Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Nijkerk

Verordening adviescommissie bezwaarschriften tegen raadsbesluiten gemeente Nijkerk 2004

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Nijkerk
Officiële naam regelingVerordening adviescommissie bezwaarschriften tegen raadsbesluiten gemeente Nijkerk 2004
CiteertitelVerordening adviescommissie bezwaarschriften raad Nijkerk 2004
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 84

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  • 1.

    Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-12-200420-12-2012art. 3, 4 en 13

16-12-2004

De Stad Nijkerk, 22-12-2004

rvs. 2004-085
03-11-200423-12-2004nieuwe regeling

03-04-2004

De Stad Nijkerk, 10-3-2004

rvs. 2004-016/1

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening adviescommissie bezwaarschriften tegen raadsbesluiten gemeente Nijkerk 2004

(geconsolideerde versie, geldend vanaf 23 december 2004.)

De raad van de gemeente Nijkerk;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 84 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de Verordening adviescommissie bezwaarschriften tegen raadsbesluiten gemeente Nijkerk 2004.

Artikel 1 begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: de commissie voor de advisering over bezwaarschriften;

  • b.

    indiener: degene die een bezwaarschrift heeft ingediend bij de raad;

  • c.

    bezwaarschrift: elk geschrift, waarmee bezwaar wordt gemaakt in het kader van de Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht (Stb. 1999, 214).

AFDELING 1 DE COMMISSIE

Artikel 2 instelling commissie

  • 1. Er is een commissie voor het uitbrengen van advies voor de voorbereiding van beslissingen op gemaakte bezwaren als bedoeld in artikel 1:5 van de wet tegen besluiten van de raad

  • 2. De in lid 1 bedoelde commissie brengt geen advies uit over besluiten op het gebied van personeelsaangelegenheden.

Artikel 3 samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit maximaal zes leden, waaronder de voorzitter.

  • 2. De leden maken geen deel uit van een gemeentelijk bestuursorgaan van de gemeente Nijkerk en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan van de gemeente Nijkerk.

  • 3. De voorzitter en de leden worden benoemd, geschorst en ontslagen door de raad.

  • 4. Uit de leden benoemt de voorzitter twee plaatsvervangende voorzitters.

Artikel 4 zittingsduur van de commissie

  • 1. De voorzitter en de leden worden benoemd voor een periode van 5 jaar.

  • 2. De voorzitter of een lid kan maximaal één maal herbenoemd worden.

  • 3. De voorzitter en de leden kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 4. De aftredende leden blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

Artikel 5 secretaris van de commissie

  • 1. In overleg tussen de raad en het college van burgemeester en wethouders worden ambtenaren aangewezen als secretaris en plaatsvervangend secretaris van de commissie.

  • 2. De secretaris mag niet betrokken zijn geweest bij de voorbereiding van het bestreden besluit.

AFDELING 2 BEVOEGDHEDEN

Artikel 6 registratie

  • 1. Bezwaarschriften worden centraal geregistreerd en getoetst door de griffier in overleg met de secretaris van de commissie.

  • 2. Bezwaarschriften worden ter advisering aan de commissie voorgelegd tenzij het bevoegde bestuursorgaan concludeert dat:

    • a.

      het bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk is of

    • b.

      het bezwaarschrift kennelijk ongegrond is of

    • c.

      aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad.

Artikel 7 uitoefening wettelijke bevoegdheden

De commissie is voor de advisering over bezwaarschriften bevoegd namens de raad de bevoegdheden volgens de onderstaande artikelen van de wet uit te oefenen:

  • a.

    Artikel 2:1, tweede lid (verlangen van een schriftelijke machtiging);

  • b.

    Artikel 6:6, voor wat betreft de indiener in de gelegenheid te stellen, binnen een nader te stellen termijn een verzuim te herstellen;

  • c.

    Artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken over de behandeling door de commissie aan de gemachtigde betreft;

  • d.

    Artikel 7:4, tweede lid (ter inzage leggen stukken voorafgaand aan het horen);

  • e.

    Artikel 7:6, vierde lid (geheimhouden verslag hoorzitting bij het niet tegelijkertijd horen van belanghebbenden);

  • f.

    Artikelen 7:3, lid c en d en 7:17, lid c (afzien van het horen van belanghebbenden).

