Organisatie | Capelle aan den IJssel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling Stadsregio Rotterdam |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling Stadsregio Rotterdam |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur en recht |
In artikel 56 van deze regeling is bepaald dat de regeling in werking treed op 19 maart 2010.
De bekendmaking van het besluit van de raad alsmede vindplaats daarvan zijn niet bekend.
Wet gemeenschappelijke regelingen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-03-2015 | Wijziging artikel 54, lid 2 bij raadsbesluit van 09-02-2015. | 09-02-2015 | 615810 | ||
19-03-2010 | 01-07-2015 | nieuwe regeling | 15-02-2010 Onbekend | Verzameling 2010, nummer 3 / a |
De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Capelle aan den IJssel elk voor zover het haar bevoegdheid betreft;
gelet op hoofdstuk XI van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
gelezen het voorstel van het de regioraad van de Stadsregio Rotterdam d.d. 16 december 2009;
de hierna volgende gewijzigde gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam vast te stellen:
Hoofdstuk 1: ALGEMENE BEPALINGEN
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
werkplan: een jaarlijks aan de begroting gerelateerd uitvoeringsprogramma.
Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van de gemeente, de stadsregio en in plaats van de hieronder genoemde bestuursorganen de daarachter genoemde bestuursorganen:
HOOFDSTUK 2 TAKEN, BELANGEN EN BEVOEGDHEDEN
De stadsregio heeft tot taak, met inachtneming van hetgeen bij wet en in deze regeling is bepaald, de bevordering van een evenwichtige ontwikkeling in het gebied. Zij houdt zich daartoe bezig met:
HOOFDSTUK 3 SPECIFIEKE BEVOEGDHEDEN
PARAGRAAF 3.1 RUIMTELIJKE ORDENING EN GRONDBELEID
Artikel 9 Uitvoeringscontracten
Het algemeen bestuur is bevoegd om uitvoeringscontracten af te sluiten in het kader van de ruimtelijke ontwikkeling en verstedelijking en deze te hanteren als kader bij de toepassing van de artikelen 10 tot en met 13.
Artikel 10 Locaties van regionaal belang
Voor de ontwikkeling van locaties van regionaal belang is het algemeen bestuur bevoegd tot het geven van voorschriften van ruimtelijke, organisatorische, programmatische en financiële aard.
Artikel 11 Voorschriften deelnemers
Het algemeen bestuur is ten aanzien van locaties van regionaal belang bevoegd voorschriften te geven met betrekking tot het door de deelnemers verwerven en uitgeven van gronden, de aanleg van voorzieningen van openbaar nut, het verhaal van de kosten, alsmede de mate waarin de financiële gevolgen worden verdeeld over de deelnemers.
Artikel 12 Stadsregionale verwerving en uitgave gronden
Het algemeen bestuur is bevoegd ten aanzien van locaties van regio-naal belang te bepalen dat de verwerving, inclusief de onteigening, en de uitgifte en ontwikkeling van gron-den, de aanleg van voorzieningen van openbaar nut, alsme-de het verhaal van de kosten daarvan, uitsluitend door of vanwege de stadsregio kan plaatsvinden.
In afwijking van het bepaalde in artikel 48, derde lid, kan het algemeen bestuur besluiten de kosten in verband met taken genoemd in het tweede lid te activeren, voorzover redelij-kerwijs valt aan te nemen dat deze kosten, vermeerderd met de bijgeschre-ven rente, zullen worden terugontvangen uit de uitgifte van gron-den en bijdragen.
Artikel 13 Bijdragen voor locaties van regionaal belang
Ten behoeve van het in het eerste lid genoemde verstrekken van bijdragen, is het algemeen bestuur bevoegd te bepalen dat de deelnemers verplicht zijn over de in hun gemeente begonnen of gerealiseerde woningen en woningequivalenten een door het algemeen bestuur vast te stellen bijdrage te betalen aan de stadsregio.
Artikel 21 Ontwikkelingsstrategie
Ter behartiging van de economische ontwikkeling van de stadsregio geeft het algemeen bestuur het beleid aan ter zake van de uitoefening van zijn bevoegdheden met betrekking tot bedrijventerreinen, kantoorlocaties en detailhandelsvoorzieningen die van regionaal belang zijn, daaronder mede begrepen zee- en luchthavens en de daarbij behorende bedrijfslocaties.
PARAGRAAF 3.8 BINDENDE ELEMENTEN EN PROCDURES
Artikel 22 Opname bindende elementen
In de plannen, programma's, richtlijnen, statuten en overige regelingen die in het kader van de sturende en ordenende taken en bevoegdheden door het algemeen bestuur worden vastgesteld, alsmede de besluiten die in dit kader door het algemeen bestuur worden genomen, kunnen voor gemeenten bindende elementen worden opgenomen.
Artikel 23 Bijzondere besluitvormingsprocedure
Voor alle regelingen die de deelnemers bindende elementen bevatten, stelt het dagelijks bestuur een ontwerp op, na ter zake overleg te hebben gevoerd met de colle-ges van burge-mees-ters en wethou-ders van de deel-ne-mers en met andere, daarvoor in aanmerking komende bestu-ren, instellin-gen, diensten en perso-nen, van welk overleg verslag wordt gedaan in een bijlage bij de ontwerp-regeling.
