Organisatie | Heerhugowaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening langdurigheidstoeslag 2013 |
Citeertitel | Verordening langdurigheidstoeslag 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | verordening langdurigheidstoeslag |
1 januari 2012:
-In verband met de wijzigingen in de Wet werk en bijstand per 1-1-2012 dient de verordening langdurigheidstoeslag te worden aangepast.
1 januari 2013:
-Naar aanleiding van het amendement van de gemeenteraad, d.d. 28 juni 2012, dient de verordening te worden aangepast.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-03-2013 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 26-02-2013 Publicatie in Heerhugowaards Nieuwsblad d.d. 5-3-2013 | RB2013011 |
VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WET WERK EN BIJSTAND 2013
PARAGRAAF 1 Algemene bepalingen
Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de belanghebbende die gedurende een onafgebroken periode van 36 maanden aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 110 % van de voor hem geldende bijstandsnorm, geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet, en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering.
Artikel 3 Hoogte van de langdurigheidstoeslag
Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 eerste lid van de wet komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.
Artikel 5 Onvoorziene gevallen
In gevallen die de uitvoering van deze verordening betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Toelichting bij de Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand
Op grond van artikel 8, lid 1, onder d, en lid 2, onder b, van de Wet werk en bijstand dient de gemeenteraad bij verordening regels vast te leggen met betrekking tot het verlenen van een langdurigheidstoeslag. Deze regels dienen in ieder geval betrekking te hebben op de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen “langdurig” en “laag inkomen”, zoals die in artikel 36, lid 1 worden gebruikt. Hiermee is beoogd te bewerkstelligen, dat de langdurigheidstoeslag zoveel mogelijk een gemeentelijke verantwoordelijkheid wordt.
Bij amendement van 28 juni 2012 heeft de gemeenteraad besloten de bedragen van de langdurigheidstoeslag te verlagen. Hiervoor is een aanpassing van de verordening noodzakelijk.
In dit artikel worden de omschrijvingen van de begrippen langdurig en laag inkomen uitgewerkt. Het laag inkomen wordt uitgedrukt als percentage van het voor de betrokkene toepasselijke bijstandsnorm. Voor werkenden zal gekeken moeten worden naar het inkomen, afgezet tegen de persoonlijke situatie (alleenstaand, alleenstaande ouder, gehuwden).
Artikel 3 Hoogte van de langdurigheidstoeslag
In lid 3 wordt een regeling getroffen overeenkomstig artikel 24 van de Wet werk en bijstand voor situaties waarbij bij een echtpaar één van de echtgenoten op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag op grond van artikel 11 of artikel 13, lid 1, van de Wet werk en bijstand.
De wet voorziet immers niet in een afwijzingsgrond voor de enig overblijvende rechthebbende partner, terwijl daarentegen het toekennen van het bedrag voor een echtpaar in dergelijke situaties ook niet opportuun is. Met nadruk wordt erop gewezen, dat het hier betreft een uitsluitingsgrond als bedoeld in artikel 11 of artikel 13, lid 1, van de Wet werk en bijstand.
Het College kan nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van deze regeling. Te denken valt aan uitvoeringsaspecten als richtlijnen, verificatie van bewijsstukken, vaststellen formulieren, folders etc.