Organisatie | Woerden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van leges 2013 |
Citeertitel | Legesverordening Woerden 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Legesverordening 2012. Artikel 12 bevat een overgangsbepaling.
Art. 156 en 229 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 19-12-2012 Woerdense Courant 27 december 2012 | 2012/63 |
De raad van de gemeente Woerden,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 november 2012;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011, 440);
vast te stellen de "Verordening op de heffing en invordering van leges 2013"
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
a. Dag : de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag, voor zover het geen ‘dagdeel’ betreft, als een hele dag wordt aangemerkt;
b. Dagdeel : een periode van 5 uur, waarbij een dagdeel geldt voor de periode van 08.00 uur tot 13.00 uur en van 13.00 uur tot 18.00 uur respectievelijk tot 21.00 uur op de dag waarop krachtens de Winkelsluitingswet avondverkoop is toegestaan;
c. Week : een aaneengesloten periode van zeven dagen;
d. Maand : het tijdvak dat loopt van n dag in een kalendermaand tot en met n-1 dag in de volgende kalendermaand;
e. Jaar : het tijdvak dat loopt van n dag in een kalenderjaar tot en met n-1 dag in het volgende kalenderjaar;
f. Kalenderjaar : de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
a.het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
b.het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;één en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
1.De leges worden niet geheven voor:
a) diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
b)diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
c) het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);
d)stukken, welke ambtshalve ter voldoening aan wettelijke voorschriften moeten worden afgegeven;
e)de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, inhoudende beslissingen op verzoek om een subsidie uit de gemeentekas, dan wel een gemeentelijke uitkering;
f)de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, inhoudende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, met betrekking tot enige gemeentelijke functies of dienstverrichting jegens de gemeente;
g)bewijzen van in leven zijn, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon, bezoldiging, gages of soldij;
h)uitreiking of toezending van aan de raad uitgebrachte adviezen en gedane voorstellen en het raadsverslag, aan de redactie van plaatselijk verschijnende nieuwsbladen, tot maximaal 1 exemplaar per redactie;
i)uitreiking of toezending van aan de raad uitgebrachte adviezen en gedane voorstellen en het raadsverslag, aan plaatselijk in de raad vertegenwoordigde politieke partijen;
j)het afgeven van een bewijs van onvermogen.
k)voor non-profitorganisaties, waaronder begrepen serviceclubs, politieke partijen, verenigingen, maatschappelijke instellingen, die een liefdadig, sociaal-cultureel of maatschappelijk doel nastreven en die overwegend met vrijwilligers activiteiten organiseren overeenkomstig die doelstelling
2.Geen leges worden geheven voor het verrichten van diensten of activiteiten als bedoeld in de tarieventabel behorende bij de legesverordening voor zover de activiteit of dienst wordt verricht in opdracht van gemeentelijke ambtenaren en ten behoeve van de uitoefening van hun functie dan wel in opdracht van de gemeente als rechtspersoon zelf.
3.Lid 1 en 2 van dit artikel zijn niet van toepassing op titel 2, hoofdstuk 3 geheel van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
1.De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2.Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid van de Crisis- en herstelwet.
3.Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betalen
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
a.mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
b.schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien deze wijzigingen:
a. Van zuiver redactionele aard zijn;
b. Een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
1. onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand)
2. hoofdstuk 2 (reisdocumenten)
4. onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;
5. hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);
6. onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag)
één en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
1. De ‘legesverordening 2012’ en de bijbehorende tarieventabel, laatstelijk gewijzigd op 21december 2011, worden ingetrokken met ingang van de in het artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
3. De in artikel 10 van de Legesverordening gebaseerde regels van het college worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze verordening.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2012,
de griffier, de wnd voorzitter,
E.M. Geldorp drs J.B. Waaijer
Tarieventabel behorende bij de
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 5 Ontheffing route gevaarlijke stoffen
Hoofdstuk 7 Wet op de kansspelen
Hoofdstuk 9 Algemene Plaatselijke Verordening
Hoofdstuk 10 Verkeer en vervoer
Titel 2 Dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijving
Hoofdstuk 2 Haalbaarheidsverzoeken
Hoofdstuk 3 De omgevingsvergunning
Hoofdstuk 6 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde beschikkingen
Titel 3 Dienstverlening vallend onder de Europese Dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1 Drank en Horecawet
Leveringsvoorwaarden producten en
diensten Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard
Beperkingen in verband met materiële staat
Fotokopieën en scans worden vervaardigd onder voorbehoud van de materiële staat of vorm van de bescheiden. In sommige gevallen maakt het formaat dan wel de slechte materiële staat van de stukken fotokopiëren of scannen niet mogelijk.
