Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leusden

Verordening langdurigheidstoeslag Wwb 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeusden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening langdurigheidstoeslag Wwb 2012
CiteertitelVerordening langdurigheidstoeslag Wwb 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Verordening vervangt Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2012, vastgesteld 29 maart 2012.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 147 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-01-2015nieuwe regeling

08-11-2012

Leusder Krant, 21-11-2013

192187

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening langdurigheidstoeslag Wwb 2012

De raad van de gemeente Leusden;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 september 2012, nr. 192191.

Gelet op:

besluit

vast te stellen de:

Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Leusden 2012

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.
  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leusden

  • c.

    referteperiode: een periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum

  • d.

    peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op langdurigheidstoeslag ontstaat

  • e.

    gehuwdennorm: de norm bedoeld in artikel 21, onderdeel c, van de wet.

HOOFDSTUK II RECHT OP LANGDURIGHEIDSTOESLAG

Artikel 2 Langdurig, laag inkomen

  • 1.

    Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de belanghebbende die gedurende de referteperiode aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 100 % van de voor hem geldende bijstandsnorm.

Artikel 3 Hoogte van de langdurigheidstoeslag

  • 1.

    De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:

    • a.

      voor gehuwden € 523-

    • b.

      voor alleenstaande ouders € 469,-

    • c.

      voor alleenstaanden € 366,-

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.

  • 3.

    De in het eerste lid genoemde bedragen worden elk jaar per 1 januari aangepast met een percentage dat overeenkomt met het procentuele verschil tussen de gehuwdennorm, bedoeld in artikel 21, eerste lid van de wet, per 1 januari van dat jaar en de gehuwdennorm van het daar aan voorafgaande jaar.

HOOFDSTUK III SLOTBEPALINGEN

Artikel 4 Overgangsrecht

De belanghebbende die in 2011 de langdurigheidstoeslag heeft ontvangen omdat hij 36 maanden aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger was dan 100 procent van de voor hem geldende bijstandsnorm, heeft bij ongewijzigde omstandigheden ook in 2012 recht op de langdurigheidstoeslag.

Artikel 5 Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken in bijzondere situaties waarin toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening heet Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Leusden 2012.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt, met terugwerkende kracht, in werking op 1 januari 2012

Artikel 8 Intrekken vorige verordening

De Verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Leusden 2012, vastgesteld op 29 maart 2012, wordt op de in artikel 7 genoemde dag ingetrokken.

Aldus vastgesteld door de raad van Leusden,

in zijn openbare raadsvergadering van 8 november 2012

Mevrouw mr. J.S.Y. Houtman griffier

Mevrouw drs. A. Vermeulen voorzitter.

TOELICHTING OP VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG 2012

Aan de bijstand ligt het uitgangspunt ten grondslag dat het normbedrag, bedoeld ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan met inbegrip van een component reservering, in beginsel toereikend is. Toch kan de financiële positie van mensen die langdurig op een minimum inkomen zijn aangewezen onder druk komen te staan als er na verloop van tijd geen enkel perspectief lijkt te zijn om door inkomen uit arbeid het inkomen te verhogen. Om die reden is bij de invoering van de WWB in 2004 de langdurigheidstoeslag in het leven geroepen. Sinds 1 januari 2009 is de langdurigheidstoeslag gedecentraliseerd. Ook is de langdurigheidstoeslag sinds die datum een bijzondere vorm van (categoriale) bijzondere bijstand

In artikel 8 WWB is een bepaling opgenomen waarin is bepaald dat gemeenten in een verordening regels vastleggen met betrekking tot de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip langdurig, laag inkomen.

Op 10 juli 2012 is door de Eerste Kamer de Wet afschaffing huishoudinkomenstoets aangenomen. De wet is met terugwerkende kracht per 1 januari 2012 van kracht. Daarmee wordt de definitie van ‘gezin’ weer zoals deze luidde voor 1 januari 2012. De Verordening langdurigheidstoeslag 2012, vastgesteld op 29 maart 2012, is daarom gewijzigd. Het betreft een wijziging in artikel 3. Er wordt weer onderscheid gemaakt in de hoogte voor de langdurigheidstoeslag voor gehuwden, alleenstaande ouders en alleenstaanden.

Artikelsgewijze toelichting

In onderstaande toelichting wordt ingegaan op een aantal artikelen dat toelichting behoeft.

Ad artikel 1 Begripsbepalingen

Begrippen die in de WWB voorkomen hebben in deze verordening dezelfde betekenis als in de WWB. Ten aanzien van een aantal begrippen die niet in de WWB zelf staan is een definitie gegeven in deze verordening.

Er is gekozen voor vaststelling van de referteperiode op 36 maanden voorafgaand aan de peildatum. Hiermee is meteen invulling gegeven aan het begrip ‘langdurig’. Een referteperiode van vijf jaar, zoals artikel 36 WWB tot 1 januari 2009 voorschreef, wordt als te lang ervaren. Nadat belanghebbenden drie jaar op een minimuminkomen zijn aangewezen is er over het algemeen geen reserveringsruimte meer over. Daarom wordt hier een termijn van drie jaar aangehouden. Dit sluit ook aan bij de impliciet door de wetgever gegeven termijn. De minimumleeftijd is immers door de wetgever teruggebracht van 23 naar 21 jaar. Een belanghebbende is immers vanaf zijn 18e jaar voor de WWB een zelfstandig rechtssubject.

Ad artikel 3 Hoogte van de langdurigheidstoeslag

De hoogte van de langdurigheidstoeslag is gebaseerd op de huidige hoogte. Het Ministerie van SZW heeft bedragen voor 2012 in de normenbrief opgenomen. Deze bedragen zijn overgenomen. Om niet jaarlijks de verordening aan te hoeven passen is ervoor gekozen om de hoogte jaarlijks mee te laten bewegen met de bijstandsnormen.