Organisatie | Midden-Drenthe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | De verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone centrum Beilen 2011 |
Citeertitel | Verordening BI-zone centrum Beilen 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen en subsidies |
Het college van burgemeester en wethouders heeft op 21 december 2010 besloten dat de verordening op 1 januari 2011 in werking treedt
betreft 4e wijziging
art. 1 lid 1 en art. 7 lid 4 Experimentenwet Bedrijven Investeringszones
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-12-2014 | 01-01-2016 | 4e wijziging; art.8, betreft aanpassing tarief per 1 januari 2015 | 06-11-2014 Gemeenteblad 310283, d.d. 3 december 2015 | Onbekend | |
01-01-2014 | 04-12-2014 | 3e wijziging; betreft aanpassing tarief per 1 januari 2014 | 07-11-2013 De krant van Midden-Drenthe, gemeenteberichten d.d. 20 november 2013 | Onbekend | |
01-01-2013 | 01-01-2014 | 2e wijziging; betreft aanpassing tarief per 1 januari 2013 | 08-11-2012 De krant van Midden-Drenthe, gemeenteberichten d.d. 21 november 2012 | Onbekend |
Hoofdstuk 2. Belastingbepalingen
Artikel 3. Aard van de belasting
Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de BI-zone.
Artikel 4. Belastbaar feit en belastingplicht
Voor de toepassing van het tweede lid wordt:
gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld;
Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar niet in gebruik is, wordt de BIZ bijdrage geheven van degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Artikel 6. Maatstaf van heffing
De BIZ-bijdrage wordt geheven naar een vast bedrag per onroerende zaak.
In afwijking in zoverre van artikel 6 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten:
straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanig gebouwde eigendommen – niet zijnde gebouwen – welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri’s, hekken en palen;
Artikel 10. Termijnen van betaling
In afwijking van het tweede en derde lid moeten aanslagen, zolang en voor zover de totaal verschuldigde bedragen daarvan door middel van automatische incasso kunnen worden geïnd, worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand vermeld in de dagtekening van de aanslag maanden zijn, met dien verstande dat:
Hoofdstuk 3. Subsidiebepalingen
Op de subsidie op grond van deze verordening is de ‘Algemene subsidieverordening gemeente Midden-Drenthe’ niet van toepassing.