Organisatie | Nijkerk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening adviescommissie bezwaarschriften tegen raadsbesluiten gemeente Nijkerk 2004 |
Citeertitel | Verordening adviescommissie bezwaarschriften raad Nijkerk 2004 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-12-2012 | 18-07-2018 | art. 1, 4, 7, 17, 19, toelichting | 29-11-2012 De Stad Nijkerk, 19-12-2012 | 2012-092 | |
23-12-2004 | 20-12-2012 | art. 3, 4 en 13 | 16-12-2004 De Stad Nijkerk, 22-12-2004 | rvs. 2004-085 | |
03-11-2004 | 23-12-2004 | nieuwe regeling | 03-04-2004 De Stad Nijkerk, 10-3-2004 | rvs. 2004-016/1 |
Artikel 7 uitoefening wettelijke bevoegdheden
De commissie is voor de advisering over bezwaarschriften bevoegd namens de raad de bevoegdheden volgens de onderstaande artikelen van de wet uit te oefenen:
Artikel 13 aanwezige leden tijdens een zitting
Bij een zitting bedoeld in artikel 12 zijn drie leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger aanwezig.
Artikel 14 niet-deelneming aan de behandeling
De leden nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift in de commissie, als hun onpartijdigheid daarbij in het geding kan zijn.
In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn onder andere regels gesteld ten aanzien van de behandeling van bezwaar- en beroepschriften. Hiermee is een duidelijke systematiek in de opbouw van de rechtsbescherming in Nederland tot stand gebracht.
Op grond van artikel 8:1 van de Awb kan een belanghebbende tegen een besluit beroep instellen bij de rechtbank. Alvorens beroep kan worden ingesteld moet een belanghebbende, behoudens een aantal met name genoemde uitzonderingen, eerst tegen een besluit bezwaar aantekenen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen (artikel 7:1 Awb). Tot slot staat tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep open bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Ten behoeve van de behandeling van bezwaarschriften tegen besluiten van de raad zijn in het kader van de Awb regels opgesteld. In de regeling is met name de instelling, samenstelling en werkwijze van de gemeentelijke commissie voor de advisering over bezwaarschriften geregeld.
De commissie is onder andere belast met het horen van belanghebbenden, de raad en de indiener van het raadsvoorstel in het kader van een tegen een besluit van de raad ingediend bezwaar. De commissie adviseert vervolgens de raad ten aanzien van de beslissing, die op het bezwaar moet worden genomen.
Hieronder zal een korte artikelsgewijze toelichting op de verordening worden gegeven. Met name wordt aandacht geschonken aan de in verschillende artikelen opgenomen verwijzingen naar de Awb.
De verwijzing naar de Algemene wet bestuursrecht is uitgebreid geformuleerd om hierbij een zo duidelijk mogelijke en eenduidige basis voor deze regeling te hebben. Hiermee wordt voorkomen dat na die datum in werking tredende wijzigingen onbedoeld van toepassing worden op deze regeling.
Artikel 2 instelling commissie
In artikel 1:5 van de Awb wordt bepaald wat verstaan wordt onder het maken van bezwaar.
Het maken van bezwaar is hierbij; “het gebruik maken van de ingevolge een wettelijk voorschrift bestaande bevoegdheid, voorziening tegen een besluit te vragen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen.”
Voor de advisering over bezwaren in het kader van personeelsaangelegenheden geldt dat hiervoor een aparte regeling van toepassing is, waarvoor een aparte adviescommissie in het leven wordt geroepen bestaande uit een vertegenwoordiging van werkgevers- en werknemerszijde en een onafhankelijk voorzitter.
Artikel 3 samenstelling van de commissie
De bepalingen in dit artikel zijn zodanig geformuleerd dat de commissie voldoet aan de minimumvereisten zoals genoemd in artikel 7:13 van de Awb. In artikel 7:13 Awb is bepaald dat de commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden. Verder schrijft artikel 7:13 Awb voor dat de voorzitter van de commissie geen deel uit maakt van of is werkzaam onder de verantwoordelijkheid van het gemeentelijk bestuursorgaan.
Artikel 5 secretaris van de commissie
Door vast te leggen dat de (ambtelijk) secretaris niet betrokken is bij de voorbereiding van het bestreden besluit wordt ook van deze zijde de onafhankelijkheid van de commissie zoveel als mogelijk gewaarborgd.