Artikel 8 taken voorzitter

  • 1. De voorzitter bepaalt de plaats en het tijdstip van de hoorzitting waarin belanghebbenden, de raad en de indiener van het raadsvoorstel in de gelegenheid worden gesteld zich in persoon of door hun gemachtigde door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter zit de hoorzitting over het bezwaarschrift voor.

  • 3. De voorzitter ondertekent het verslag van de hoorzitting en het advies van de commissie op het bezwaarschrift.

Artikel 9 taken secretaris

  • 1. De secretaris draagt zorg voor de ter inzagelegging van de stukken, die tijdens de hoorzitting aan de orde komen.

  • 2. De secretaris treedt op als juridisch adviseur van de commissie.

  • 3. De secretaris nodigt namens de commissie de indiener van het bezwaarschrift, de raad, de indiener van het betreffende raadsvoorstel en eventueel overige belanghebbenden uit voor de hoorzitting.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de verslaglegging van de hoorzitting.

  • 5. De secretaris ondertekent het verslag van de hoorzitting en het advies van de commissie op het bezwaarschrift.

AFDELING 3 DE PROCEDURE

Artikel 10 ingediende bezwaarschriften

  • 1. Het bezwaarschrift en de daarbij overlegde stukken worden zo spoedig mogelijk in handen gesteld van de commissie.

  • 2. Bij het bericht van ontvangst zoals bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 11 vooronderzoek

  • 1. De commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De commissie kan bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en deze uitnodigen daarvoor in de commissie te verschijnen.

Artikel 12 uitnodiging hoorzitting

  • 1. De secretaris deelt belanghebbenden, de raad en de indiener van het raadsvoorstel ten minste één week voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2. Als een belanghebbende, de raad of de indiener van het raadsvoorstel wijziging wenst van het tijdstip van de zitting, wordt dit binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling, onder opgaaf van redenen verzocht aan de voorzitter.

  • 3. De beslissing van de voorzitter, op een verzoek als bedoeld in het tweede lid, wordt zo spoedig mogelijk meegedeeld aan belanghebbenden en de raad.

Artikel 13 aanwezige leden tijdens een zitting

Bij een zitting bedoeld in artikel 12 zijn drie leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger aanwezig.

Artikel 14 niet-deelneming aan de behandeling

De leden nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift in de commissie, als hun onpartijdigheid daarbij in het geding kan zijn.

Artikel 15 openbaarheid

  • 1. De zittingen van de commissie zijn openbaar.

  • 2. De deuren worden gesloten als de voorzitter of een van de aanwezige leden dat nodig vindt of een belanghebbende daarom verzoekt.

  • 3. Voordat de zitting wordt voortgezet beslist de commissie of de zitting achter gesloten deuren wordt voortgezet.

Artikel 16 verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag bevat een korte vermelding van hetgeen over en weer is gezegd en overigens op de zitting is voorgevallen.

  • 3. Als de zitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden, of als belanghebbenden of hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de in de zitting overgelegde stukken, die bij het verslag kunnen worden gevoegd.

Artikel 17 nader onderzoek

  • 1. Als na afloop van de zitting maar voordat het advies is opgesteld, een nader onderzoek wenselijk blijkt, kan de commissie dit onderzoek instellen.

  • 2. De uit nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, de raad en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, de raad en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in dit reglement, die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 beraadslagingen en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. Van een minderheidsstandpunt wordt in het advies melding gemaakt indien het betreffende commissielid dit wenst.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

Artikel 19 uitbrengen van het advies

  • 1. Het advies en het verslag als bedoeld in artikel 18 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie worden tijdig, onder gelijktijdige toezending aan belanghebbenden en de indiener van het raadsvoorstel, uitgebracht aan de raad.

  • 2. Als naar het oordeel van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de wet ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing, wordt het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan verzocht tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 20 beslissing

  • 1. Bij het advies aan de raad voegt de commissie zo mogelijk een ontwerp-beslissing op het bezwaarschrift.

  • 2. Het voorstel aan de raad om te beslissen op het bezwaarschrift wordt voorbereid door de indiener(s) van het oorspronkelijke raadsvoorstel, tenzij de raad anders beslist.

  • 3. De raad zendt een kopie van de genomen beslissing aan de commissie.

Artikel 21 intrekking

De Verordening behandeling van bezwaar- en beroepschriften gemeente Nijkerk 2000 wordt ingetrokken.

