Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Almere

Nadere regels Premiebeleid gemeente Almere

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlmere
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels Premiebeleid gemeente Almere
CiteertitelNadere regels Premiebeleid gemeente Almere
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Re-integratieverordening Wet Werk en Bijstand Gemeente Almere 2009
  2. Algemene Subsidieverordening Almere 2008
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-02-201001-01-2015nieuwe regeling

15-12-2009

Almere Vandaag, 2010-02-06

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels Premiebeleid gemeente Almere

 

Burgemeester en wethouders van Almere;

 

Gelet op het bepaalde in artikel 8 van de Re-integratieverordening Wet Werk en Bijstand Gemeente Almere 2009 en de Algemene Subsidieverordening Almere 2008;

 

B E S L U I T E N :

 

Vast te stellen nadere regels voor het verstrekken van premies in het kader van arbeidsstimulering en sociale activering, luidende als volgt:

Hoofdstuk 1: Inleidende bepalingen

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze nadere regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    WWB: Wet Werk en Bijstand;

  • b.

    IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • c.

    IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • d.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • e.

    Uitkeringsgerechtigden: personen tot 65 jaar met een uitkering ingevolge de WWB, de IOAW of de IOAZ en die woonachtig zijn in de gemeente Almere;

  • f.

    Nugger: personen zoals bedoeld in de WWB, artikel 6 onder a;

  • g.

    Participatiebudget: één specifieke uitkering aan gemeenten waarin de gemeentelijke middelen voor volwasseneneducatie, inburgering en re-integratie zijn samengevoegd;

  • h.

    Inburgeraar: Inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars zoals bedoeld in de Wet inburgering en regeling vrijwillige inburgering;

  • i.

    Algemeen geaccepteerde arbeid: arbeid die maatschappelijk aanvaard is;

  • j.

    Uitkering: een uitkering levensonderhoud op grond van de WWB, IOAW of IOAZ;

  • k.

    Minimumloon: het bruto minimumloon per maand, genoemd in artikel 8 eerste lid van de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag dan wel indien van toepassing het bruto minimum jeugdloon genoemd in het bestluit minimumjeugdloonregeling;

  • l.

    Arbeidsovereenkomst: een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht zoals bedoeld in artikel 7:610 van het BW;

  • m.

    Premie: Financiële prikkel met als doel het stimuleren van de onder artikel 4 genoemde doelgroep om de activiteiten/inspanningen gericht op het bereiken van bijstandsonafhankelijkheid en participatie aan de samenleving voort te zetten en te belonen;

  • n.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere;

  • o.

    Gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Almere.

Artikel 2: Bevoegdheid van burgemeester en wethouders

Het college is bevoegd tot het nemen van besluiten in het kader van premies aan de in artikel 4 genoemde doelgroep met inachtneming van deze regeling.

Hoofdstuk 2: Doel en doelgroep

Artikel 3: Doel regeling

Op grond van deze regeling kan het college stimuleringspremies verstrekken in het kader van re-integratie en inburgering aan de in artikel 4 genoemde doelgroep.

Artikel 4: Doelgroep regeling

Tot de doelgroep van deze regeling behoren belanghebbenden die vallen onder de doelgroep van het participatiebudget te weten:

  • 1.

    Uitkeringsgerechtigden, of;

  • 2.

    Nuggers, of;

  • 3.

    Inburgeraars.

Hoofdstuk 3: Soorten, voorwaarden en hoogte premies

Artikel 5: Soorten en voorwaarden premies

Het college kan de volgende premies met de daaraan verbonden voorwaarden verstrekken:

  • 1.

    Premie bij duurzame uitstroom:

    • a.

      Belanghebbende heeft voor uitstroom minimaal 12 aaneengesloten maanden bijstand ontvangen en;

    • b.

      Belanghebbende heeft minimaal 6 aaneengesloten maanden regulier gewerkt en;

    • c.

      Belanghebbende heeft minmaal 6 aaneengesloten maanden geen beroep gedaan op bijstand.

  • 2.

    Premie bij deeltijdwerk:

    • a.

