Overheidsorganisatie | Gemeente Koggenland |
---|---|
Officiële naam regeling | Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 |
Citeertitel | Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2015 | Onbekend | 11-02-2013 Kogge Nieuws, 10 maart 2013 | Onbekend |
1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet Hader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht
2. In deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de Wet Werk en Bijstand;
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Koggenland.
kostendeling:
alle gevallen van woningdeling, waarbij de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan kunnen worden gedeeld.
Bij thuiswonende kinderen van 18 jaar en ouder die een inkomen hebben hoger dan het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud, voor hoger onderwijs genoemd in artikel 3.18 van de Wet studiefinanciering 2000 (artikel 25 WWB);
woonkosten: de aan de woning verboden kosten zijnde de huur of de verschuldigde hypotheekrente en bij het in eigendom hebben van de woning de daaraan verbonden zakelijke lasten en onderhoudskosten.
Deze verordening is uitsluitend van toepassing op alleenstaanden en alleenstaande ouders van 21 jaar of ouder, maar jonger dan 65 jaar en samenwonenden/gehuwden waarvan alle meerderjarige gezinsleden 21 jaar of ouder maar jonger dan 65 jaar zijn.
1. De toeslag als bedoeld in artikel 25 lid 1 van de wet bedraagt 20 procent van de norm voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder in Wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft.
2. De toeslag als bedoeld in artikel 25 lid 1 van de wet bedraagt 10 procent van de norm voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder in Wiens woning een ander hoofdverblijf heeft en indien sprake is van kostendeling.
3. In afwijking van het eerste lid wordt de norm voor de alleenstaande van 21 jaar niet verhoogd met een toeslag.
4. In afwijking van het eerste lid wordt de norm voor de alleenstaande van 22 jaar verhoogd met een toeslag van 10% van de norm.
De verlaging van de norm samenwonenden/gehuwden als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10 procent van de norm samenwonenden/gehuwden, in het geval dat een ander hoofdverblijf in de woning heeft en er sprake is van kostendeling.
De verlaging van de bijstandsnorm in verband met de woonsituatie als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt:
15 procent van de norm samenwonenden/gehuwden, in het geval een woning wordt bewoond waaraan voor de belanghebbende geen aantoonbare woonkosten zijn verbonden;
20 procent van de norm samenwonenden/gehuwden in het geval er geen woning wordt bewoond.
1. De verlaging van de bijstandsnorm voor schoolverlaters als bedoeld in artikel 28 van de wet bedraagt 15 procent van de norm samenwonenden/gehuwden.
2. Dit artikel is niet van toepassing op de belanghebbende op wie artikel 3 lid 3 of lid 4 van toepassing is.
De toepassing van deze verordening leidt er toe dat de toepasselijke bijstandsnorm ten minste bedraagt:
voor een alleenstaande: 35%van de norm samenwonenden/gehuwden;
voor een alleenstaande ouder: 55%van de norm samenwonenden/gehuwden;
voor een gezin: 65%van de norm samenwonenden/gehuwden.
1. De uitvoering van deze verordening berust bij het college.
2. In gevallen waar deze verordening niet of niet Haar redelijkheid in voorziet, beslist het college.
1. Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht per 1 januari 2012.
2. De huidige Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 in to trekken per 1 januari 2012.