Fotokopieën A4/A3: dezelfde dag (uitgezonderd grote hoeveelheden) bij contante betaling. Kopieën bouwtekeningen groter dan A3 kunnen worden opgestuurd, nadat contante betaling bij opdrachtverstrekking heeft plaatsgevonden. De levertijd bedraagt maximaal 10 werkdagen na ontvangst van de aanvraag.
De levering van scans en de behandeling van verzoeken om inlichtingen wordt eveneens binnen hooguit 10 werkdagen afgewikkeld; indien dit niet mogelijk is, wordt de aanvrager hierover geïnformeerd.
Voor alle opdrachten geldt dat de opdrachtgever verantwoordelijk is voor het juist en duidelijk aangeven van de productspecificaties (naam archief/collectie, archiefcode, inventarisnummer/ stamnummer, datum, folio/bladzijde, nummer/akte, formaat, bijzonderheden etc.
Het RHC is niet verantwoordelijk voor onjuist uitgevoerde opdrachten, die te wijten zijn aan onvolledige of onjuiste specificaties.
Bij het maken van scans van foto’s waarop auteursrecht berust, is de opdrachtgever zelf verantwoordelijk voor het verkrijgen van toestemming van de houder van het auteursrecht. Het RHC is niet aansprakelijk voor eventuele gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting.
Deze tarievenlijst en leveringsvoorwaarden treden in werking met ingang van 1 januari 2012 en maken deel uit van de legesverordening 2012.
Artikelgewijze toelichting op de verordening op de heffing en de invordering van de legesverordening 2013
De begripsomschrijvingen (artikel 1 van de verordening)
Om duidelijkheid te scheppen over de inhoud van een aantal in de tarieventabel voorkomende begrippen is daarvan een omschrijving opgenomen in artikel 1.
Het belastbaar feit (artikel 2 van de verordening)
De verordening kent zeer uiteenlopende diensten waarvoor leges worden geheven. Daarom is het niet mogelijk om in artikel 2 een algemene omschrijving van het belastbare feit op te nemen die betrekking heeft op alle in de heffing te betrekken diensten. Daarom is naast de in artikel 2 opgenomen algemene omschrijving van het belastbare feit voor iedere dienst afzonderlijk een verdere omschrijving van het belastbare feit in de tarieventabel opgenomen. Dat is dan ook de reden dat in artikel 2 wordt gesproken van ‘diensten, bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel’. Omdat ingevolge artikel 217 van de Gemeentewet het voorwerp der belasting en het tarief moeten zijn vermeld in de belastingverordening, mag er geen twijfel over bestaan dat de tarieventabel deel uitmaakt van de verordening. Vandaar dat de woorden ‘daarbij behorende’ zijn gebruikt. In de tarieventabel en in de bij de verordening en de tarieventabel behorende bijlagen wordt dit eveneens uitdrukkelijk aangegeven.
De belastingplicht (artikel 3 van de verordening)
Ingevolge artikel 217 van de Gemeentewet dient in de belastingverordening te worden vermeld wie de belastingplichtige is. Vanwege het uiteenlopende karakter van de verschillende diensten is gekozen voor een ruime omschrijving van de belastingplicht, om te voorkomen dat in bepaalde situaties geen belastingplichtige aangewezen zou kunnen worden.
