Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Uitvoeringsregeling Startersleningen Rotterdam

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsregeling Startersleningen Rotterdam
CiteertitelUitvoeringsregeling Startersleningen Rotterdam
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpGemeenteblad 2007-64

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Subsidieverordening Rotterdam 2005, artikel 4

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Subsidieverordening Rotterdam 2005

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-04-2007Geconsolideerde tekst

13-03-2007

Gemeenteblad 2007-64

Gelezen het voorstel van de directeur van de dienst dS+V van 13 maart 2007, dS+V; 07/1396

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregeling Startersleningen Rotterdam

 

 

Uitvoeringsregeling Startersleningen Rotterdam

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Gelezen het voorstel van de directeur van de dienst dS+V van 13 maart 2007, dS+V; 07/1396;

overwegende dat het noodzakelijk is uitvoeringsregels te stellen voor het verlenen van subsidies en financieringen aan starters op de woningmarkt;

gelet op artikel 4 van de Subsidieverordening Rotterdam 2005;

Besluit:

  • I.

    vast te stellen de hierna volgende Uitvoeringsregeling Startersleningen Rotterdam;

  • II.

    zich bij verstrekking van VROM (ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) Startersleningen te conformeren aan de door de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn) gehanteerde productspecificaties, uitvoeringsregels en procedures voor VROM Startersleningen;

  • III.

    tot financiering van het voor de verstrekking van VROM Startersleningen benodigde kapitaal tot een maximum van € 8,75 miljoen.

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: de ondertekenaar van een aanvraag tot verkrijging van een starterslening, met inbegrip van zijn of haar gehele huishouden. De aanvrager hoeft geen starter op de (koop)woningmarkt te zijn;

  • b.

    budget: het geld dat door de gemeente in de gemeentebegroting is gereserveerd voor startersleningen ten laste waarvan de kosten van de startersleningen worden gebracht;

  • c.

    budgetplafond: maximum van de totaal aan startersleningen uit te geven middelen, gebaseerd op het door de raad in de gemeentebegroting vastgestelde budget (begrotingspost) voor de startersleningen;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    gemeenterekening: de Gemeenterekening VROM Starterslening waarop de gemeente de voor de startersleningen benodigde gelden inbrengt en ten laste waarvan, op grond van haar deelnemingsovereenkomst en haar aanvullende overeenkomstmet SVn, het SVn de VROM Startersleningen namens de gemeente kan verstrekken;

  • f.

    huishouden: de ondertekenaar van de aanvraag en indien van toepassing de volwassen persoon die met de ondertekenaar op de ontvangstdatum van de aanvraag voor de starterslening een gezamenlijke huishouding voert of zal gaan voeren in de aan te kopen woning, niet zijnde een kind of een pleegkind;

  • g.

    middeldure koopwoning: een woning waarvan de kosten voor verkrijging in eigendom vallen binnen de prijsgrenzen voor middeldure koop zoals die jaarlijks per 1 juli door het college worden vastgesteld (op de peildatum 1 juli 2006 vastgesteld vanaf € 163.508 tot € 231.000);

  • h.

    maximale kosten voor verkrijging in eigendom of verwervingskosten: kosten waarvan zowel het maximum, als te betrekken kostenposten vastgelegd zijn in de normen van de Nationale HypotheekGarantie (NHG);

  • i.

