Organisatie | Den Helder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder houdende regeles omtrent de commissie van onderzoek naar alle facetten en randvoorwaarden met betrekking tot de exploitatie van Willemsoord (Verordening onderzoekscommissie exploitatie Willemsoord 2013) |
Citeertitel | Verordening onderzoekscommissie exploitatie Willemsoord 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 147 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-04-2013 | artikel 3 | 18-03-2013 Stadsnieuws 2013, 17 | RB13.0027 | ||
15-03-2013 | 29-04-2013 | Nieuwe regeling | 04-03-2013 Stadsnieuws 2013, 11 | RB13.0002 |
De griffier draagt zorg voor ondersteuning van de commissie en kan daarvoor een commissiegriffier aanwijzen.
Wanneer het vereiste aantal leden niet is opgekomen, kan de voorzitter met een tussentijd van tenminste 48 uren een nieuwe vergadering beleggen, waarin de aanwezige leden beraadslagen of besluiten over de aanhangige onderwerpen, tenzij hiertegen door de meerderheid van het aantal leden van de commissie schriftelijk bezwaar is gemaakt;
Na de beëindiging van het onderzoek door de commissie, besluit de raad dat de verslagen en de overige bescheiden van het onderzoek worden vernietigd, dan wel gedurende een door hem te bepalen periode worden bewaard in het gemeentearchief. Bescheiden en aantekeningen, die ingevolge een besluit van de commissie geheim dienen te worden gehouden, maken geen deel uit van dit archief.
Aldus besloten in de raadsvergadering van 4 maart 2013.
Koen Schuiling, voorzitter
mr. drs. M. Huisman, griffier
Toelichting op de Verordening commissie van onderzoek naar alle facetten en randvoorwaarden met betrekking tot de exploitatie van Willemsoord 2013.
De omschrijving van de opdracht is ontleend aan de op 17 december 2012 aangenomen motie van de fractie van Behoorlijk Bestuur. Het is aan de onderzoekscommissie een plan van aanpak van het onderzoek te maken inclusief een nadere uitwerking van de vraagstelling.
Als lopende het onderzoek het wenselijk wordt geacht de onderzoeksopdracht aan te passen, dient hiertoe een separaat voorstel aan de raad te worden voorgelegd.
De commissie rapporteert aan de gemeenteraad.
Als de bevindingen van het onderzoek daartoe aanleiding geven, kunnen er conclusies en aanbevelingen in de rapportage worden opgenomen.
Samenstelling van de commissie
Gelet op de opdrachtformulering in de aangenomen motie, de hoeveelheid fracties in onze raad (10) alsmede het behouden van een werkbare situatie, stellen wij voor de onderzoekscommissie uit 5 raads- en/of commissieleden te laten bestaan.
Bij de samenstelling van de onderzoekscommissie zorgt de raad voor een evenredige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde groeperingen (art 82, lid 3, Gemeentewet). Deze bepaling in de gemeentewet beoogt een zekere spreiding van commissiezetels over de raadsfracties en dient ter voorkoming van het uitsluiten van raadsminderheden. Het is niet de intentie om álle raadsfracties te vertegenwoordigen in de onderzoekscommissie.
De commissie benoemt uit haar midden een voorzitter en vicevoorzitter. Voorwaarde is wel dat de voorzitter en zijn plaatsvervanger lid van de raad zijn (artikel 82, lid 4 Gemeentewet).
Lid 3 is opgenomen om een voortdurende terugkoppeling van commissieleden op de fracties te voorkomen.
Lid 4 is toegevoegd om de voortgang van de werkzaamheden te kunnen borgen.
De plaatsvervangende leden hebben toegang tot de beschikbaar gestelde informatie.
De voorzitter is niet uitsluitend technisch voorzitter, maar maakt tevens deel uit van de onderzoekscommissie.
Als een individueel lid van de onderzoekscommissie ophoudt lid te zijn van de raad eindigt ook zijn lidmaatschap van de commissie. Ook eindigt een lidmaatschap bij (tussentijdse) opheffing van de onderzoekscommissie en bij het nemen van ontslag.
