Organisatie | Pijnacker-Nootdorp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie 2012 |
Citeertitel | Beleidsregels tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie 2012 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regels komen per 30-08-2012 in de plaats van de Beleidsregels kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie 2008.
Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-08-2012 | 23-12-2017 | nieuwe regeling | 02-08-2012 Telstar, 29-08-2012 | 12INT02239 |
Het college van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen die in acht dienen te worden genomen bij aanvragen voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang als er sprake is van sociaal medische indicatie voor ouder of kind;
vast te stellen de Beleidsregels tegemoetkoming kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie 2012.
De begripsbepalingen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen zijn onverkort op deze beleidsregels van toepassing
Artikel 4. Vaststelling van de sociaal medische indicatie
Van het opvragen van sociaal medisch advies als bedoeld in lid 2 van dit artikel wordt afgezien, indien naar het oordeel van het college op basis van schriftelijk advies van een onafhankelijke deskundige als bedoeld in artikel 4 van dit artikel in voldoende mate is aangetoond dat sprake is van ernstige sociaal-medische problematiek die kinderopvang noodzakelijk maakt.
De herindicatie vindt plaats overeenkomstig de bepalingen van lid 2 en lid 3 van dit artikel.
Artikel 6. Hoogte van de tegemoetkoming
De hoogte van de tegemoetkoming wordt inkomensafhankelijk vastgesteld op basis van de kinderopvangtoeslagtabel van de Belastingdienst, rekening houdend met het inkomen van de ouder/verzorger en zijn (eventuele) partner.
Artikel 7. Wijze van afhandeling
De aanvraag voor een gemeentelijke bijdrage voor de kosten van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie t.b.v. personen behorende tot de in artikel 2 genoemde doelgroep wordt in behandeling genomen nadat de aanvrager een aanvraagformulier en een volledig ingevuld inlichtingenformulier Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen heeft overgelegd inclusief de benodigde bewijsstukken.
In omstandigheden waarbij de afwijzing van een aanvraag krachtens deze regels of de toepassing van bepalingen in deze regels tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden, kan het college ten gunste van de aanvrager van deze regels afwijken.
Vastgesteld in de vergadering van 2 augustus 2012
de secretaris, de burgemeester,
drs. J.P.R. Woudstra drs. F.H. Buddenberg
drs. J.P.R. Woudstra drs. F.H. Buddenberg
drs. J.P.R. Woudstra P.W.M.M. van Haagen, l.b.
Toelichting op Beleidsregels tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie 2012
Ouders die niet werken of waarvan één van de ouders niet werkt, kunnen geen aanspraak maken op de per wet geregelde kinderopvangtoeslag. Als er sprake is van sociaal medische problematiek binnen het gezin is het soms wenselijk om het kind toch een aantal dagdelen onder te brengen bij een kinderopvangcentrum of een gastouder. De tegemoetkoming die de gemeente verstrekte op grond van de Beleidsregels tegemoetkoming in de kosten van kindervang op grond van een sociaal medische indicatie (SMI) 2008 werd niet inkomensafhankelijk vastgesteld daar waar de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen dit wel doet. Met het gevolg dat de gemeente de kosten van kinderopvang ingeval van een sociaal medische indicatie voor 94% vergoedt ongeacht de hoogte van het inkomen van de aanvrager en/of zijn partner. De eigen bijdrage die gold voor iedere aanvrager bedroeg 6% en werd vastgesteld op grond van besparingskosten van luiers en voeding. In deze beleidsregels wordt de tegemoetkoming voor deze ouders vastgesteld conform de systematiek van de “kinderopvangtoeslag”. In de berekening van de tegemoetkoming wordt dan rekening gehouden met het inkomen van de aanvrager en de maximale uurprijs die mag worden afgenomen op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Daarmee sluit de gemeente aan bij de landelijke ontwikkelingen die de betaalbaarheid van de kinderopvang beoogt en oneigenlijk gebruik zoveel mogelijk wil tegengaan.
Deze beleidsregels voorzien in een lacune die is ontstaan als gevolg van het feit dat sinds 2005 de artikelen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen die op deze doelgroep betrekking hebben niet in werking zijn getreden. Het college heeft in 2008 voor het eerst beleidsregels vastgesteld voor kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie. Als basis hiervoor golden de toenmalige VNG- bepalingen. Dit raamwerk met uniforme, algemeen geldende bepalingen om aanvragen kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie in behandeling te nemen is voor zover mogelijk ook bij deze beleidsregels in stand gehouden.
Er is geen overgangsbepaling opgenomen omdat de bestaande rechten over maximaal 1 jaar aflopen.
2. Artikelsgewijze toelichting
Een ouder kan een vergoeding voor de kosten van kinderopvang ontvangen als vast staat dat het om sociaal-medische redenen noodzakelijk is dat (en in welke mate) gebruik wordt gemaakt van kinderopvang.
Artikel 4. Vaststelling van de sociaal medische indicatie
Met deze bepaling worden de VNG richtlijnen gevolgd. De gemeente kan slechts dan een voorziening aanbieden indien de aanvrager inwoner is van Pijnacker-Nootdorp. Van belang is dat de grondslag voor een sociaal-medische indicatie kan liggen bij zowel de ouder(s) als bij de inwonende kind(eren).
Artikel 5. Sociaal medisch advies
Deze bepaling dient als waarborg dat een indicatie advies is gebaseerd op het oordeel van een onafhankelijke deskundige. Voorts wordt aangegeven welke adviseurs als onafhankelijk worden aangemerkt. Huisartsen vallen hier niet onder.
Artikel 6. Hoogte van de tegemoetkoming
In de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen is geregeld dat ouders die aanspraak maken op een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang, een inkomensafhankelijke bijdrage betalen. Ouders/verzorgers met een inkomen op minimum niveau ontvangen een tegemoetkoming die vrijwel alle kosten dekt. Met betrekking tot de tegemoetkoming aan sociaal medisch geïndiceerde personen wordt de hoogte van de tegemoetkoming eveneens afgestemd op het inkomen van de aanvrager en de eventuele partner.
Er is geen maximum gesteld aan het aantal uren, wel wordt er rekening gehouden met opvangmogelijkheden binnen het eigen sociale netwerk. Er kan wellicht gebruik worden gemaakt van ouderschapsverlof van de werkende ouder of een familielid die een deel van de opvang doet. Verder geldt de wettelijke maximale uurprijs voor de diverse opvangsoorten. Indien de ouder(s)/verzorger(s) kiezen voor opvang die boven deze uurprijs ligt, dan komt het meerdere voor rekening van de ouder(s)/verzorger(s).
Artikel 7. Wijze van afhandeling
Om te garanderen dat aanvragen correct en tijdig worden afgehandeld is er voor gekozen om dit proces op te nemen in de regeling. Bij het aanvragen van deze voorziening wordt ook de eigen verantwoordelijkheid van de ouder aangesproken. Derhalve is het belangrijk dat ook deze verantwoordelijkheden worden benoemd. Een aanvraag kan in beginsel niet met terugwerkende kracht worden ingediend. Bij eventuele toekenning wordt de tegemoetkoming verstrekt vanaf de 1e dag van de maand waarop de kinderopvang ingaat. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de betalingsvoorwaarden/werkwijze van de kinderopvangbedrijven.