      Belanghebbende ontvangt (aanvullende) bijstand en;

    • b.

      Belanghebbende is gedeeltelijk ontheven en;

    • c.

      Belanghebbende heeft minmaal 12 uur per week 12 aaneengesloten maanden gewerkt.

  • 3.

    Premie bij gesubsidieerde arbeid:

    • a.

      Belanghebbende heeft minimaal 6 aaneengesloten maanden gesubsidieerd werk verricht en;

    • b.

      Belanghebbende heeft voor het gesubsidieerde werk minimaal 12 aaneengesloten maanden bijstand ontvangen.

  • 4.

    Premie bij werken met behoud van uitkering op grond van artikel 10a lid 6 van de wet:

    • a.

      Belanghebbende ontvangt een bijstandsuitkering en;

    • b.

      Belanghebbende heeft minimaal 6 aaneengesloten maanden werk met behoud van uitkering verricht.

  • 5.

    Premie bij vrijwilligerswerk:

    • a.

      Belanghebbende ontvangt bijstand en;

    • b.

      Belanghebbende heeft minimaal 4 uur per week over een periode van 6 aaneengesloten maanden vrijwilligerswerk verricht of 6 maanden actief deelgenomen aan het activeringscentrum en;

    • c.

      Het vrijwilligerswerk wordt uitgevoerd met toestemming van de gemeente in het kader van activering;

    • d.

      Belanghebbende ontvangt geen premie voor de inloopwerkvoorziening van Kompaan en;

    • e.

      Belanghebbende ontvangt geen vergoeding vrijwilligerswerk.

  • 6.

    Premie bij scholing:

    • a.

      Belanghebbende heeft een certificaat of diploma behaald en;

    • b.

      De gevolgde scholing draagt bij aan arbeidsinschakeling en;

    • c.

      De gevolgde scholing heeft een duur van minmaal 3 maanden gehad en;

    • d.

      De scholing moet een gemeentelijk aanbod betreffen en;

    • e.

      Indien belanghebbende vanuit de gemeente een aanbod heeft gekregen en uitgestroomd is, is nazorg een onderdeel van het traject.

  • 7.

    Premie bij experimenten in het kader van re-integratie:

    • a.

      Het experiment heeft een duur van minimaal een half jaar en;

    • b.

      Het experiment is gericht op activering of een stap op de re-integratieladder en;

    • c.

      Belanghebbende heeft actief deelgenomen aan het experiment en;

    • d.

      Belanghebbende kan geen aanspraak maken op een al bestaande premie.

Artikel 6: Hoogte premies

De hoogte van de verschillende premies is als volgt:

  • 1.

    Premie bij duurzame uitstroom: eenmalig € 1000,-.

  • 2.

    Premie bij deeltijdwerk: € 1000,- per jaar.

  • 3.

    Premie gesubsidieerde arbeid:

    • a.

      € 500,- na 6 maanden gesubsidieerd werk;

    • b.

      € 500,- wanneer belanghebbende na gesubsidieerd werk minimaal 6 aaneengesloten maanden regulier werk heeft verricht.

  • 4.

    Premie werken met behoud van uitkering: € 150,- per half jaar.

  • 5.

    Premie vrijwilligerswerk: € 200,- per jaar.

  • 6.

    Premie scholing: eenmalig € 200,- per uitkeringsperiode.

  • 7.

    Premie bij experimenten: eenmalig € 200,- per uitkeringsperiode.

Hoofdstuk 4: De aanvraag

Artikel 7: Termijn indienen van een aanvraag

De belanghebbende die een van de in artikel 5 genoemde activiteiten het kader van deze nadere regels ontplooit, kan binnen één maand na aanvang van de activiteit een verzoek op grond van deze nadere regels indienen bij het college.

Artikel 8: Ambtshalve te verstrekken premies

  • 1.

    De volgende premies worden ambtshalve verstrekt:

    • a.

      Premie bij deeltijdwerk;

    • b.

      Premie werken met behoud van uitkering;

    • c.

      Premie vrijwilligerswerk;

    • d.

      Premie scholing;

    • e.

      Premie bij experimenten.

