Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Almere

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen en abonnementen voor het parkeren

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlmere
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen en abonnementen voor het parkeren
CiteertitelParkeerverordening Almere 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147
  2. Wegenverkeerswet, art. 2a
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201001-01-2011nieuwe regeling

10-12-2009

Almere Vandaag, 2009-12-19

RV-71/2009

Tekst van de regeling

Intitulé

De raad van de gemeente Almere

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders,

 

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet,

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de:

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de ver-lening van vergunningen en abonnementen voor het parkeren.

Hoofdstuk I. Definities en begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459;

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;

  • b.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • c.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet (Stb. 1935, 554) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • d.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • e.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats behorende bij parkeerapparatuur;

  • f.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die

    • 1.

      is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, al dan niet voorzien van een onderbord, of

    • 2.

      gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • g.

    vergunning: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en belanghebbendenplaatsen;

  • h.

    abonnement: een door burgemeester en wethouders verleend abonnement, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren in een daartoe aangewezen met een slagboom afgesloten parkeergarage of parkeerterrein;

  • i.

    vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

  • j.

    abonnementhouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een abonnement is verleend;

  • k.

    wonen: ingeschreven staan in de gemeentelijke basisadministratie op het adres dat wordt bewoond;

  • l.

    eigen parkeerplaats: een parkeerplaats die aan de eigenaar of de houder van het voertuig, krachtens eigendom, bezit, beperkt zakelijk recht of persoonlijk recht van hemzelf of van één van de op zijn adres ingeschreven bewoners, ter beschikking staat;

  • m.

    kraskaart: kraskaart met een geldigheidsduur van 2 uur, bestemd voor parkeren op straat;

    bezoekerskaart: abonnement met een geldigheidsduur van 2 uur, bestemd voor het parkeren in met een slagboom afgesloten parkeergarage of parkeerterrein.

Hoofdstuk II. Plaatsen voor vergunninghouders en abonnementhouders

Artikel 2
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten, parkeergarages en terreinen aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders en abonnementhouders

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren aan vergunninghouders en abonnementhouders is toegestaan.

Artikel 3
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen in de zin van onderdeel IV van het “Aanwijzingsbesluit plaatsen voor abonnementshouders en belanghebbendenplaatsen” of op parkeerapparatuurplaatsen.

  • 2.

    Een vergunning kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze

    • a.

      woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en geen eigen parkeerplaats aan hem ter beschikking staat, dan wel

    • b.

      een bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en aantoont dat het in het belang van diens bedrijfsuitoefening noodzakelijk in dat gebied een motorvoertuig te parkeren, danwel

    • c.

      woont, een bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en niet voldoet aan de in lid 2a of 2b gestelde voorwaarden.

    • d.

      niet voldoet aan de in lid 2a, 2b of 2c gestelde voorwaarden.

  • 3.

    Het aantal vergunningen dat wordt verstrekt, bedraagt, ter zake van de vergunningen genoemd in het tweede lid, onder a en b:

    • a.

      maximaal 1 per adres;

    • b.

      maximaal 2 per vestigingsadres;

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een vergunning ook verlenen aan eigenaren of houders van motorvoertuigen die niet voldoen aan één van de in het tweede lid genoemde voorwaarden.

  • 5.

    Aan de vergunning kunnen zowel beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen als met betrekking tot de tijdstippen waarop de vergunning van kracht is.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een vergunning ook andere voorschriften en beperkingen verbinden. Deze voorschriften en beperkingen mogen alleen strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.

Artikel 4
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag een abonnement verlenen voor het parkeren in met een slagboom afgesloten parkeergarage of parkeerterrein in de zin van de onderdelen I en II van het “Aanwijzingsbesluit plaatsen voor abonnementshouders en belanghebbendenplaatsen”.

  • 2.

    Een abonnement kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze

    • a.