Artikel 22 inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

Artikel 23 citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening adviescommissie bezwaarschriften raad Nijkerk 2004.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Nijkerk d.d.

4 maart 2004,

de griffierF.E.CONTANT
de voorzitterB.VRIES

Toelichting

In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn onder andere regels gesteld ten aanzien van de behandeling van bezwaar- en beroepschriften. Hiermee is een duidelijke systematiek in de opbouw van de rechtsbescherming in Nederland tot stand gebracht.

Op grond van artikel 8:1 van de Awb kan een belanghebbende tegen een besluit beroep instellen bij de rechtbank. Alvorens beroep kan worden ingesteld moet een belanghebbende, behoudens een aantal met name genoemde uitzonderingen, eerst tegen een besluit bezwaar aantekenen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen (artikel 7:1 Awb). Tot slot staat tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep open bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Ten behoeve van de behandeling van bezwaarschriften tegen besluiten van de raad zijn in het kader van de Awb regels opgesteld. In de regeling is met name de instelling, samenstelling en werkwijze van de gemeentelijke commissie voor de advisering over bezwaarschriften geregeld.

De commissie is onder andere belast met het horen van belanghebbenden, de raad en de indiener van het raadsvoorstel in het kader van een tegen een besluit van de raad ingediend bezwaar. De commissie adviseert vervolgens de raad ten aanzien van de beslissing, die op het bezwaar moet worden genomen.

Hieronder zal een korte artikelsgewijze toelichting op de verordening worden gegeven. Met name wordt aandacht geschonken aan de in verschillende artikelen opgenomen verwijzingen naar de Awb.

Artikel 1 begripsbepalingen

De verwijzing naar de Algemene wet bestuursrecht is uitgebreid geformuleerd om hierbij een zo duidelijk mogelijke en eenduidige basis voor deze regeling te hebben. Hiermee wordt voorkomen dat na die datum in werking tredende wijzigingen onbedoeld van toepassing worden op deze regeling.

Artikel 2 instelling commissie

In artikel 1:5 van de Awb wordt bepaald wat verstaan wordt onder het maken van bezwaar.

Het maken van bezwaar is hierbij; “het gebruik maken van de ingevolge een wettelijk voorschrift bestaande bevoegdheid, voorziening tegen een besluit te vragen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen.”

Voor de advisering over bezwaren in het kader van personeelsaangelegenheden geldt dat hiervoor een aparte regeling van toepassing is, waarvoor een aparte adviescommissie in het leven wordt geroepen bestaande uit een vertegenwoordiging van werkgevers- en werknemerszijde en een onafhankelijk voorzitter.

Artikel 3 samenstelling van de commissie

De bepalingen in dit artikel zijn zodanig geformuleerd dat de commissie voldoet aan de minimumvereisten zoals genoemd in artikel 7:13 van de Awb. In artikel 7:13 Awb is bepaald dat de commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden. Verder schrijft artikel 7:13 Awb voor dat de voorzitter van de commissie geen deel uit maakt van of is werkzaam onder de verantwoordelijkheid van het gemeentelijk bestuursorgaan.

Artikel 5 secretaris van de commissie

Door vast te leggen dat de (ambtelijk) secretaris niet betrokken is bij de voorbereiding van het bestreden besluit wordt ook van deze zijde de onafhankelijkheid van de commissie zoveel als mogelijk gewaarborgd.

Artikel 6 registratie

Om een eenduidige behandeling van bezwaarschriften te garanderen, komen de bezwaarschriften op één plek binnen en worden zij centraal geregistreerd. Hierbij wordt getoetst of het bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk dan wel kennelijk ongegrond is. Voor de eerste categorie valt te denken aan termijnoverschrijdingen en bezwaarschriften van personen of instellingen, die zondermeer buiten de categorie van direct belanghebbenden vallen. Bij kennelijk ongegrond valt te denken aan bezwaren tegen privaatrechtelijke beslissingen. In deze gevallen wordt het bezwaarschrift niet voorgelegd aan de commissie maar wordt door de griffier in overleg met de secretaris van de commissie rechtstreeks een advies aan de raad uitgebracht. Achterliggende gedachte is om de behandeling van de bezwaarschriften zo efficiënt mogelijk te laten verlopen.

Mede op basis van de reactie van de indiener zal in dat geval een (rechtstreeks) advies worden uitgebracht.

