Regeling Beeldschermbril

Artikel 46:1:1:1  Aanschaffen van beeldschermbril

De ambtenaar met een vaste aanstelling of arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, dan wel een aanstelling of arbeidsovereenkomst van minimaal ½ jaar die regelmatig werkt met een beeldscherm, wordt de mogelijkheid geboden zijn/haar ogen periodiek te laten onderzoeken door de ARBO-dienst.

Wanneer blijkt dat het gezichtsvermogen voor beeldschermwerk onvoldoende is, kan de ambtenaar conform de in de toelichting vermelde procedure en regels een beeldschermbril aanschaffen bij Eyewish-Groeneveld opticiens.

Het door de opticien te verstrekken opdrachtformulier wordt door de ambtenaar en de preventiemedewerker gezamenlijk ingevuld.

Artikel 46:1:1:1  

Met het stijgen van de leeftijd vermindert het functioneren van de ooglens. Het wordt dan steeds moeilijker om op korte afstand details scherp te zien. Na verloop van tijd komt er een moment waarop een leesbril noodzakelijk wordt om goed te kunnen lezen. Dit kan rond het 40e levensjaar gaan optreden. Enige tijd na het in gebruik nemen van de eerste leesbril ontstaat veelal de behoefte aan een bril speciaal voor het computerwerk: de beeldschermbril. Dit komt doordat de reguliere leesafstand afwijkt van de leesafstand achter een beeldscherm. Het beeldscherm staat normaliter op een afstand van 50 tot 60 cm afstand, terwijl een normale leesbril slechts geschikt is voor een leesafstand van 30 tot 35 cm. Bij een beeldschermbril zijn de glazen zodanig geslepen dat:

• -

  op normale leesafstand, teksten goed gelezen kunnen worden en

• -

  tekst en figuren op het beeldscherm goed gelezen kunnen worden.

Op basis van het Arbobesluit (afdeling 2 “beeldschermwerk”) hebben werkgevers een aantal verplichtingen met betrekking tot beeldschermwerkzaamheden. Een van de aspecten die in de regelgeving is opgenomen is dat werknemers in de gelegenheid gesteld moeten worden een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan dat betrekking heeft op de ogen en het gezichtsvermogen. Indien uit het onderzoek blijkt dat een beeldschermbril noodzakelijk is, dient deze voorziening aan de medewerker te worden verstrekt. Hierbij moet de kanttekening worden gemaakt dat dit alleen medewerkers betreft, die gemiddeld meer dan twee uren per dag achter een beeldscherm moeten werken.

Indien een medewerker aangeeft oogklachten te hebben als gevolg van beeldschermwerkzaamheden, wordt als volgt gehandeld:

• 1

  De medewerker meldt bij zijn leidinggevende dat hij oogklachten heeft en maakt daarna een afspraak met de preventiemedewerker.

• 2

  De preventiemedewerker beoordeelt of het beeldscherm en de werkplek op een juiste, ergonomische wijze is ingesteld. Indien dit niet het geval is, volgt aanpassing van de werkplek.

• 3

  Indien aanpassing van de werkplek niet noodzakelijk was of indien de klachten na aanpassing zijn gebleven, beoordeelt de preventiemedewerker of de medewerker direct in aanmerking komt voor een beeldschermbril of dat de medewerker aangemeld wordt voor een oog- en gezichtsveld onderzoek.

• 4

  Indien de medewerker in aanmerking komt voor een beeldschermbril wordt door de preventiemedewerker samen met de medewerker het opdrachtformulier ingevuld.

• 5

  De preventiemedewerker tekent de akkoordverklaring.

• 6

  De medewerker kan nu met het opdrachtformulier naar een van de aangesloten opticien voor het laten aanmeten van de “Fits” beeldschermbril.

• 7

  De regeling die geldt voor bezoek aan huisarts, tandarts, etc. is hierop van toepassing.

• 8

  De opticien zal alleen een beeldschermbril aanmeten aan de hand van het opdrachtformulier en de akkoordverklaring van de gemeente.

• 9

  De opticien stuurt de rekening rechtstreeks naar de gemeente (t.a.v. de preventiemedewerker).

• 10

  Een beeldschermbril wordt maximaal 1 maal per 3 jaar verstrekt. Indien een beeldschermbril van andere sterkte noodzakelijk is, wordt van deze regel afgeweken.