Paragraaf I. Algemene bepalingen.
Artikel 1 Instelling.
- 1.
Er is een vaste commissie ten behoeve van de raad, genaamd de
Rekenkamercommissie.
- 2.
De Rekenkamercommissie, is belast met de uitoefening van de
rekenkamerfunctie als bedoeld in artikel 81o van de Gemeentewet.
Artikel 2 Samenstelling.
- 1.
De Rekenkamercommissie bestaat uit tenminste zes leden, waarvan twee
niet-raadsleden.
- 2.
De raadsleden van de commissie worden aan het begin van een nieuwe
zittingsperiode van de raad door de raad uit zijn midden benoemd.
- 3.
De niet-raadsleden in de commissie worden door de raad benoemd voor
een periode van vier jaar die niet gelijk loopt met de
zittingsperiode van de raad en die door de raad met maximaal één
termijn van vier jaar kan worden verlengd. Bij tussentijdse
benoemingen treedt het nieuw benoemde lid, voor wat betreft
zittingsduur, in de plaats van zijn voorganger.
- 4.
De benoeming van raadsleden in de commissie geschiedt voor de
zittingsperiode gelijk aan die van de leden van de zittende raad.
Dit geldt eveneens voor tussentijdse benoemingen.
- 5.
Een commissielid kan tussentijds door de raad worden ontslagen.
- 6.
Hij die ophoudt lid van de raad te zijn kan geen lid meer van de
commissie zijn.
- 7.
Een commissielid kan te allen tijde ontslag nemen. Hij geeft daarvan
schriftelijk kennis aan de voorzitter van de raad.
- 8.
In tussentijds in de commissie opengevallen plaatsen wordt binnen
acht weken voorzien.
Artikel 3 Voorzitter.
De raad benoemt een van de twee niet-raadsleden in de commissie tot
voorzitter en wijst een tot lid van de commissie benoemd raadslid als
plaatsvervangend voorzitter aan.
Artikel 4 Secretariaat.
Het secretariaat van de commissie wordt verzorgd door de griffier of een
door deze aangewezen medewerker van de griffie.
Paragraaf II. Taak commissie.
Artikel 5 Taken commissie.
De commissie heeft de volgende taken:
- 1.
Onderzoek doen naar de jaarrekening. De commissie betrekt
daarbij de door of namens het college met de jaarrekening
verband houdende verstrekte bescheiden. Daaronder zijn in ieder
geval de volgende documenten begrepen: het gemeentelijk
jaarverslag en de jaarverslagen van de diensten met de daarbij
behorende accountantsrapporten en - verklaringen.
- 2.
Het onderzoek als bedoeld in het vorig lid richt zich op de
doelmatigheid en de rechtmatigheid van het door het
gemeentebestuur gevoerde bestuur.
- 3.
In aanvulling op de raadscommissie kan de commissie ook aspecten
van doeltreffendheid bij haar onderzoek betrekken.
- 4.
Onderzoek te doen naar en toe te zien op de adequate uitvoering
van het informatiebeveiligingsbeleid en de privacybescherming en
zondig aanbevelingen terzake te doen aan college en raad.
- 5.
Op verzoek van de raad of op eigen initiatief kan de commissie
onderzoek doen naar het gevoerde beleid ten aanzien van nader
door de raad aangegeven aangelegenheden of projecten, waarbij
gemeentefinanciën in het geding zijn.
- 6.
Aan de raad en/of aan het college gevraagd en ongevraagd advies
uitbrengen ten aanzien van de financiële administratieve
organisatie en het financiële beheer van de gemeente.
- 7.
Het vervullen van het opdrachtgeverschap van de door de raad
aangewezen externe accountant.
Artikel 6 Beleidsonderzoek.
- 1.
Indien op grond van het vijfde lid van het vorige artikel het
voornemen bestaat om een dergelijk onderzoek te starten stelt de
commissie eerst een onderzoeksplan vast.
- 2.
Dit onderzoeksplan wordt, vergezeld van een opgave van het daarvoor
benodigde budget en een dekkingsvoorstel, aan de raad aangeboden.
- 3.
In het onderzoeksplan staat aangegeven of er een hoorzitting wordt
gehouden.
- 4.
De commissie kan in het onderzoeksplan een ambtelijk onderzoeksteam,
waarin in elk geval de secretaris van de commissie zitting heeft,
belasten met een vooronderzoek.
Paragraaf III. Werkwijze commissie.
Artikel 7 Oproepen / vaststellen agenda.
- 1.
De vergaderingen van de commissie vinden plaats op basis van het
door de raad vastgestelde vergaderschema, waarin ook het
aanvangstijdstip is vermeld.
- 2.
De commissie vergadert daarnaast zo dikwijls als de voorzitter het
nodig oordeelt of het door tenminste twee leden schriftelijk met
opgave van redenen wordt gevraagd.
- 3.
De voorzitter bepaalt, in overleg met de secretaris van de
commissie, de voorlopige agenda van de vergadering.
- 4.