  • 2.

    De in lid 1 genoemde premies worden ambtshalve verstrekt wanneer er aan de in artikel 5 gestelde voorwaarden is voldaan.

  • 3.

    Het college kan indien noodzakelijk nadere gegevens ter verificatie opvragen.

  • 4.

    Op de premieverstrekking is de Awb van toepassing.

Artikel 9: Aanvragen van premies

  • 1.

    De volgende premies moeten worden aangevraagd:

    • a.

      Premie bij duurzame uitstroom;

    • b.

      Premie gesubsidieerde arbeid.

  • 2.

    De aanvraag wordt gedaan met een hiervoor door het college opgesteld aanvraagformulier.

  • 3.

    De premieaanvraag wordt uitsluitend door middel van een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier zoals bedoeld in het voorgaande lid ingediend.

  • 4.

    De premieaanvraag bevat onder andere de volgende gegevens en documenten:

    • a.

      naam, adres, woonplaats en burgerservicenummer van belanghebbende;

    • b.

      indien van toepassing verstrekt belanghebbende een arbeidsovereenkomst, een verklaring van vrijwilligerswerk van een vrijwilligersorganisatie of van de organisatie waar het vrijwilligerswerk wordt verricht, een certificaat of diploma;

    • c.

      overige gegevens, die het college noodzakelijk acht om tot een besluit over de premieaanvraag te kunnen komen.

  • 5.

    De premie kan worden aangevraagd wanneer aan de in artikel 5 gestelde voorwaarden is voldaan.

  • 6.

    Het college kan nadere aanwijzingen of modellen voorschrijven met betrekking tot de in te dienen gegevens.

  • 7.

    Op de premieverstrekking is de Awb van toepassing.

Hoofdstuk 5: Herziening en weigeringsgronden

Artikel 10: Herziening premieverstrekking

  • 1.

    Het college kan op verzoek van belanghebbende de hoogte van de premie herzien als daar gelet op de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit of sociale activering van belanghebbende aanleiding toe bestaat.

  • 2.

    Het college kan de hoogte van de premies ambtshalve wijzigen.

Artikel 11: Weigering premieverstrekking

De verstrekking van de premie kan worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:

  • a.

    belanghebbende niet het doel nastreeft van deze regeling;

  • b.

    belanghebbende doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien of ontplooit die in strijd zijn met de wet of het algemeen belang;

  • c.

    de premieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente.

Artikel 12: Samenloop met andere regelingen

Er bestaat geen recht op een premie zoals genoemd in artikel 6 indien belanghebbende voor de activiteit, als bedoeld in artikel 5, waarvoor premie verstrekt kan worden reeds een andere premie ontvangt, en aan de voorwaarden is voldaan zoals gesteld in artikel 5.

Hoofdstuk 6: Het beslissen op de aanvraag en de wijze van betalen

Artikel 13: Besluittermijn

  • 1.

    Het college besluit uiterlijk binnen acht weken na ontvangst van een volledig ingevuld aanvraagformulier zoals vermeld in artikel 7 over de verstrekking van de premie.

  • 2.

    Het college kan de termijn als bedoeld in het vorige lid met ten hoogste vier weken verdagen en stelt hiervan de belanghebbende schriftelijk in kennis.

Artikel 14: Het besluit tot verstrekken van een premie

Het besluit tot toekenning van een premie bevat in ieder geval:

  • -

    de hoogte van de premie;

  • -

    de wijze van bevoorschotting van de premie;

  • -

    de verplichtingen van de belanghebbende.

Artikel 15: Betalingsvoorwaarden

Het college verstrekt de premie achteraf op het moment dat de periode, als bedoeld in artikel 6, waarvoor de premie toegezegd is, verstreken is.

Hoofdstuk 7: Verplichtingen belanghebbende

Artikel 16: Algemene verplichtingen

  • 1.

    Indien sprake is van een premie voor uitstroom dient belanghebbende binnen één maand na de uitstroomdatum een kopie van de afgesloten arbeidsovereenkomst te verstrekken.

  • 2.

