvrager noodzakelijk is om dreigende vereenzaming te voorkomen.
Wanneer gehuwden beide gehandicapt zijn en een vervoersvoorziening behoeven kan in het geval dat de behoeften van de gehuwden samenvallen, volstaan worden met een enkele voorziening. Vallen de behoeften niet samen, of slechts ten dele, dan kan tweemaal een vervoerskostenvergoeding worden verstrekt tot maximaal 1,5 maal het normbedrag.
HOOFDSTUK 7. Sportvoorzieningen
Artikel 34 Vorm van voorziening.
De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het sporten te verstrekken voorziening kan uitsluitend in de vorm van een financiële tegemoetkoming worden verstrekt. De aard en soort sportvoorzieningen worden nader geregeld in het besluit maatschappelijke ondersteuning.
Artikel 35 Voorwaarden sportvoorziening
Een persoon met beperkingen kan voor de in artikel 34 vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien:
HOOFDSTUK 8. Inkomensondersteunende voorzieningen
Artikel 37 Vorm van voorzieningen. Vervallen als gevolg van raadsbesluit d.d. 17 december 2012 (GM 2012.0573.
Artikel 38 Inkomensondersteunende voorzieningen
Vervallen als gevolg van raadsbesluit d.d. 17 december 2012 (GM 2012.0573.)
Vervallen als gevolg van raadsbesluit d.d. 17 december 2012 (GM 2012.0573).HOOFDSTUK 9. Het verkrijgen van voorzieningen en het motiveren van besluiten.
Artikel 42 Gebruik aanvraagformulier.
Een aanvraag dient te worden ingediend door middel van een door het college ter beschikking gesteld formulier.
Artikel 43 Relatie met de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.
De aanvraag dient te worden ingediend bij “Loket van A tot Z”, in welk loket zowel aanvragen voor voorzieningen inzake de wet alsook aanvragen zorg inzake de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten kunnen worden ingediend.
Artikel 45 Samenhangende afstemming.
Het college legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Geldrop-Mierlo regels vast omtrent de wijze waarop de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend wordt afgestemd op de situatie van de aanvrager.
Artikel 46 Wijzigingen in de situatie.
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Artikel 47 Intrekking van een voorziening.
3.Bij overlijden van de budgethouder eindigt het PGB op de dag gelegen na de dag waarop de budgethouder overlijdt.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 50 Gevallen waarin de verordening niet voorziet.
In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Geldrop-Mierlo geldende bedragen verhogen of verlagen.