Organisatie | Zoeterwoude |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wet inburgering Zoeterwoude 2013 |
Citeertitel | Verordening Wet inburgering Zoeterwoude 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening Wet inburgering Zoeterwoude 2011.
Deze regeling werkt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-03-2013 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 28-02-2013 Leids Nieuwsblad, 06-03-2013 | SvE/13 |
De raad van de gemeente Zoeterwoude,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 februari 2013,
gelet op de artikelen 8, 19, vijfde en zesde lid, 23, derde lid, 24c, 24f en 35 van de Wet inburgering zoals deze luidde op 31 december 2012 en artikel X van de wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet inburgering (2012, 430);
overwegende dat de raad bij verordening regels dient te stellen over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen, het vaststellen van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening aan inburgeringsplichtigen en de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening is vastgesteld, alsmede dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd;
overwegende dat als gevolg van de wijziging van de Wet inburgering de taken van gemeenten op het terrein van inburgering op termijn beëindigd zullen worden;
overwegende dat gedurende een overgangsperiode gemeenten nog een aantal taken op het terrein van inburgering zullen uitoefenen;
overwegende dat in het overgangsrecht geen rekening is gehouden met gemeenten die een zogenaamde vaststellingsverordening hebben;
overwegende dat daarom de onder de Wet inburgering zoals deze luidde op 31 december 2012, opgestelde verordening dient te worden gewijzigd;
I vast te stellen de volgende verordening;
II de Verordening Wet inburgering Zoeterwoude 2011 in te trekken.
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking
Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars
Het college draagt er zorg voor dat inburgeringsplichtigen c.q. vrijwillige inburgeraars op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en/of overeenkomst en, indien van toepassing, over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen.
Hoofdstuk 2. Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening
Artikel 3 Het inburgeringsaanbod
Het college biedt een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening aan de inburgeringsplichtige, te weten:
Hoofdstuk 3. Het aanbod van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening
Artikel 7 De procedure van het doen van een aanbod
Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste van de wet, zo mogelijk al in het intakegesprek. Als belanghebbende bedenktijd wil, eveneens schriftelijk na de intake. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige, bedoeld in artikel 3, in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) is ingeschreven.
Als de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening direct wordt geaccepteerd tijdens het intakegesprek, wordt de inburgeringsplichtige gevraagd daarvoor te tekenen. Tevens wordt het gekozen aantal termijnen waarin de eigen bijdrage zal worden betaald, vastgelegd en voorzien van een handtekening.
Als de inburgeringsplichtige, bedoeld in artikel 3, het aanbod aanvaardt, eventueel in gezamenlijkheid aangepast, neemt het college binnen twee weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening overeenkomstig het gedane dan wel overeengekomen aanbod.
Hoofdstuk 4. De bestuurlijke boete
Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 10% van de bijstandsnorm voor alleenstaanden inclusief maximale gemeentelijke toeslagen in het kader van de WWB, indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is, geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid van de wet.
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 20% van de bijstandsnorm voor alleenstaanden inclusief maximale gemeentelijke toeslagen in het kader van de WWB, indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid van de wet of aan de verplichtingen, zoals bedoeld in artikel 6 van deze verordening.
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 50% van de bijstandsnorm voor alleenstaanden inclusief maximale gemeentelijke toeslagen in het kader van de WWB, indien de belanghebbende niet binnen de in artikel 7, eerste lid van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.
Artikel 10 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding
De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, eerste lid, bedraagt ten hoogste 20 % van de bijstandsnorm voor alleenstaanden inclusief maximale gemeentelijke toeslagen in het kader van de WWB, indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de datum van het besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete op grond van artikel 9, eerste lid opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.
De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, tweede lid, bedraagt ten hoogste 50% van de bijstandsnorm voor alleenstaanden inclusief maximale gemeentelijke toeslagen in het kader van de WWB, indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de datum van het besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete op grond van artikel 9, tweede lid opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste 100% van de bijstandsnorm voor alleenstaanden inclusief maximale gemeentelijke toeslagen in het kader van de WWB, indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 of 33 van de wet vastgestelde termijn zijn inburgeringsexamen heeft behaald.
Artikel 11 Sancties bij het niet nakomen van de overeenkomst
Conform artikel 9, tweede lid kan het college, indien de vrijwillige inburgeraar de verplichtingen die hem of haar in de overeenkomst zijn opgelegd, niet of onvoldoende nakomt, een sanctie opleggen van ten hoogste 20% van de bijstandsnorm voor alleenstaanden inclusief maximale gemeentelijke toeslagen in het kader van de WWB.
Het college kan, als de vrijwillige inburgeraar de verplichtingen die hem of haar in de overeenkomst zijn opgelegd, niet of onvoldoende nakomt, ook kiezen voor het beëindigen van de inburgerings- of taalkennisvoorziening. Als het niet nakomen van de verplichting(en) verwijtbaar is, kan het college tevens besluiten de volgens de afspraken met de onderwijsaanbieder verschuldigde cursuskosten terug te vorderen.
Artikel 13 Termijnverlenging en ontheffing
Het college kan nadere regels vaststellen betreffende de voorwaarden waaronder en de omstandigheden waarin op grond van artikel 32 en 33 van de wet verlenging van de inburgeringstermijn of op grond van artikel 6 van de wet ontheffing van de inburgeringsplicht kan worden verleend.
Het college is bevoegd in bijzondere gevallen ten gunste van belanghebbende af te wijken van de bepalingen in de verordening, als strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van zwaarwegende aard zou leiden.