Organisatie | Grave |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Grave 2013 |
Citeertitel | Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Grave 2013. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | WO |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-03-2013 | 01-03-2013 | Nieuwe regeling | 05-02-2013 Graafsche Courant, 5 maart 2013 | WO |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.: 11 december 2012.
Gelet op artikel 140 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 134 van de Wet op de expertisecentra en artikel 96g van de Wet op het voortgezet onderwijs ;
Gelet op de artikelen XIII, XV en XVII van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden ;
Gelet op artikel 5 van de Gemeentewet ;
Gelet op hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht ;
Besluit: vast te stellen de volgende verordening :
Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Grave 2013
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school, of, voor zover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;
school: school voor basisonderwijs, school voor (voortgezet) speciaal onderwijs of school voor voortgezet onderwijs;
school voor (voortgezet) speciaal onderwijs: een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de expertisecentra en een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra ;
nevenvestiging: deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 76a of artikel 76b van de Wet op de expertisecentra, artikel X van de wet van 31 mei 1995 (Stb. 319) of artikel 75 van de Wet op het voortgezet onderwijs voor bekostiging in aanmerking is gebracht;
Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden
Artikel 5 Toevoegen, wijzigen en intrekken
Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen ofintrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.
Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen.
Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.
Paragraaf 2.2 Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden
Paragraaf 2.3 Toekenning; uitvoering beschikking subsidieverlening; intrekking of wijziging; verbod vervreemding
Artikel 13 Uitvoering beschikking tot subsidieverlening
Indien het schoolbestuur niet of niet voldoende aantoont dat de verplichtingen zijn nagekomen, deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Hierbij geven zij aan op welke onderdelen het schoolbestuur aanvullende informatie moet verschaffen. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na ontvangst van de mededeling de gevraagde informatie schriftelijk te verschaffen. Indien het schoolbestuur de gevraagde informatie niet binnen deze termijn verstrekt, stelt het college de subsidie ambtshalve vast.
Artikel 15 Intrekken of wijzigen beschikking; terugvordering
Ten aanzien van het beleid tot intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de afgegeven subsidiebeschikking dan wel terugvordering van gegeven subsidie is titel 4:2 van de wet van toepassing.
Artikel 16 Verbod tot vervreemding
Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.
Artikel 17 Informatieverstrekking
Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.
Artikel 18 Beslissing van het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 5 februari 2013.
De raad voornoemd,
De griffier,De voorzitter,
J.A.M. RoelofsS.Haasjes-van den Berg
A. Activiteiten in het kader van kunstzinnige vorming
I Aanduiding van de voorziening
Vergoeding voor het realiseren van activiteiten in het kader van de kunstzinnige vorming op de scholen. Het betreft hier lessen, voorstellingen of projecten op het gebied van muziek, beeldende kunst, cultuurhistorie, dans, literatuur, audiovisuele vormgeving of theater.
Jaarlijks vóór 15 november voorafgaande aan het kalenderjaar waarvoor de vergoeding wordt aangevraagd.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
Het kalenderjaar volgend op de indieningdatum van de aanvraag, zolang de raad door vaststelling van de begroting voor het betreffende jaar een bedrag voor subsidiëring van deze voorziening beschikbaar stelt.
IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor de voorziening
Scholen voor basisonderwijs en de so-afdeling van scholen voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs.
De voorziening staat open voor alle hoofdvestigingen en nevenvestigingen binnen de gemeentegrenzen.
Het bedrag dient besteed te worden aan een of meerdere activiteiten genoemd onder I.
V Wijze van toekenning met daarbij behorende berekeningseenheid
Bedrag per leerling ingeschreven aan de schoolsoort genoemd onder IVa op 1 oktober voorafgaand aan de indieningdatum genoemd onder II
Er is sprake van een subsidieplafond. Het subsidieplafond wordt bepaald door het bedrag dat voor dit doel beschikbaar wordt gesteld bij de vaststelling van de begroting voor het betreffende kalenderjaar.
Het beschikbare bedrag wordt verdeeld over alle aanvragen die voor toekenning in aanmerking komen. Wanneer het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het bedrag zoals genoemd bij V. aangepast naar rato van de berekeningseenheid.
I Aanduiding van de voorziening
Vergoeding voor het inhuren van ondersteuning bij het vaststellen/oplossen van problemen in het gedrag of de ontwikkeling van leerlingen en/of voor het systematisch ontwikkelen en verbeteren van het onderwijs.
Jaarlijks vóór 15 november voorafgaande aan het kalenderjaar waarvoor de vergoeding wordt aangevraagd
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
Het kalenderjaar volgend op de indieningdatum van de aanvraag, zolang de raad door vaststelling van de begroting voor het betreffende jaar een bedrag voor subsidiëring van deze voorziening beschikbaar stelt.
IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor de voorziening
Scholen voor basisonderwijs en de so-afdeling van scholen voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs.
De voorziening staat open voor alle hoofdvestigingen en nevenvestigingen binnen de gemeentegrenzen
V Wijze van toekenning met daarbij behorende berekeningseenheid
Het aantal leerlingen ingeschreven aan de schoolsoort genoemd onder IVa op 1 oktober voorafgaand aan de indieningdatum genoemd onder II:
Er is sprake van een subsidieplafond. Het subsidieplafond wordt bepaald door het bedrag dat voor dit doel beschikbaar wordt gesteld bij de vaststelling van de begroting voor het betreffende kalenderjaar.