      1. woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en geen eigen parkeerplaats aan hem ter beschikking staat, dan wel

      2. woont in een gebied waar geen belanghebbendenplaatsen en mede doorvergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en geen eigen parkeerplaats aan hem ter beschikking staat, dan wel niet de beschikking heeft over een parkeerplaats in een privé-garage of in een garage in beheer van de gemeente Almere dan wel

      3. woont in een gebouw, waarbij een afnameverplichting geldt voor een abonnement

      met parkeerplaatsgarantie in een privégarage in beheer en onderhoud bij de gemeente.

    • b.

      een beroep of bedrijf uitoefent.

    • c.

      niet voldoet aan de in lid 2a of 2b gestelde voorwaarden.

  • 3.

    Het aantal abonnementen, genoemd in het tweede lid, onder a, sub 2, dat wordt verstrekt, bedraagt maximaal 1.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een abonnement ook verlenen aan eigenaren of houders van motorvoertuigen die niet voldoen aan één van de in het tweede lid genoemde voorwaarden.

  • 5.

    Aan het abonnement kunnen zowel beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen als met betrekking tot de tijdstippen waarop het abonnement van kracht is.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een abonnement ook andere voorschriften en beperkingen verbinden. Deze voorschriften en beperkingen mogen alleen strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.

Artikel 5
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden van dit artikel, regels geven voor het aanvragen en verlenen van een vergunning of abonnement.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen twee maanden na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning of abonnement.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen de in het tweede lid genoemde termijn met ten hoogste twee maanden verlengen.

Artikel 6
  • 1.

    Een vergunning of abonnement wordt voor ten hoogste een jaar verleend.

  • 2.

    De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de periode waarvoor de vergunning geldt;

    • b.

      het gebied waarvoor de vergunning geldt;

    • c.

      de naam van de vergunninghouder of het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend.

Artikel 7

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning of abonnement intrekken of wijzigen:

  • a.

    op verzoek van de houder;

  • b.

    wanneer de houder het gebied, waarvoor de vergunning of abonnement is verleend, metterwoon verlaat of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt;

  • c.

    wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning of abonnement;

  • d.

    wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen of abonnementen komt te vervallen;

  • e.

    wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning of abonnement verbonden voorschriften;

  • f.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning of abonnement onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • g.

    om redenen van openbaar belang.

Artikel 8
  • 1.

    Aan bewoners van het Stadshart dat op de bij het besluit Aanwijzing gebied betaald parkeren behorende kaart is aangewezen als gebied waar betaald parkeren geldt, die wonen in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, worden op aanvraag op naam per adres maximaal 120 kraskaarten per jaar verstrekt.

  • 2.

    Aan bewoners van het Stadshart dat op de bij het besluit Aanwijzing gebied betaald parkeren behorende kaart is aangewezen als gebied waar betaald parkeren geldt, die wonen in een gebied waar geen belanghebbendenplaatsen en mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, worden op aanvraag op naam per adres maximaal 120 bezoekerskaarten per jaar verstrekt.

Hoofdstuk III. Verbodsbepalingen

Artikel 9
  • 1.

    Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig te plaatsen of te laten staan:

    • a.

      op een parkeerapparatuurplaats;

    • b.

      op een belanghebbendenplaats.

  • 2.

    Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 10

Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.

Artikel 11
  • 1.

    Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:

    • a.

      zonder vergunning;

    • b.

      zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de vergunning;

    • c.

      in strijd met de aan de vergunning verbonden voorwaarden.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Hoofdstuk IV. Strafbepaling

Artikel 12

Overtreding van het bepaalde in hoofdstuk III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.

Hoofdstuk V. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 13

Met de opsporing van overtredingen van deze verordening zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren belast.

Artikel 14
  • 1.

    De “Parkeerverordening Almere” vastgesteld op 23 oktober 2003, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2010, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Parkeerverordening Almere 2010”

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad d.d. 10 december 2009.

 

De secretaris, de voorzitter,