Organisatie | Hengelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de fractieondersteuning |
Citeertitel | Verordening op de fractieondersteuning |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2000 | 01-05-2019 | Nieuwe regelgeving | 15-04-2008 Typisch Hengelo, 09-09-2010 | Onbekend |
De hoogte van het budget voor fractieondersteuning wordt jaarlijks door de raad vastgelegd in de beleidsbegroting, programma inwoners en bestuur en bestaat uit een vast deel voor elke fractie, alsmede een bedrag per raadszetel. Hierbij geldt als richtsnoer dat de bedragen per fractie en die per raadzetel tot elkaar in verhouding staan als 3:1.
De bijdrage mag uitsluitend gebruikt worden ter bekostiging van:
overige kosten, uitsluitend voor zover deze verband houden met het optreden van raadsfractie in of buiten de gemeenteraad en deze door de fractie of door fractieleden in opdracht van de fractie zijn gemaakt. Bij twijfel over de juistheid van deze overige te maken kosten kan vooraf overleg worden gevoerd met de griffier, bij bedragen die hoger zijn dan €150,- .
In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt een bijdrage verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt, wordt de bijdrage verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.
Ieder jaar vóór 1 april dient elke gemeenteraadsfractie over het afgelopen zittingsjaar of kalenderjaar een verantwoording over de besteding van de bijdrage in bij de griffier. Voor de toerekening van lasten en baten wordt uitgegaan van het kasstelsel, waarbij het tijdstip van betaling of ontvangst van gelden bepalend is voor het jaar van verantwoording. De verantwoordingen liggen vanaf het moment van indiening voor alle leden van de raad ter inzage bij de griffier.
Fractieondersteuning vindt zijn vorm in een financiële ondersteuning. De hoogte van het budget voor fractieondersteuning zal in de gemeentebegroting moeten worden opgenomen en dus door de raad worden vastgesteld. De fractieondersteuning bestaat uit een vast en een variabel deel. Het vaste deel garandeert dat elke fractie de kans krijgt zich op gelijkwaardig niveau te laten ondersteunen. Omdat grote fracties meer lasten zullen hebben op facilitair gebied is het logisch dat zij voor dergelijke kosten een hogere vergoeding krijgen.
De fracties wordt voor een groot deel de vrijheid gelaten wat betreft de inhoudelijke besteding van de fractieondersteuning. Minimumvoorwaarde is wel dat de bijdrage besteed wordt aan raadswerkzaamheden; in het artikel is daar een verdere uitwerking aan gegeven.
Daarmee wordt onder andere voorkomen dat met de bijdrage verkiezingscampagnes worden gefinancierd en dat raadsleden hun eigen vergoeding voor het raadswerk (vastgelegd in het rechtspositiebesluit raads en commissieleden, dat zijn grondslag vindt in de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet) aanvullen met de bijdrage voor fractieondersteuning. Opleidingen voor raads- en commissieleden dienen bekostigd te worden uit het daarvoor beschikbare individuele budget en dientengevolge ook niet uit de bijdrage voor fractieondersteuning.
Omdat het bij uitstek om politieke ondersteuning gaan kan deze inhoudelijk niet te zeer gedetailleerd geregeld worden. Fractieondersteuning in de vorm van het beschikbaar stellen van gemeenteambtenaren voor de fracties wordt niet wenselijk geacht, aangezien het vaak politiek getinte ondersteuning betreft.
Fracties moeten daarom vrij zijn in de keuze van de personen die de fracties eventueel ondersteunen.
De bijdrage wordt op jaarbasis verstrekt. In een verkiezingsjaar wordt de bijdrage in twee gedeelten gesplitst. Het is logisch dat het aangepast wordt aan de nieuwe verhoudingen in de raad.
Het spreekt vanzelf dat de bijdrage aangepast zal moeten worden aan veranderde verhoudingen in de raad. De regeling heeft tot gevolg dat fracties die kleiner worden (of geheel verdwijnen) nog over de gehele maand waarin de nieuwe raad voor het eerst vergaderd de bijdrage ontvangen. Voor fracties die groter worden (of nieuwe fracties) gaat de bijdrage per diezelfde maand in. Dat betekent dat de totale bijdrage voor fractieondersteuning in een verkiezingsjaar hoger uitvalt dan in andere jaren. Dit is niet te vermijden.
Bij splitsing van een fractie zal de al eerder verstrekte bijdrage direct verrekend moeten worden. Als dat niet zou gebeuren zou een deel van de oorspronkelijke fractie over een te grote bijdrage beschikken en zou het andere deel juist helemaal geen bijdrage krijgen. Na het kalenderjaar zou dan alsnog verrekend moeten worden. Het is billijker de verrekening in deze gevallen direct te laten plaatsvinden.
Bij een samenvoeging van 2 of meer fracties zal de wijziging eerst gevolgen hebben in het volgende kalenderjaar; in plaats van 2 of meer vaste bijdragen aan de voorheen zelfstandige fracties zal sprake zijn van één vaste bijdrage aan de nieuw gevormde fractie.
Om zelfs de schijn van niet- objectiviteit te vermijden, is gekozen voor een controle door een accountant.
Deze onafhankelijke accountant adviseert over de vraag of de bijdrage aan de fracties overeenkomstig de doelstelling daarvan is besteed.
De raad kan elk jaar een commissie uit zijn midden aanwijzen, die én in de voorbereiding van het onderzoek door de accountant én bij het opstellen van het raadsvoorstel behulpzaam zal zijn.
Gekozen is voor het systeem van het kasstelsel. Bij het kasstelsel is het tijdstip van betaling of ontvangst van gelden bepalend voor het jaar van verantwoording.
De reserve bestaat uit het overschot van enig jaar. Dit bedrag zal niet eindeloos mogen groeien en is derhalve aan een maximum gebonden, hier gesteld op 25 % van de jaarbijdrage aan een fractie. Indien als gevolg van het niet volledig uitgeven van de verleende bijdrage(n) sprake is van een hogere reserve dan in dit artikel is aangegeven is de fractie verplicht het meerdere terug te storten in de gemeentekas.
Bij de vaststelling van de bijdragen 2005/2006 bleek de bepaling rond de opgebouwde reserves als opgenomen in lid 2 niet geheel rechtvaardig te werken.
Deels heeft dit te maken met het feit dat de fractievergoeding bestaat uit een vast bestanddeel per fractie en een bedrag per fractielid; feitelijk zouden alle fracties bij een splitsing moeten meedelen via een bijstelling van het vaste bestanddeel per fractie.
Anderzijds wordt de omvang van de reserve vastgesteld aan het eind van het volledige verantwoordingsjaar van de fractie en moet ook de afgescheiden fractie in staat worden gesteld van het niet gebruikte deel een redelijk deel te reserveren. Vandaar de conclusie om in deze gevallen voor de bestaande en nieuwe fractie uit te gaan van omvang van de reserve van 25% over de bijdrage die deze fractie ontving over het betreffende kalenderjaar. Met ingang van 2008 is artikel 6, lid 6 van de verordening gewijzigd vastgesteld.
Het is de fracties toegestaan -naast de rekeningcourant - ook een spaarrekening op naam van de fractie aan te houden. Ontvangen rentevergoedingen mogen door de fractie uitsluitend worden besteed voor de in art. 2 lid 2 van de verordening genoemde kostensoorten.
De in lid 8 van dit artikel gekozen termijn van zeven jaar houdt verband met fiscale richtlijnen die bepalen dat deze administraties zeven jaar bewaard moeten blijven.