Het beschikbare bedrag wordt verdeeld over alle aanvragen die voor toekenning in aanmerking komen. Wanneer het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het bedrag zoals genoemd bij V. aangepast naar rato van de berekeningseenheid.
C. Voorzieningen lokaal bewegingsonderwijs
I Criteria schoolbestuur dat in aanmerking komt voor een voorziening
Het bevoegd gezag van een school of nevenvestiging voor:
a. basisonderwijs of speciaal basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, en
b. speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra,
dat juridisch eigenaar is van een school voor basisonderwijs, school voor speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs die zich bevindt op het grondgebied van de gemeente en juridisch eigenaar is van lokaal bewegingsonderwijs dat zich bevindt op het grondgebied van de gemeente.
II Aanduiding van de voorziening
Onderscheid wordt gemaakt in de voorziening:
1°. het maken van voldoende wasgelegenheid waar deze bij het lokaal bewegingsonderwijs ontbreekt en dit belemmerend werkt op het effectief gebruik, dan wel de mogelijkheden tot medegebruik, van het lokaal bewegingsonderwijs;
2°. wijzigingen bij ingebruikneming van een gebouw als het gebouw anders niet geschikt is voor het primair onderwijs en speciaal of voortgezet speciaal onderwijs, omdat:
A. de netto vloeroppervlakte van een lokaal bewegingsonderwijs niet minstens 252 vierkante meter netto is en de hoogte niet minstens 5 meter bedraagt, en
B. het lokaal bewegingsonderwijs niet voorzien is van minstens twee kleedruimten met een was- of douchegelegenheid;
3°. voorzieningen voor eisen voortkomend uit wet- en regelgeving;
4°. vervangen van oliegestookte verwarmingsinstallaties;
1°. vervangen dakbedekking, hemelwaterafvoer, dakrand, daklichten;
2°. vervangen buitenberging of dak buitenberging;
3°. vervangen rijwielstalling of rijwielstaanders;
6°. Vervangen of herstellen riolering of bestrating schoolplein;
7°. vervangen binnenkozijnen en -deuren, inclusief hang- en sluitwerk;
8°. vervangen buitenkozijnen en -deuren, inclusief hang- en sluitwerk;
9°. vervangen radiatoren, convectoren of leidingen voor centrale verwarming;
10°. vervangen dakpannen, inclusief houtwerk, dakrand en goten;
III Criteria voor het toekennen van een voorziening
1. De noodzaak van de voorziening:
a. maken van voldoende wasgelegenheid is aanwezig als bij het lokaal bewegingsonderwijs geen twee wasgelegenheden zijn;
b. maken van voldoende kleedgelegenheid is aanwezig als blijkt dat er geen twee kleedruimten zijn;
c. ingebruikneming blijkt uit het feit dat het desbetreffende gebouw niet voldoet aan de inrichtingseisen voor lokalen bewegingsonderwijs voor het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs en het geschikt maken van het gebouw met redelijke kosten, zulks ter beoordeling van het college, te verwezenlijken is;
d. eisen voortkomend uit wet- en regelgeving blijkt als wordt vastgesteld dat het gebouw niet voldoet aan de geldende wet- en regelgeving, terwijl onontkoombaar is dat dit verschil op korte termijn moet worden opgeheven;
e. blijkt uit het feit dat de oliegestookte verwarmingsinstallatie in een zo slechte conditie verkeert dat vervanging noodzakelijk is, en
f. onderhoud blijkt uit het feit dat het gevraagde gebouwelement of een gedeelte daarvan:
1°. ten minste in een matige conditie verkeert volgens de bouwkundige opname op grond van NEN 2767, en
2°. regulier onderhoud door het bevoegd gezag niet langer volstaat.
2. Bovenstaande voorzieningen komen voor bekostiging in aanmerking als op basis van een prognose, die voldoet aan de in bijlage II van Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Grave 2015 gestelde vereisten, het gebouw nog ten minste vier jaar voor het bewegingsonderwijs noodzakelijk is, tenzij er een andere, goedkopere, voorziening mogelijk is. Dit ter beoordeling van het college.
De aanvraag voor het bekostigen van de voorziening moet uiterlijk 1 februari voorafgaande het jaar van bekostiging bij het college worden ingediend. Bij de aanvraag moet worden overlegd:
b. een rapportage waaruit de noodzaak blijkt van de voorzieningen, of
c. een bouwkundige rapportage die voldoet aan NEN 2767 en aantoont dat het gevraagde onderhoud noodzakelijk is, en
V Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
De voorziening wordt toegekend voor het jaar volgend op het jaar waarop de aanvraag is ingediend. Is het niet mogelijk om de voorziening in het toegekende jaar te realiseren dat moet het bevoegd gezag voor 1 september van het toegekende jaar van uitvoering bij het college een gemotiveerd verzoek indienen om uitstel van de uitvoering van de voorziening. Het college beslist voor 1 november daaropvolgend.
VI Wijze waarop de voorziening wordt toegekend
1. De voorziening wordt voorlopig toegekend op basis van de door het bevoegd gezag bij de ingediende aanvraag overgelegde offerte.
2. Het definitieve bedrag wordt vastgesteld op basis van de offertes die zijn aangevraagd nadat de voorziening is toegekend.
3. Bij het opvragen van de definitieve offertes is het bevoegd gezag gehouden aan de gemeentelijk richtlijnen voor het opvragen van offertes.
Voor deze voorziening wordt geen subsidieplafond gehanteerd.