Vergoedingsregeling wacht- en storingsdiensten

Artikel 1.  

In de regeling wordt verstaan onder:

• a.

  "wacht- en storingsdienst": het zich buiten de normale diensttijden gedurende door of namens burgemeester en wethouders te bepalen uren verplicht beschikbaar houden voor het verrichten van werkzaamheden;

• b.

  "ambtenaar": de ambtenaar in de zin van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en de werknemer met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan; uitgezonderd personeel werkzaam bij de beroepsbrandweer;

• c.

  "zondag": zondagen en daarmee gelijkgestelde dagen als genoemd in artikel 4:1:1, lid 3, van de Uitwerkingsovereenkomst.

Artikel 2.  

• 1.

  De ambtenaar die wordt aangewezen voor het verrichten van wacht- en storingsdiensten ontvangt daarvoor een vergoeding.

   

• 2.

  De in lid 1 genoemde vergoeding bedraagt op zondagen 16% en op overige dagen 10% van het 1/173 gedeelte van het salaris per maand voor elk uur waarin de ambtenaar wacht- en storingsdiensten heeft verricht.

• 3.

  Op verzoek van de ambtenaar kan de vergoeding ook in verlof gegeven worden. Hievoor gelden de onder lid 2 genoemde percentages

Artikel 3.  

Aan ambtenaren die tijdens de wacht- en storingsdienstperiode werkzaamheden moeten verrichten, wordt hiervoor een overwerkvergoeding verleend overeenkomstig de bepalingen van artikel 3:2 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en artikel 3:2:1 van de Uitwerkingsovereenkomst.

Artikel 4.  

Bij arbeidsongeschiktheid heeft de ambtenaar geen recht op vergoeding.

Artikel 5.  

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 6  

• 1.

  Deze regeling kan worden aangehaald als "vergoedingsregeling wacht- en storingsdiensten".

• 2.

  Deze regeling treedt in werking met ingang van 17 juli 1984 en werkt terug tot 1 november 1981.