De vrijstellingen (artikel 4 van de verordening)
Dit artikel geeft aan in welke gevallen er geen leges worden opgelegd. De vrijstelling geldt niet voor de tarieven die worden geheven conform hoofdstuk 3 van de legestabel (RHC).
De tarieven (artikel 5 van de verordening)
Tariefstelling en kostendekkendheid
Op 1 januari 1990 is in werking getreden de Wet van 3 juli 1989 (Stb. 1989, 302), tot wijziging van de gemeentewet op het stuk der belastingen (limitering leges en rechten). Deze wet had tot gevolg dat vanaf 1 januari 1990 een legesverordening niet werd goedgekeurd indien de geraamde baten van de leges uitgaan boven de geraamde gemeentelijke lasten ter zake.
Vanaf 1 januari 1994 mag de legesverordening maximaal kostendekkend zijn. Dit is geregeld in artikel 229b van de Gemeentewet. Zowel directe als indirecte kosten kunnen worden doorberekend. Directe kosten zijn kosten die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verrichte dienstverlening. Daarbij valt te denken aan directe loonkosten, directe kapitaallasten en directe materiële kosten. Indirecte kosten zijn kosten die niet rechtstreeks met de door de gemeente verleende diensten samenhangen. Voor zover deze in enig verband staan met de specifieke dienstverlening kunnen ook deze kosten worden doorberekend.
Voor de tarieven wordt in dit artikel verwezen naar de bij de verordening behorende tarieventabel die, zoals in de toelichting op artikel 2 reeds is opgemerkt, deel uitmaakt van de verordening.
In het tweede lid van dit artikel is een regeling opgenomen voor die diensten, waarbij als maatstaf van heffing het aantal uren, bladzijden en dergelijke is gehanteerd.
Door deze bepaling behoeft in de tarieventabel niet steeds te worden vermeld dat gedeelten van bijvoorbeeld uren of bladzijden voor een geheel uur of een gehele bladzijde zullen worden gerekend.
De wijze van heffing (artikel 6 van de verordening)
Ingevolge artikel 233 van de Gemeentewet kunnen gemeentelijke belastingen worden geheven bij wege van aanslag, bij wege van voldoening op aangifte of op andere wijze. In de belastingverordening zal moeten worden geregeld welke wijze van heffing geldt.
In de verordening is in beginsel gekozen voor de heffing op andere wijze, omdat deze wijze van heffing wordt gekenmerkt door een grote mate van vormvrijheid, hetgeen goed aansluit bij het karakter van de heffing van leges.
De termijnen van betaling (artikel 7 van de verordening)
Kan de aanvraag onmiddellijk in behandeling worden genomen, dan ligt het voor de hand dat de leges onmiddellijk worden betaald. Hierin voorziet het bepaalde in artikel 7 van de verordening. Indien de kennisgeving mondeling wordt gedaan dan dient er betaald te worden op het moment van het doen van de kennisgeving.
Wordt de kennisgeving toegezonden, dan wordt in artikel 7, onderdeel b, bepaald dat binnen 14 dagen na dagtekening betaald moet worden.
Kwijtschelding (artikel 8 van de verordening)
In de verordening is gekozen voor een bepaling die regelt dat in het geheel geen kwijtschelding van leges wordt verleend. Reden hiervan is dat het heffen van leges als een betaling voor een bepaalde prestatie van de gemeente is aan te merken. De gemeente verleent om die reden geen kwijtschelding van leges.
Teruggaaf (artikel 9 van de verordening)
Degene die ingevolge de belastingverordening aanspraak kan maken op een gehele of gedeeltelijke vrijstelling, vermindering, ontheffing of teruggaaf, kan binnen zes weken nadat de omstandigheid welke die aanspraak deed ontstaan, zich heeft voorgedaan een aanvraag tot het verkrijgen van vrijstelling, vermindering, ontheffing of teruggaaf indienen bij de invorderingsambtenaar.