PARAGRAAF 4.1 ALGEMEEN BESTUUR
Het lidmaatschap van het algemeen bestuur is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar, door of vanwege het bestuur van de stadsregio aangesteld of daaraan ondergeschikt. Met ambtenaar worden voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld zij die in dienst van de stadsregio op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn.
Alle bevoegdheden in het kader van deze regeling, die niet aan een ander orgaan zijn opgedragen, behoren aan het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur kan, naar door deze te stellen regelen, het uitoefenen van deze bevoegdheden opdragen aan het dagelijks bestuur.
Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde vast voor zijn werkzaamheden.
Besluiten worden bij gewone meerderheid van stemmen genomen, tenzij bij deze regeling of bij wet anders is voorzien.
Artikel 32 Geven van inlichtingen
De raad die een lid in het algemeen bestuur heeft aangewezen, kan dit lid ontslaan, indien hij het vertrouwen van deze raad niet meer bezit. De artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in die artikelen in de plaats van wethouder lid van het algemeen bestuur komt.
PARAGRAAF 4.2 DAGELIJKS BESTUUR
Het dagelijks bestuur bestaat uit zes leden, te weten de voorzitter en vijf andere leden. Deze vijf andere leden worden door en uit het algemeen bestuur aangewezen. In ieder geval één van de door en uit het algemeen bestuur aan te wijzen leden is een lid dat Rotterdam vertegenwoordigt als lid van het algemeen bestuur.
Indien de aard van de opgave voor een bepaalde bestuursperiode of voor een bepaalde portefeuille daar aanleiding toe geeft kan het algemeen bestuur op voordracht van het dagelijks bestuur één extra lid aanwijzen. Dit lid kan in verband met de aard van de portefeuille aangewezen worden op grond van artikel 14 van de Wet. Een lid dat is aangewezen op grond van artikel 14 van de Wet heeft in het algemeen bestuur geen stem.
Een lid van het dagelijks bestuur kan door het algemeen bestuur worden ontslagen, indien dit lid het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit. Artikel 49 en 50 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing. Op het ontslagbesluit is artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
Op de vergadering, bedoeld in het vijfde lid, is het vierde lid niet van toepassing. Het dagelijks bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de eerste vergadering was belegd alleen beraadslagen en besluiten, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.
HOOFDSTUK 5 PORTEFEUILLEHOUDERSOVERLEG EN BEZWAARSCHRIFTENCOMMISSIE
In afwijking van artikel 38 vindt dit overleg plaats onder voorzitterschap van de gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland tot wiens portefeuille economie behoort. De portefeuillehouder van de stadsregio Rotterdam tot wiens portefeuille economie behoort is plaatsvervangend voorzitter. Aan dit overleg nemen een vertegenwoordiger van het ministerie van Economische Zaken en een vertegenwoordiger van de Kamer van Koophandel deel.
HOOFDSTUK 7 AMBTELIJK APPARAAT
Artikel 44 Ambtelijke voorbereiding
Het dagelijks bestuur kan deelnemers verzoeken om in aanvulling op het ambtelijk apparaat van de stadsregio gedurende een bepaalde periode of deel van de werktijd ambtelijke bijstand te verlenen. Het dagelijks bestuur regelt de voorwaar-den waaronder de hier bedoelde bijstand wordt verleend en sluit hiertoe een overeenkomst met de betrokken deelnemer.
HOOFDSTUK 10 FINANCI?LE BEPALINGEN
Artikel 48 Werkwijze en procedure
De ontwerpbegroting wordt uiterlijk acht weken voordat zij aan het algemeen bestuur wordt aange-boden toegezonden aan de raden van de deelnemers; artikel 190 van de Gemeentewet is van over-een-komstige toepassing. De raden van de deelnemers kunnen omtrent de ontwerpbegroting het dagelijks bestuur van hun gevoelen doen blijken. Het dagelijks bestuur voegt de commen-taren waarin dit gevoelen is vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Voor de verdeling over de deelnemers van de in het derde lid bedoelde bijdrage wordt uitgegaan van het in-wonertal op 1 januari van het jaar, voorafgaande aan dat, waarvoor de bijdrage is verschul-digd. Voor het vaststellen van de aantallen inwoners worden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde bevolkingscijfers aangehouden.
Terstond na de vaststelling wordt, met verwijzing naar het gestelde in artikel 35, vierde lid van de Wet, de begroting in afschrift toegezonden aan de raden van de deelnemers die het bedrag, dat in deze begroting voor de gemeente als bijdrage in de kosten van de stadsregio is geraamd, in hun begroting opnemen.
Artikel 50 Werkwijze en procedure
Van de rechtmatigheid en doelmatigheid van de baten en lasten van de stadsregio wordt door het dagelijks bestuur over het verstreken dienstjaar verantwoording afgelegd aan het algemeen bestuur onder overlegging van de door een ambtenaar, aangewezen bij de regels als bedoeld in artikel 47, overeenkomstig deze regels aangeboden rekening met de daarbij behorende bescheiden. Het dagelijks bestuur voegt daarbij een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door de op grond van de in artikel 47, tweede lid, genoemde regels aangewezen deskundige.