    NHG: de Nationale HypotheekGarantie;

  • j.

    project: een nieuwbouwproject in de gemeente Rotterdam, waarvan (een deel van) de VON-prijzen van de koopwoningen binnen de prijsgrenzen liggen;

  • k.

    ontwikkelaar: de rechtspersoon die de woningen in het project te koop aanbiedt dan wel zijn rechtsopvolger in de verkoop;

  • l.

    revolverend fonds: het fonds op de gemeenterekening waaruit het college, op grond van zijn deelnemingsovereenkomst, gesloten d.d. 11 februari 1998, en de aanvullende overeenkomst met SVn, startersleningen kan toekennen en waarin de rente en de aflossingen over deze leningen worden teruggestort;

  • m.

    toewijzing: het ondertekende besluit waarmee het college aan het SVn te kennen geeft dat en onder welke financiële randvoorwaarden een starterslening aan de betreffende aanvrager dient te worden verstrekt;

  • n.

    starter: iedere koper van een nieuwe koopwoning die voldoet aan de vereisten van deze verordening;

  • o.

    starterslening: geldlening die voor een huishouden de financiële mogelijkheden vergroot om een eigen woning te kopen, omdat deze verstrekt wordt boven de maximale financieringsruimte bij het huishoudensinkomen volgens de normen van de Nationale HypotheekGarantie (NHG) en die verstrekt wordt onder de voorwaarden van de VROM Startersleningen, zoals die tussen SVn en het ministerie van VROM overeengekomen zijn;

  • p.

    SVn: stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten;

  • q.

    verstrekken: de ondertekening van de leningsovereenkomst en de daarmee samenhangende overboeking van het geleende geld;

  • r.

    VON-prijs: koopprijs van de woning inclusief overdrachtskosten, maar exclusief financieringskosten (Vrij Op Naam);

  • s.

    VROM-budget: het budget dat door VROM beschikbaar gesteld is voor VROM Startersleningen;

  • t.

    prijsgrenzen: de grenzen waartussen de VON-prijs van een woning moet liggen om in aanmerking te kunnen komen voor een Starterslening;

  • u.

    verwervingskostengrenzen: de grenzen waartussen de verwervingskosten zoals gedefinieerd volgens de meest actuele NHG-normen moeten liggen om in aanmerking te kunnen komen voor een starterslening. De verwervingskosten worden afzonderlijk vastgesteld met het "Vaststellingsbesluit verwervingskostengrenzen en prijsgrenzen bij Uitvoeringsregeling Startersleningen Rotterdam".

Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen

Artikel 2
  • 1.

    Het college opent een gemeenterekening bij het SVn welke rekening zal gaan functioneren als revolverend fonds. De gemeente stort het budget op die rekening en vult dit tijdig aan met op de kapitaalmarkt ten behoeve van de verstrekking van startersleningen geleende gelden, zodanig dat op de gemeenterekening altijd voldoende resterend budget aanwezig is om de kosten van de startersleningen uit te voldoen.

  • 2.

    De startersleningen worden namens het college door het SVn als VROM Startersleningen verstrekt na toewijzing door het college. Tevens verzorgt het SVn voor de gemeente de voorlichting, de contracten, de financiële bewaking en de administratie van de financieringen.

  • 3.

    De startersleningen worden in het belang van de volkshuisvesting en met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens deze regeling startersleningen ten laste van de gemeenterekening verstrekt.

  • 4.

    Tevens worden de kosten van de door de gemeente op de kapitaalmarkt aangetrokken leningen door de gemeente ten laste van de gemeenterekening gebracht.

Artikel 3

Het college is bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in deze regeling een starterslening toe te wijzen.

Artikel 4
  • 1.

    Om een woning in aanmerking te laten komen voor de verstrekking van een starterslening moet voor het project waar die woning toe behoort een overeenkomst startersleningen zijn afgesloten tussen de gemeente en de betreffende ontwikkelaar. In deze overeenkomst zal worden vastgelegd dat de ontwikkelaar voor een specifiek project zal bijdragen in de kosten van de starterslening en dat het college deze regeling in het project zal toepassen.

  • 2.

    Iedere ontwikkelaar krijgt de mogelijkheid om aan het college te verzoeken om voor zijn project(en) een overeenkomst startersleningen aan te gaan.

  • 3.

    Het college beoordeelt of het project bestaat uit middeldure koopwoningen en ook verder voldoet aan alle vereisten die krachtens deze regeling worden gesteld voor de verstrekking van startersleningen.

