Organisatie | Bergen op Zoom |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | De raad van de gemeente Bergen op Zoom; |
Citeertitel | Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-03-2013 | 01-09-2013 | nieuwe regeling | 05-03-2013 Bergen op Zoomse Bode, 10-03-2013 | RVB13-0012 |
gezien het voorstel van het fractievoorzittersoverleg van 27 februari 2013, nr. RVB13-0012;
gelet op de Gemeentewet, de Archiefwet 1995 en het Archiefbesluit 1995,
alsmede op de “Circulaire benoeming, functioneringsgesprekken en herbenoeming burgemeester” van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ingangsdatum 15 juli 2012);
In deze verordening wordt verstaan onder:
• De minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
• De commissaris: de commissaris van de Koningin in Noord-Brabant;
• De commissie: de vertrouwenscommissie benoeming burgemeester 2013
De geheimhoudingsplicht brengt onder meer mee dat aan raadsleden, die geen zitting (meer) hebben in de commissie, en aan anderen, behoudens het bepaalde in artikel 8 van deze verordening, geen inzage in, of informatie omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering wordt verstrekt.
De commissie treft, met inachtneming van de artikelen 6, 7, tweede lid, en 11 van deze verordening, een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijft gewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.
De commissie besluit bij de voorbereiding van een aanbeveling bij meerderheid van uitgebrachte stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen bevindingen wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie, maar de verschillende meningen in het verslag opgenomen. De commissie streeft naar unanimiteit. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag tot uitdrukking gebracht.
Artikel 7 Bijzondere bepalingen over de benoemingsprocedure
De secretaris nodigt, op verzoek van de commissie, de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie. De commissie treft voorzieningen met betrekking tot de wijze waarop de privacy van de sollicitanten wordt beschermd, bijvoorbeeld door de plaats en het tijdstip van de gesprekken zodanig te kiezen dat de vertrouwelijkheid van de gesprekken is gewaarborgd.
De commissie brengt over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van de aanbeveling tot benoeming verslag uit aan de gemeenteraad en de commissaris door middel van een verslag van bevindingen. Dit schriftelijke en vertrouwelijke verslag bevat tenminste:
Het verslag heeft in ieder geval de volgende bijlage: de conceptaanbeveling van twee personen.
In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire van de minister (ingangsdatum 15 juli 2012) niet voorziet, beslist de commissie.
De commissie is ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop door de minister aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat in de vacature van burgemeester is voorzien.
De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemingsprocedure zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in artikel 10 alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de op grond van artikel 31 van de Archiefwet 1995 door de gemeenteraad aangewezen archiefbewaarplaats.
De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemingsprocedure zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordt opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.