De nadere regelgeving door het college van burgemeester en wethouders (artikel 10 van de verordening
Deze nadere regelgeving heeft betrekking op de regelgeving inzake zaken als aangifte, voorlopige aanslagen en invorderingsrente.
Leveringsvoorwaarden producten en
diensten Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard
Beperkingen in verband met materiële staat
Fotokopieën en scans worden vervaardigd onder voorbehoud van de materiële staat of vorm van de bescheiden. In sommige gevallen maakt het formaat dan wel de slechte materiële staat van de stukken fotokopiëren of scannen niet mogelijk.
Fotokopieën A4/A3: dezelfde dag (uitgezonderd grote hoeveelheden) bij contante betaling. Kopieën bouwtekeningen groter dan A3 kunnen worden opgestuurd, nadat contante betaling bij opdrachtverstrekking heeft plaatsgevonden. De levertijd bedraagt maximaal 10 werkdagen na ontvangst van de aanvraag.
De levering van scans en de behandeling van verzoeken om inlichtingen wordt eveneens binnen hooguit 10 werkdagen afgewikkeld; indien dit niet mogelijk is, wordt de aanvrager hierover geïnformeerd.
Voor alle opdrachten geldt dat de opdrachtgever verantwoordelijk is voor het juist en duidelijk aangeven van de productspecificaties (naam archief/collectie, archiefcode, inventarisnummer/ stamnummer, datum, folio/bladzijde, nummer/akte, formaat, bijzonderheden etc.
Het RHC is niet verantwoordelijk voor onjuist uitgevoerde opdrachten, die te wijten zijn aan onvolledige of onjuiste specificaties.
Bij het maken van scans van foto’s waarop auteursrecht berust, is de opdrachtgever zelf verantwoordelijk voor het verkrijgen van toestemming van de houder van het auteursrecht. Het RHC is niet aansprakelijk voor eventuele gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting.
Deze tarievenlijst en leveringsvoorwaarden treden in werking met ingang van 1 januari 2012 en maken deel uit van de legesverordening 2012.
Artikelgewijze toelichting op de verordening op de heffing en de invordering van de legesverordening 2013
De begripsomschrijvingen (artikel 1 van de verordening)
Om duidelijkheid te scheppen over de inhoud van een aantal in de tarieventabel voorkomende begrippen is daarvan een omschrijving opgenomen in artikel 1.
Het belastbaar feit (artikel 2 van de verordening)
De verordening kent zeer uiteenlopende diensten waarvoor leges worden geheven. Daarom is het niet mogelijk om in artikel 2 een algemene omschrijving van het belastbare feit op te nemen die betrekking heeft op alle in de heffing te betrekken diensten. Daarom is naast de in artikel 2 opgenomen algemene omschrijving van het belastbare feit voor iedere dienst afzonderlijk een verdere omschrijving van het belastbare feit in de tarieventabel opgenomen. Dat is dan ook de reden dat in artikel 2 wordt gesproken van ‘diensten, bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel’. Omdat ingevolge artikel 217 van de Gemeentewet het voorwerp der belasting en het tarief moeten zijn vermeld in de belastingverordening, mag er geen twijfel over bestaan dat de tarieventabel deel uitmaakt van de verordening. Vandaar dat de woorden ‘daarbij behorende’ zijn gebruikt. In de tarieventabel en in de bij de verordening en de tarieventabel behorende bijlagen wordt dit eveneens uitdrukkelijk aangegeven.
De belastingplicht (artikel 3 van de verordening)
Ingevolge artikel 217 van de Gemeentewet dient in de belastingverordening te worden vermeld wie de belastingplichtige is. Vanwege het uiteenlopende karakter van de verschillende diensten is gekozen voor een ruime omschrijving van de belastingplicht, om te voorkomen dat in bepaalde situaties geen belastingplichtige aangewezen zou kunnen worden.
De vrijstellingen (artikel 4 van de verordening)
Dit artikel geeft aan in welke gevallen er geen leges worden opgelegd. De vrijstelling geldt niet voor de tarieven die worden geheven conform hoofdstuk 3 van de legestabel (RHC).