  • 4.

    Het college beoordeelt of er, behoudens het gestelde in lid 2 en 3, andere redenen aanwezig zijn om met de betreffende ontwikkelaar geen overeenkomst aan te gaan, zoals de kredietwaardigheid van de ontwikkelaar. Het college zal dit zo nodig motiveren.

  • 5.

    Als voldaan is aan het gestelde in lid 2 t/m 4 kan het college besluiten om voor het project een overeenkomst met de ontwikkelaar aan te gaan.

Artikel 5
  • 1.

    Uit het revolverend fonds kunnen slechts startersleningen worden toegewezen voor zover de maximaal geraamde kosten van die leningen het door het college jaarlijks vast te stellen budgetplafond niet overschrijden.

  • 2.

    Het budgetbeslag wordt per starterslening bepaald op basis van een door het college vastgesteld percentage van de starterslening.

  • 3.

    Aanpassing van het in het vorige lid genoemde kostprijspercentage door het college kan op ieder moment plaatsvinden vanwege wijziging in bijvoorbeeld de rentestand.

Hoofdstuk 3 Toepassingsbereik

Artikel 6

Deze regeling is uitsluitend van toepassing op leningaanvragen voor het verwerven van woningen die voldoen aan de criteria dat:

  • 1.

    de woning nieuw is gebouwd en niet eerder vast bewoond is geweest;

  • 2.

    de verwervingskosten van de woning liggen tussen de verwervingskostengrenzen en de woning een VON-prijs heeft die ligt binnen de vastgestelde prijsgrenzen;

  • 3.

    de woning verkocht wordt door de ontwikkelaar of door een andere partij die de verkopende rol van de ontwikkelaar heeft overgenomen;

  • 4.

    woning voor het overige voldoet aan alle krachtens deze uitvoeringsregeling daaraan gestelde voorwaarden.

Artikel 7

In aanvulling op het in artikel 6 gestelde is deze regeling uitsluitend van toepassing op leningaanvragen waarvoor de financiering voldoet aan de daaraan ter verkrijging van de NHG gestelde grenzen en voorwaarden. De financiering omvat zowel de hoofdlening (eerste hypotheek) als de starterslening (tweede hypotheek).

Hoofdstuk 4 Aanvraag en toewijzing van een starterslening

Artikel 8
  • 1.

    Indien een aanvrager in aanmerking wil komen voor een starterslening kan hij het college schriftelijk om een aanvraagformulier verzoeken.

  • 2.

    Op het in het eerste lid bedoelde formulier staat aangegeven welke gegevens verschaft en welke bescheiden bij de aanvraag gevoegd moeten worden alvorens de aanvraag in behandeling kan worden genomen.

  • 3.

    Aanvragen worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld.

  • 4.

    Het college wijst een aanvraag, als bedoeld in het eerste lid, schriftelijk en gemotiveerd af als de aanvraag, aanvrager of het huishouden niet voldoen aan het bij of krachtens de Subsidieverordening Rotterdam 2005 of deze uitvoeringsregeling bepaalde.

Artikel 9
  • 1.

    De hoogte van een starterslening bedraagt maximaal 20% van de maximale kosten voor verkrijging in eigendom, waarbij de maximale starterslening is bepaald door het gestelde in het eerste lid.

  • 2.

    Het college kan bij de toewijzing van een starterslening rekening houden met financiële steun die op grond van enige andere regeling is of kan worden toegekend.

Artikel 10
  • 1.

    Het college wijst de aanvraag in elk geval af:

    • a.

      voor zover door toewijzing het in artikel vijf bedoelde budget zou worden overschreden;

    • b.

      indien geen overeenkomst met een ontwikkelaar als bedoeld in artikel vier eerste lid is aangegaan.

  • 2.

    Het college kan de aanvraag afwijzen indien er geen VROM-budget voor beschikbaar is.