Daarnaast eindigt het lidmaatschap als de onderzoekscommissie besluit het betreffende commissielid te horen.
De onderzoekscommissie is een tijdelijke commissie. Na de besluitvorming over het onderzoeksrapport in de gemeenteraad is de taak van de commissie afgerond en wordt de commissie ontbonden.
In de Instructie voor de griffier van de gemeente Den Helder 2008, vastgesteld op 9 juni 2008, is opgenomen dat de griffier zorgdraagt voor ondersteuning van door leden van de gemeenteraad gewenste onderzoeken, anders dan bedoeld in artikel 155a Gemeentewet.
De griffier kan een commissiegriffier aanwijzen en regelt de vervanging bij verhindering.
De (commissie)griffier is bij iedere zitting aanwezig.
De commissiegriffier zorgt voor de verslaglegging van de vergaderingen. Het verslag is een korte bondige weergave van het besprokene en wordt ondertekend door de voorzitter en de commissiegriffier.
In de commissie kunnen nadere afspraken worden gemaakt over de minimale termijn tussen de oproeping en de vergadering. Daarbij zou bijvoorbeeld aangesloten kunnen worden bij de termijn genoemd in artikel 10, lid 1, van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad van Den Helder 2010, zijnde vijf kalenderdagen. Ook zou aangesloten kunnen worden bij de termijn genoemd in artikel 11, lid 1, van de Verordening op de raadscommissies 2010, zijnde twaalf kalenderdagen.
De commissie kan alleen vergaderen en besluiten nemen indien minimaal drie commissieleden aanwezig zijn. Door de benoeming van plaatsvervangende commissieleden (bij verhindering) is de voortgang van de werkzaamheden van de commissie voldoende gewaarborgd.
Beraadslaging vindt plaats achter gesloten deuren omdat de inhoud van een beraadslaging zich mogelijk niet voor openbaarheid leent. Er moet vrij gesproken kunnen worden over personen en hetgeen door hen naar voren is gebracht.
De commissieleden bewaren geheimhouding over hetgeen hen tijdens een vergadering ter kennis komt en over stukken die onder geheimhouding zijn aangeboden. De commissie beslist zelf over de openbaarmaking van stukken die niet onder geheimhouding zijn aangeboden.
Het is denkbaar dat de commissie in het belang van het onderzoek gebruik wenst te maken van externe expertise. De commissie kan hiertoe besluiten mits het door de raad beschikbaar gestelde budget hiervoor toereikend is.
De commissie is bevoegd bij het college van burgemeester en wethouders en de ambtelijke organisatie informatie op te vragen die hij in het belang van het onderzoek nodig acht.
Ook kan de commissie leden van het gemeentebestuur en de ambtelijke organisatie ter vergadering uitnodigen voor het verkrijgen van mondelinge informatie.
De commissie kan ook derden ter vergadering uitnodigen voor het verkrijgen van nadere informatie. Medewerking vindt dan plaats op basis van vrijwilligheid.
De commissie beslist bij meerderheid van stemmen. Dat geldt ook voor de vaststelling van het onderzoeksrapport. Desgewenst kan een minderheidsstandpunt aan het rapport worden toegevoegd.
Na beëindiging van het onderzoek beslist de raad over de vernietiging en archivering van de stukken.
In de verordening op de raadscommissies 2010 zijn bepalingen opgenomen die niet opportuun zijn voor het functioneren van de onderzoekscommissie. Daarbij kan worden gedacht aan bepalingen over de samenstelling van de commissie, de vergaderfrequentie, de rol van de agendacommissie, spreekrecht burgers en spreektermijnen. De verordening op de raadscommissies 2010 is daarom niet van toepassing verklaard.
Als er onduidelijkheid is over de toepassing van deze verordening, legt de voorzitter de kwestie voor aan het presidium. Als een expliciet besluit van de raad wenselijk is, legt het presidium de kwestie voor aan de raad.
De verordening treedt een dag na de publicatie in werking en kan geciteerd worden als de ‘Verordening onderzoekscommissie exploitatie Willemsoord 2013’.