De tarieven (artikel 5 van de verordening)
Tariefstelling en kostendekkendheid
Op 1 januari 1990 is in werking getreden de Wet van 3 juli 1989 (Stb. 1989, 302), tot wijziging van de gemeentewet op het stuk der belastingen (limitering leges en rechten). Deze wet had tot gevolg dat vanaf 1 januari 1990 een legesverordening niet werd goedgekeurd indien de geraamde baten van de leges uitgaan boven de geraamde gemeentelijke lasten ter zake.
Vanaf 1 januari 1994 mag de legesverordening maximaal kostendekkend zijn. Dit is geregeld in artikel 229b van de Gemeentewet. Zowel directe als indirecte kosten kunnen worden doorberekend. Directe kosten zijn kosten die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verrichte dienstverlening. Daarbij valt te denken aan directe loonkosten, directe kapitaallasten en directe materiële kosten. Indirecte kosten zijn kosten die niet rechtstreeks met de door de gemeente verleende diensten samenhangen. Voor zover deze in enig verband staan met de specifieke dienstverlening kunnen ook deze kosten worden doorberekend.
Voor de tarieven wordt in dit artikel verwezen naar de bij de verordening behorende tarieventabel die, zoals in de toelichting op artikel 2 reeds is opgemerkt, deel uitmaakt van de verordening.
In het tweede lid van dit artikel is een regeling opgenomen voor die diensten, waarbij als maatstaf van heffing het aantal uren, bladzijden en dergelijke is gehanteerd.
Door deze bepaling behoeft in de tarieventabel niet steeds te worden vermeld dat gedeelten van bijvoorbeeld uren of bladzijden voor een geheel uur of een gehele bladzijde zullen worden gerekend.
De wijze van heffing (artikel 6 van de verordening)
Ingevolge artikel 233 van de Gemeentewet kunnen gemeentelijke belastingen worden geheven bij wege van aanslag, bij wege van voldoening op aangifte of op andere wijze. In de belastingverordening zal moeten worden geregeld welke wijze van heffing geldt.
In de verordening is in beginsel gekozen voor de heffing op andere wijze, omdat deze wijze van heffing wordt gekenmerkt door een grote mate van vormvrijheid, hetgeen goed aansluit bij het karakter van de heffing van leges.
De termijnen van betaling (artikel 7 van de verordening)
Kan de aanvraag onmiddellijk in behandeling worden genomen, dan ligt het voor de hand dat de leges onmiddellijk worden betaald. Hierin voorziet het bepaalde in artikel 7 van de verordening. Indien de kennisgeving mondeling wordt gedaan dan dient er betaald te worden op het moment van het doen van de kennisgeving.
Wordt de kennisgeving toegezonden, dan wordt in artikel 7, onderdeel b, bepaald dat binnen 14 dagen na dagtekening betaald moet worden.
Kwijtschelding (artikel 8 van de verordening)
In de verordening is gekozen voor een bepaling die regelt dat in het geheel geen kwijtschelding van leges wordt verleend. Reden hiervan is dat het heffen van leges als een betaling voor een bepaalde prestatie van de gemeente is aan te merken. De gemeente verleent om die reden geen kwijtschelding van leges.
Teruggaaf (artikel 9 van de verordening)
Degene die ingevolge de belastingverordening aanspraak kan maken op een gehele of gedeeltelijke vrijstelling, vermindering, ontheffing of teruggaaf, kan binnen zes weken nadat de omstandigheid welke die aanspraak deed ontstaan, zich heeft voorgedaan een aanvraag tot het verkrijgen van vrijstelling, vermindering, ontheffing of teruggaaf indienen bij de invorderingsambtenaar.
De nadere regelgeving door het college van burgemeester en wethouders (artikel 10 van de verordening
Deze nadere regelgeving heeft betrekking op de regelgeving inzake zaken als aangifte, voorlopige aanslagen en invorderingsrente.