Om een eenduidige behandeling van bezwaarschriften te garanderen, komen de bezwaarschriften op één plek binnen en worden zij centraal geregistreerd. Hierbij wordt getoetst of het bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk dan wel kennelijk ongegrond is. Voor de eerste categorie valt te denken aan termijnoverschrijdingen en bezwaarschriften van personen of instellingen, die zondermeer buiten de categorie van direct belanghebbenden vallen. Bij kennelijk ongegrond valt te denken aan bezwaren tegen privaatrechtelijke beslissingen. In deze gevallen wordt het bezwaarschrift niet voorgelegd aan de commissie maar wordt door de griffier in overleg met de secretaris van de commissie rechtstreeks een advies aan de raad uitgebracht. Achterliggende gedachte is om de behandeling van de bezwaarschriften zo efficiënt mogelijk te laten verlopen.
Mede op basis van de reactie van de indiener zal in dat geval een (rechtstreeks) advies worden uitgebracht.
Naast de belanghebbenden en de raad wordt ook de indiener van het raadsvoorstel uitgenodigd voor de hoorzitting. Dit kan het college van burgemeester en wethouders zijn, maar bijvoorbeeld ook een commissie uit de raad of een raadslid. Reden hiervoor is, dat de indiener van het raadsvoorstel bekend is met de achterliggende motivering van het voorstel en bovendien ook het voorstel voor de beslissing op het bezwaarschrift dient voor te bereiden.
Het ligt voor de hand om als vertegenwoordiger van de raad de voorzitter van de commissie, waarin het oorspronkelijke voorstel is besproken, aan te wijzen.
Artikel 9 uitoefening wettelijke bevoegdheden
Voor een praktische uitvoering van taken door de commissie is de commissie bevoegd namens de raad een aantal taken uit te oefenen.
In artikel 2:1, tweede lid van de Awb is geregeld dat het bestuursorgaan van een gemachtigde een schriftelijke machtiging kan verlangen.
In artikel 6:6 Awb is geregeld dat de indiener in de gelegenheid wordt gesteld een verzuim ten aanzien van artikel 6:5 Awb of enig ander wettelijk voorschrift binnen een nader te stellen termijn te herstellen. Pas na het verstrijken van deze termijn kan het bezwaar niet-ontvankelijk worden verklaard. In artikel 6:5 Awb is geregeld dat het bezwaarschrift ondertekend dient te zijn, de naam en het adres van de indiener en een dagtekening dient te bevatten, alsmede een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar.
De artikelen 7:4, lid 2 en 7:18, lid 2 Awb hebben betrekking op de ter inzagelegging voor belanghebbenden van het bezwaarschrift en alle verdere op de zaak betrekking hebbende stukken gedurende tenminste een week voorafgaande aan de hoorzitting.
De artikelen 7:6, lid 4, 7:18, lid 6 en 7:20, lid 4 Awb hebben betrekking op besluiten tot eventuele geheimhouding van stukken of het verhandelde tijdens het afzonderlijk horen van belanghebbenden.
De artikelen 7:3 en 7:17 van de Awb hebben betrekking op de mogelijkheid om af te zien van het houden van een hoorzitting. Redenen hiervoor kunnen zijn: als het bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk is, kennelijk ongegrond is, de belanghebbenden hebben verklaard geen gebruik te willen maken van het recht om te worden gehoord, of aan het bezwaar volledig tegemoet kan worden gekomen zonder dat andere belanghebbenden daardoor in hun belangen kunnen worden geschaad. Wanneer zich één van deze omstandigheden voordoet, ligt het in de rede om naast het bestuursorgaan de commissie de bevoegdheid te geven af te zien van het houden van een hoorzitting.
In de artikelen 7:7 en 7:21 van de Awb is slechts opgenomen dat van de hoorzitting een verslag wordt gemaakt. In dit artikel van de verordening zijn daarop aanvullende elementen opgenomen waaraan het verslag van de hoorzitting dient te voldoen.
Hiermee wordt geregeld dat alle bij het bezwaar betrokkenen kennis kunnen nemen van de nader verkregen informatie. Mocht deze informatie voor één van de betrokkenen aanleiding geven voor een nieuwe hoorzitting dan kan hij de commissie daarom verzoeken.
Artikel 19 uitbrengen van het advies
Om de behandeling van het bezwaarschrift te bespoedigen voegt de commissie zo mogelijk een ontwerpbeslissing bij haar advies. Dit kan in ieder geval wanneer de commissie het advies geeft om het bezwaar ongegrond of niet-ontvankelijk te verklaren.
Op basis van het advies van de commissie wordt een voorstel aan de raad voorbereid tot heroverweging van het besluit en beslissing op het bezwaarschrift. Er is voor gekozen deze taak in de regel op te dragen aan de indieners van het raadsvoorstel dat tot het bestreden besluit heeft geleid. Dat is vaak het college, maar soms ook een raadscommissie, agendacommissie of fractievoorzittersoverleg. De raad kan voor een andere voorbereidingsprocedure kiezen.