Artikel 8 taken voorzitter

Naast de belanghebbenden en de raad wordt ook de indiener van het raadsvoorstel uitgenodigd voor de hoorzitting. Dit kan het college van burgemeester en wethouders zijn, maar bijvoorbeeld ook een commissie uit de raad of een raadslid. Reden hiervoor is, dat de indiener van het raadsvoorstel bekend is met de achterliggende motivering van het voorstel en bovendien ook het voorstel voor de beslissing op het bezwaarschrift dient voor te bereiden.

Het ligt voor de hand om als vertegenwoordiger van de raad de voorzitter van de commissie, waarin het oorspronkelijke voorstel is besproken, aan te wijzen.

Artikel 9 uitoefening wettelijke bevoegdheden

Voor een praktische uitvoering van taken door de commissie is de commissie bevoegd namens de raad een aantal taken uit te oefenen.

In artikel 2:1, tweede lid van de Awb is geregeld dat het bestuursorgaan van een gemachtigde een schriftelijke machtiging kan verlangen.

In artikel 6:6 Awb is geregeld dat de indiener in de gelegenheid wordt gesteld een verzuim ten aanzien van artikel 6:5 Awb of enig ander wettelijk voorschrift binnen een nader te stellen termijn te herstellen. Pas na het verstrijken van deze termijn kan het bezwaar niet-ontvankelijk worden verklaard. In artikel 6:5 Awb is geregeld dat het bezwaarschrift ondertekend dient te zijn, de naam en het adres van de indiener en een dagtekening dient te bevatten, alsmede een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar.

De artikelen 7:4, lid 2 en 7:18, lid 2 Awb hebben betrekking op de ter inzagelegging voor belanghebbenden van het bezwaarschrift en alle verdere op de zaak betrekking hebbende stukken gedurende tenminste een week voorafgaande aan de hoorzitting.

De artikelen 7:6, lid 4, 7:18, lid 6 en 7:20, lid 4 Awb hebben betrekking op besluiten tot eventuele geheimhouding van stukken of het verhandelde tijdens het afzonderlijk horen van belanghebbenden.

De artikelen 7:3 en 7:17 van de Awb hebben betrekking op de mogelijkheid om af te zien van het houden van een hoorzitting. Redenen hiervoor kunnen zijn: als het bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk is, kennelijk ongegrond is, de belanghebbenden hebben verklaard geen gebruik te willen maken van het recht om te worden gehoord, of aan het bezwaar volledig tegemoet kan worden gekomen zonder dat andere belanghebbenden daardoor in hun belangen kunnen worden geschaad. Wanneer zich één van deze omstandigheden voordoet, ligt het in de rede om naast het bestuursorgaan de commissie de bevoegdheid te geven af te zien van het houden van een hoorzitting.

Artikel 16 verslaglegging

In de artikelen 7:7 en 7:21 van de Awb is slechts opgenomen dat van de hoorzitting een verslag wordt gemaakt. In dit artikel van de verordening zijn daarop aanvullende elementen opgenomen waaraan het verslag van de hoorzitting dient te voldoen.

Artikel 17 nader onderzoek

Hiermee wordt geregeld dat alle bij het bezwaar betrokkenen kennis kunnen nemen van de nader verkregen informatie. Mocht deze informatie voor één van de betrokkenen aanleiding geven voor een nieuwe hoorzitting dan kan hij de commissie daarom verzoeken.

Artikel 19 uitbrengen van het advies

In de artikelen 7:10, lid 1 en 7:24, lid 2 van de Awb is geregeld dat het bestuursorgaan in de regel binnen 10 weken op het bezwaarschrift dient te beslissen. Het besluit kan in de regel met ten hoogste 4 weken worden verdaagd.

Artikel 20 beslissing

Om de behandeling van het bezwaarschrift te bespoedigen voegt de commissie zo mogelijk een ontwerpbeslissing bij haar advies. Dit kan in ieder geval wanneer de commissie het advies geeft om het bezwaar ongegrond of niet-ontvankelijk te verklaren.

Op basis van het advies van de commissie wordt een voorstel aan de raad voorbereid tot heroverweging van het besluit en beslissing op het bezwaarschrift. Er is voor gekozen deze taak in de regel op te dragen aan de indieners van het raadsvoorstel dat tot het bestreden besluit heeft geleid. Dat is vaak het college, maar soms ook een raadscommissie, agendacommissie of fractievoorzittersoverleg. De raad kan voor een andere voorbereidingsprocedure kiezen.