Deze voorlopige agenda wordt toegezonden aan de leden van de
commissie. De overige leden van de raad wordt eveneens een afschrift
van de voorlopige agenda toegezonden.
- 5.
De voorzitter draagt er zorg voor dat plaats, dag en uur van de
openbare vergadering alsmede een opgave van de te behandelen
agendapunten ter openbare kennis worden gebracht.
- 6.
De commissie stelt bij het begin van de vergadering de definitieve
agenda vast.
- 7.
Een onderwerp, waarvan behandeling blijkens schriftelijk verzoek met
opgave van redenen door tenminste twee leden van de commissie wordt
gevraagd, wordt door de voorzitter op de voorlopige agenda van de
eerstvolgende vergadering van de commissie geplaatst.
- 8.
In gevallen ter beoordeling van de voorzitter kan de commissie
schriftelijk worden geraadpleegd. Indien schriftelijke afdoening bij
een of meer leden op bezwaar stuit, geschiedt de behandeling van de
desbetreffende aangelegenheid in de eerstvolgende
commissievergadering.
Artikel 8 Bijwonen vergaderingen.
- 1.
De leden van de raad, die geen lid zijn van de commissie, kunnen de
vergadering van de commissie bijwonen. Zij mogen aan de
beraadslagingen deelnemen.
- 2.
De voorzitter van de commissie is bevoegd ambtenaren van de gemeente
en externe deskundigen tot het bijwonen van de vergadering uit te
nodigen voor het verstrekken van inlichtingen of het geven van
adviezen.
- 3.
Tot zodanige uitnodiging gaat de voorzitter tevens over indien
tenminste twee leden van de commissie daarom verzoeken.
Artikel 9 Openbaarheid vergaderingen.
- 1.
De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.
- 2.
Indien de voorzitter of tenminste twee leden van de commissie van
mening zijn dat openbaar of persoonlijke belangen door de
openbaarheid kunnen worden geschaad kunnen de deuren van de
vergadering worden gesloten. De commissie beslist vervolgens of met
gesloten deuren zal worden vergaderd.
Artikel 10 Quorum.
- 1.
De vergadering vindt geen doorgang indien blijkt dat niet meer dan
de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.
- 2.
In dat geval kan de voorzitter een nieuwe vergadering beleggen,
waarbij er slechts vierentwintig uur tussen het verzenden van de
kennisgeving en het aanvangsuur aanwezig behoeft te zijn.
- 3.
Die tweede vergadering vindt doorgang ongeacht het aantal opgekomen
leden.
- 4.
Aan de agenda van de tweede vergadering mogen geen nieuwe
agendapunten worden toegevoegd.
Artikel 11 Geheimhouding.
- 1.
Artikel 25 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
- 2.
Het opleggen van de voorlopige geheimhouding geschiedt door de
voorzitter.
Artikel 12 Insprekers.
- 1.
In geheel of gedeeltelijk openbare vergaderingen verleent de
voorzitter, nadat de commissie daartoe bij de vaststelling van de
agenda heeft besloten, telkens bij de aanvang van de behandeling van
een agendapunt, de rondvraag uitgezonderd, aan insprekers het woord
om over het aan de orde zijnde agendapunt hun mening te geven.
- 2.
De personen, die van deze mogelijkheid gebruik wensen te maken,
moeten daarvan tenminste een volle werkdag voor de aanvang van de
vergadering mededeling doen aan de voorzitter van de commissie onder
opgave van hun naam en adres en van het agendapunt of de
agendapunten, waaromtrent zij het woord verlangen.
- 3.
De voorzitter bepaalt de spreektijd alsook de volgorde van spreken,
indien meer dan een persoon ten aanzien van eenzelfde agendapunt het
woord wordt verleend.
- 4.
Degenen die op grond van het vorenstaande gerechtigd zijn hun mening
te geven of vragen te stellen moeten de daarbij door de voorzitter
in het belang van de vergaderorde gegeven aanwijzingen opvolgen. De
voorzitter kan hen het woord ontnemen. De leden van de commissie
zijn gerechtigd aan de insprekers toelichtende vragen te stellen
over hetgeen door dezen naar voren is gebracht. Hetgeen door de
insprekers naar voren wordt gebracht vormt echter geen punt van
discussie tussen hen en de leden van de commissie.
- 5.
In uitzonderlijke gevallen, ter beoordeling van de commissie, kan
ook zonder dat het onderwerp op de agenda staat en ook zonder dat
daarover vooraf een mededeling is gedaan, door de voorzitter het
woord aan insprekers worden verleend.
Artikel 13 Hoorzitting.
- 1.
Op initiatief van de voorzitter of tenminste een derde deel van het
aantal leden van de commissie kan een hoorzitting worden
uitgeschreven.
- 2.
De voorzitter regelt de orde tijdens de hoorzitting.
- 3.
Het horen van ambtenaren of externe deskundigen als bedoeld in
artikel 8, lid 2 van deze verordening kan de commissie opdragen aan
een ambtelijk onderzoeksteam, waarvan in elk geval de secretaris van
de commissie deel uitmaakt.