Artikel 11
  • 1.

    In het toewijzingsbesluit legt het college in elk geval vast:

  • a.

    de naam van het project, het bouwnummer en de maximale kosten voor verkrijging in eigendom;

  • b.

    het bedrag van de starterslening;

  • c.

    of er wel of niet sprake is van een bouwkrediet;

  • d.

    de termijn waarbinnen de aanvrager bij het SVn een offerte moet vragen voor de starterslening.

  • 2.

    Het college kan nadere voorschriften aan het toewijzingsbesluit verbinden.

  • 3.

    In het toewijzingsbesluit wordt vastgelegd dat te allen tijde de met VROM en SVn overeengekomen voorwaarden van kracht zijn als in artikel 12 beschreven.

Artikel 12
  • 1.

    Het college zendt SVn een afschrift van het toewijzingsbesluit toe.

  • 2.

    Op de lening zijn de door het SVn gehanteerde algemene voorwaarden van toepassing. SVn is gehouden pand of hypotheek te vragen tot zekerheidsstelling van de lening.

  • 3.

    De door het SVn met VROM opgestelde productspecificatie, uitvoeringsregels en procedures zijn op het sluiten van de lening bij voorrang van toepassing voor zover een VROM bijdrage beschikbaar is.

  • 4.

    De door het SVn opgestelde productspecificatie, uitvoeringsregels en procedures zijn op het sluiten van de lening van toepassing.

Hoofdstuk 5 Intrekken van de Starterslening

Artikel 13
  • 1.

    Het college kan een toewijzingsbesluit als bedoeld in artikel 11 geheel of gedeeltelijk intrekken als:

  • a.

    er niet is voldaan aan de bij of krachtens deze uitvoeringsregeling gestelde voorschriften en/of bepalingen;

  • b.

    de starterslening is toegekend of vastgesteld op grond van onjuiste gegevens.

  • 2.

    Het college trekt een toewijzingsbesluit in ieder geval in:

  • a.

    als de koopovereenkomst wordt ontbonden;

  • b.

    als de aanvrager niet binnen de door het college in artikel 11 lid 1 bepaalde termijn een offerte heeft aangevraagd bij het SVn dan wel niet binnen de in de offerte gestelde termijn de lening is aangegaan.

  • 3.

    Bij de intrekking kan het college in overleg met het SVn de starterslening direct opeisbaar maken, hetgeen kan resulteren in geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de hoofdsom van de starterslening vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment dat de starterslening is verstrekt.

Hoofdstuk 6 Aflossing van de Starterslening

Artikel 14
  • 1.

    Aflossingen worden verricht volgens het in de leningsovereenkomst met SVn bepaalde.

  • 2.

    Extra aflossing op de starterslening is altijd en zonder boete mogelijk.

  • 3.

    Bij verkoop van de woning wordt de restantschuld ineens en volledig afgelost.

Hoofdstuk 7 Hardheidsclausule, slot- en overgangsbepalingen

Artikel 15 Hardheidsclausule

Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze uitvoeringsregeling naar het oordeel van het college zou leiden tot een onredelijk besluit, kan het college afwijken van het bepaalde in deze regeling.

Artikel 16 Onvoorzien

In gevallen waarin deze uitvoeringsregeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze uitvoeringsregeling treedt in werking op de dag na publicatie daarvan in het gemeenteblad.

Artikel 18 Citeertitel

Deze uitvoeringsregeling kan worden aangehaald als "Uitvoeringsregeling Startersleningen Rotterdam".

Aldus vastgesteld in de vergadering van 13 maart 2007.

De secretaris, De burgemeester,

A.H.P. van Gils I.W. Opstelten

 

 

 

 

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 25 april 2007 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), Stadskantoor ingang Rodezand 18, begane grond.

(Zie ook: www.bds.rotterdam.nl – Gemeentebladen)