Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hengelo

Verordening op de heffing van een recht voor hethebben van een standplaats voor autobussen bestemdvoor openbaar middel van personenvervoer op hetdoor de gemeente voor het station der NederlandseSpoorwegen te Hengelo (o) daartoe ingerichte parkeerterrein.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHengelo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing van een recht voor hethebben van een standplaats voor autobussen bestemdvoor openbaar middel van personenvervoer op hetdoor de gemeente voor het station der NederlandseSpoorwegen te Hengelo (o) daartoe ingerichte parkeerterrein.
CiteertitelVerordening recht standplaatsen autobussen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet inz. Rijksbelastingen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-1978Nieuwe regelgeving

23-02-1988

Typisch Hengelo, 09-09-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing van een recht voor hethebben van een standplaats voor autobussen bestemdvoor openbaar middel van personenvervoer op hetdoor de gemeente voor het station der NederlandseSpoorwegen te Hengelo (o) daartoe ingerichte parkeerterrein.

 

 

Artikel 1.

Er wordt onder de benaming "parkeergelden" een rechtgeheven voor het innemen van een standplaats met eenautobus bestemd voor openbaar middel van personenvervoerop het in deze gemeente voor het station der

Nederlandse Spoorwegen daartoe ingerichte parkeerterrein.

Artikel 2.

Het recht wordt geheven van degene, aan wie voor hetin artikel 1 genoemd innemen van een standplaats eenvergunning is verleend door burgemeester en wethouders.

Artikel 3.

Het heffingsjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Vooreen in de loop van een kalenderjaar verleende vergunningwordt het recht geheven over het nog niet verstrekenaantal maanden van het kalenderjaar, waarbijeen gedeelte van een maand voor een gehele maand inrekening wordt gebracht.

Indien in de loop van een kalenderjaar schriftelijkwordt medegedeeld, dat van de standplaat geen gebruik meer wordt gemaakt, wordt van het betaalde recht voorelke nog niet ingetreden maand van het kalenderjaar

1/12 gedeelte terugbetaald.

Artikel 4.

Het recht bedoeld in artikel 1 bedraagt per jaaren per standplaats f 275,--.

Artikel 5.

Het recht wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 6.

Burgemeester en wethouders kunnen een of meer gemeenteambtenaren aanwijzen, die in pun plaats treden metbetrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepalingbetreffende de heffing en invordering van de

belasting.

Artikel 7.

De verplichtingen, als bedoeld in de artikelen 47,50 en 51 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen,jegens burgemeester en wethouders gelden mede jegensde door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenarender gemeentelijke belastingen.

Artikel 8.
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1979.

  • 2.

    Zij kan worden aangehaald als "Verordening recht standplaatsen autobussen".

Aldus vastgesteld door de Raad der gemeente Hengelo (o) in zijn openbarevergadering van 30 november 1978.