    Indien sprake is van een premie voor vrijwilligerswerk dient belanghebbende een verklaring te overleggen van de vrijwilligersorganisatie waarvoor het vrijwilligerswerk is verricht of een verklaring van de organisatie waar belanghebbende werkzaamheden als vrijwilliger heeft verricht.

  • 3.

    Indien sprake is van een premie voor scholing dient belanghebbende een certificaat of diploma te overleggen, waaruit blijkt dat belanghebbende heeft deelgenomen aan de scholing danwel de scholing met goed gevolg heeft afgesloten.

Hoofdstuk 8: Slotbepalingen

Artikel 17: Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien toepassing van deze regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 18: Zaken waarin deze regeling niet voorziet

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 19: Citeertitel

Deze nadere regeling wordt aangehaald als ‘Nadere regels premiebeleid gemeente Almere’.

Artikel 20: Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking na publicatie.

 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Almere, 15 december 2009

 

 

Almere, 15 december 2009

 

Burgmeester en wethouders voornoemd,

 

 

de secretaris, de burgemeester,

A.J. Grootoonk A. Jorritsma-Lebbink

Toelichting bij nadere regels premiebeleid gemeente Almere  

Algemene toelichting

Artikel 7 lid 1 onder a van de WWB bepaalt dat het college verantwoordelijk is voor het ondersteunen van personen als bedoeld in artikel 10 lid 2, personen met een nabestaanden- of halfwezenuikering op grond van de Algemene nabestaandenwet en niet-uitkeringsgerechtigen bij arbeidsinschakeling/het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid. Het college is bij deze ondersteuning verantwoordelijk voor het bepalen en aanbieden van voorzieningen, indien dit naar hun oordeel noodzakelijk is voor de arbeidsinschakeling. Het college kan derhalve op grond van de WWB voorzieningen verstrekken aan personen die behoren tot de doelgroep.

Paragraaf 3.2.1 van de Memorie van Toelichting van de WWB vermeldt dat de gemeente dient te beoordelen of betrokkene op eigen kracht in staat is algemeen geaccepteerde arbeid te aanvaarden of dat de betrokkene ondersteuning nodig heeft richting arbeidsinschakeling. In dat laatste geval is de gemeente vervolgens verantwoordelijk voor het leveren van deze ondersteuning in de vorm van voorzieningen. Deze kunnen bestaan uit onder meer scholing, loonkostensubsidie, gesubsidieerde arbeid, sociale activering, premies, kinderopvang en stages. Aan de vormgeving en de mate waarin deze voorzieningen worden ingezet stelt het wetsvoorstel geen eisen. Hierdoor kan de gemeente de ondersteuning optimaal afstemmen op andere gemeentelijke beleidsterreinen zoals zorg en onderwijs, en op de lokale arbeidsmarkt.

Artikel 8 lid 1 onder a van de WWB bepaalt dat de regels met betrekking tot de voorzieningen in een verordening moeten worden vastgelegd. In deze verordening dient aldus het tweede lid ook de toedeling van voorzieningen aan de verschillende doelgroepen te worden opgenomen. Dit is ook ten aanzien van premies van toepassing.

In de re-integratieverordening is het algemene kader voor het verstrekken van premies opgenomen. In deze verordening komt eveneens naar voren dat er door het college nadere regels kunnen worden gesteld. Deze nadere regels behoren daartoe.

Er is gekozen voor het verstrekken van premies aan personen behorende tot een van de doelgroepen die duurzaam uitstromen, deeltijdwerk aangaan, gesubsidieerde arbeid verrichten, werken met behoud van uitkering, vrijwilligerswerk doen, deelnemen aan scholing of meedoen aan een experiment in het kader van re-integratie.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1: Begripsbepalingen

Dit artikel bevat de omschrijving van de verschillende begrippen.

Deze nadere regels bevatten de omschrijving van de premies aan de doelgroep. De premies verstrekt aan de verschillende doelgroepen zoals in deze nadere regels is bedoeld als stimulans voor personen uit deze doelgroepen om werknemers de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen.