- 4.
Indien de commissie gebruik maakt van de in het vorige lid
beschreven bevoegdheid is de voorzitter van de commissie bij het
horen aanwezig indien de te horen persoon daarom verzoekt.
Artikel 14 Verslaglegging.
- 1.
Van ieder besproken onderwerp in een commissievergadering wordt,
onder de zorg van de secretaris van de commissie, een verslag
opgesteld.
- 2.
De griffier is verantwoordelijk voor de tijdigheid en de inhoud van
het verslag.
- 3.
Het verslag bevat een beknopte zakelijke weergave van het
besprokene.
- 4.
De commissie kan bij een afzonderlijk agendapunt besluiten dat een
meer uitgebreid verslag moet worden opgesteld.
- 5.
Het verslag vermeldt tevens de namen van de aan- en afwezige leden
van de commissie en van de overige aanwezigen ter vergadering.
- 6.
Het verslag wordt ter vaststelling opgenomen op de voorlopige agenda
voor de eerstkomende commissievergadering.
Artikel 15 Besluiten.
- 1.
De commissie neemt besluiten bij meerderheid van stemmen.
- 2.
Indien de stemmen staken beslist de stem van de voorzitter.
Artikel 16 Informatieverstrekking.
- 1.
Op verzoeken van de commissie om toezending van onder het college
berustende stukken dan wel van (aanvullende) schriftelijke
informatie neemt het college binnen drie weken een beslissing.
- 2.
Indien het college redenen aanwezig acht om van toezending van
documenten of verstrekking van informatie op grond van het vorige
lid af te zien, doet het daarvan mededeling aan de voorzitter van de
commissie.
- 3.
Voor het verkrijgen van mondelinge informatie kan de commissie leden
van het college uitnodigen om ter vergadering te verschijnen.
- 4.
Indien een lid van het college redenen aanwezig acht om niet op een
uitnodiging als bedoeld in het vorige lid in te gaan doet hij
daarvan schriftelijk mededeling aan de voorzitter van de commissie.
- 5.
Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing op
andere gemeentelijke bestuursorganen.
Paragraaf IV. Rapportage / advies.
Artikel 17 Rapportage over rekening.
- 1.
De commissie stelt, op grond van het gehouden onderzoek, een
raadsvoorstel op waarin de bevindingen van het onderzoek zijn
opgenomen en voorstellen worden gedaan.
- 2.
Het college wordt daarbij de gelegenheid geboden om schriftelijk te
reageren op de bevindingen en de voorstellen van de commissie. Deze
schriftelijke reactie maakt eveneens onderdeel uit van de
beraadslaging in de raad.
- 3.
De commissie legt het raadsvoorstel voor aan de raad.
Artikel 18 Rapportage over beleidsonderzoeken.
- 1.
De commissie legt de bevindingen van een gehouden onderzoek neer in
een ontwerprapport. Daarbij worden nog geen conclusies getrokken dan
wel aanbevelingen opgenomen.
- 2.
De commissie legt het ontwerprapport voor aan het college en stelt
deze in de gelegenheid daarop binnen een door haar te bepalen
redelijke termijn schriftelijk te reageren.
- 3.
Na ontvangst van de reactie van het college, respectievelijk bij
uitblijven van een reactie na afloop van de gestelde termijn stelt
de commissie een eindrapport op waarin tevens conclusies en, indien
daarvoor reden aanwezig is, aanbevelingen worden opgenomen.
- 4.
De commissie legt het eindrapport, voorzien van een ontwerpvoorstel
en ontwerpbesluit, voor aan de raad.
- 5.
De in dit artikel beschreven procedure geldt eveneens indien het
onderzoek betrekking heeft op een aangelegenheid of project van een
ander gemeentelijk bestuursorgaan.
Artikel 19 Toelichting tijdens raadsvergadering.
- 1.
Tijdens de raadsvergadering voert de voorzitter van de commissie,
namens de commissie, het woord.
- 2.
De commissie kan in een voorkomend geval een ander lid uit haar
midden aanwijzen om in de vergadering van de raad voorstellen of
adviezen van de commissie toe te lichten.
Paragraaf V. Slotbepalingen.
Artikel 20 Jaarverslag commissie.
De commissie stelt elk jaar voor 1 april een verslag op van haar
werkzaamheden over het voorgaande jaar.
Artikel 21 Uitleg verordening.
Bij twijfel over de betekenis of de toepassing van deze verordening en
in gevallen, waarin niet in deze verordening is voorzien, beslist de
voorzitter van de commissie.
Artikel 22 Tijdstip inwerkingtreding en citeertitel.
- 1.
Deze verordening treedt onmiddellijk na de bekendmaking ervan in
werking.
- 2.
Op het tijdstip als bedoeld in het eerste lid vervalt de
"Verordening op de Rekeningcommissie", zoals vastgesteld in de
raadsvergadering van 25 mei 1992 en nadien gewijzigd.
- 3.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de
Rekenkamercommissie 2002".