Artikel 2: Bevoegdheid van burgemeester en wethouders

Zoals uit de algemene toelichting al naar voren komt dient de gemeente een verordening op te stellen met daarin regels over het verstrekken van noodzakelijk geachte voorzieningen. Deze verplichting tot het opstellen van een verordening ligt bij de gemeenteraad. In de re-integratieverordening van de gemeente Almere is bepaald dat het college bevoegd is tot het verstrekken van premies. In dit artikel wordt dit nogmaals herhaald. De bevoegdheid tot het beslissen over premieaanvragen zoals bedoeld in deze nadere regels ligt bij het college.

Artikelen 3 en 4: Doel en doelgroep regeling

Artikel 3 bevat doel en reikwijdte van deze nadere regels. De verstrekking van een premie heeft tot doel om personen die behoren tot de in artikel 4 genoemde doelgroepen in het kader van re-integratie en inburgering te stimuleren om deel te nemen aan een traject voor arbeidsstimulering en sociale activering.

Artikel 5: Soorten en voorwaarden premies

Dit artikel bevat de verschillende soorten premies die verstrekt kunnen worden. Per premie is bepaald aan welke voorwaarden voldaan moet zijn om in aanmerking te komen voor een premie.

Artikel 6: Hoogte premies

In dit artikel wordt per soort premie aangegeven wat de maximale hoogte van de verschillende premies is.

Artikel 7: Termijn indienen van een aanvraag

Dit artikel bevat de termijn waarbinnen de aanvraag voor een premie moet zijn ingediend.

Artikel 8: Ambtshalve te verstrekken premies

Hierin wordt duidelijk aangegeven welke premies ambtshalve worden verstrekt. Daarnaast wordt er duidelijk weergegeven aan welke voorwaarden de verstrekking ambtshalve moet voldoen.

Artikel 9: Aanvragen van premies

Hierin wordt duidelijk aangegeven welke premies aangevraagd moeten worden. Daarnaast wordt er duidelijk weergegeven aan welke voorwaarden de aanvraag voor een premie moet voldoen. Welke stukken en gegevens er moeten worden ingeleverd, is verschillend per soort premie.

Artikel 10: Herziening premieverstrekking

Indien er gelet op de arbeidsproductiviteit of sociale activering aanleiding toe is, kan het college de hoogte van de premie herzien.

Het college kan eveneens ambtshalve besluiten de beoordeling van de hoogte van de premie te herzien als hiertoe aanleiding bestaat. Het betreft uitzonderingsgevallen.

Artikel 11 en 12: Weigering premieverstrekking en samenloop met andere regelingen

De verstrekking van een premie kan worden geweigerd als belanghebbende het doel van de regeling niet nastreeft, belanghebbende doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien of ontplooit die in strijd zijn met de wet of het algemeen belang danwel als de premieverstrekking niet in het gemeentelijk beleid past.

Artikel 13: Besluittermijn

Dit artikel bevat de beslistermijnen. De Awb regelt de termijn op het moment dat er in de verordening of nadere regeling niets is geregeld over de afhandelings- en beslistermijn. Er kan besloten worden een afwijkende afhandelingstermijn te bepalen. De termijnen genoemd in dit artikel is dan leidend.

Artikel 14: Het besluit tot verstrekken van een premie

Dit artikel bevat de onderdelen die in een besluit tot het verstrekken van een premie genoemd moeten worden.

Artikel 15: Betalingsvoorwaarden

De premie wordt achteraf betaald.

Artikel 16: Algemene verplichtingen

Per soort premie is in dit artikel bepaald aan welke verplichtingen voldaan moet worden.

Artikel 17: Hardheidsclausule

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 18: Zaken waarin deze regeling niet voorziet

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 19: Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 20: Inwerkingtreding

De inwerkingtreding van deze nadere regels wordt bepaald door de datum waarop het college het besluit neemt de regels in werking te laten treden.

Het is wenselijk om de nadere regels zo snel mogelijk nadat het college een besluit heeft genomen, dus na uitvoeringsbesluit, in werking te laten treden. Na inwerkingtreding van deze nadere regeling kan gestart worden met het verstrekken van de premies op basis van deze regeling.