Organisatie | Nijkerk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Drank- en horecaverordening Nijkerk |
Citeertitel | Drank- en horecaverordening Nijkerk |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Drank- en Horecaverordening Nijkerk 2014.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-03-2014 | 06-03-2014 | intrekking | 27-02-2014 | 2013-074 | |
21-12-2001 | 06-03-2014 | nieuwe regeling | 29-11-2001 De Stad Nijkerk, 12-12-2001 | rvs. 2001-112 |
De raad van de gemeente Nijkerk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 september 2001;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en artikel 23 van de Drank- en Horecawet;
gelezen het advies van de Inspectie Gezondheidsbescherming Waren en Veterinaire Zaken;
besluit vast te stellen de volgende Drank- en Horecaverordening Nijkerk.
Afdeling I Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Afdeling II Beperking verstrekking sterke drank
Artikel 2 Verbod verstrekken sterke drank voor gebruik ter plaatse
Het is verboden anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting:
Artikel 3 Verbod verstrekken sterke drank voor gebruik elders
Het is verboden bedrijfsmatig sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in een inrichting als bedoeld in artikel 2.
Artikel 5 Gronden aanwijzingsbesluit
De burgemeester gaat over tot het aanwijzen van de tijdsruimte als bedoeld in artikel 4 eerste en tweede lid, als handhaving van de openbare orde, de veiligheid of de volksgezondheid dit vordert. Voorafgaand aan een aanwijzing hoort de burgemeester de hoofdofficier van justitie en de korpschef van de regiopolitie.
de secretaris
H.Verheij
de voorzitter
B. Vries
Deze verordening vindt haar basis in:
Toepasselijke bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht
De bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) die naast deze verordening gelden, zijn hieronder aangegeven.
Toelichting van toepassing zijnde bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht
De artikelen 3:5 t/m 3:9 van de Awb zijn van toepassing op de in de verordening aangewezen adviseurs, te weten de Inspectie Gezondheidsbescherming Waren en Veterinaire Zaken en de Kamer van Koophandel. Beide instanties hebben een adviserende rol ten aanzien van de uitvoering van de Drank- en Horecawet.
Voor de in deze verordening genoemde beschikkingen geldt de bezwaar- en beroepsprocedure als bedoeld in de Awb. Dat betekent dat bezwaar tegen een beschikking kan worden ingediend bij het bestuursorgaan dat de beslissing heeft genomen, terwijl bij de arrondissementsrechtbank de mogelijkheid bestaat om in beroep te gaan tegen de beslissing op het bezwaar.
Dit artikel geeft aan welke betekenis moet worden toegekend aan de diverse begrippen. De gegeven omschrijvingen sluiten aan bij de begripsbepalingen uit de Drank- en Horecawet. Om de leesbaarheid van deze verordening te vergroten, is expliciet gekozen voor een uitgebreide begrippenlijst en niet voor het enkel verwijzen naar de begrippen uit de Drank- en Horecawet.
Artikel 23 van de Drank- en Horecawet biedt de basis voor dit artikel. Op grond van artikel 2 is het verboden sterke drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse in inrichtingen waar dit vanwege de aard van de inrichting niet gewenst is.
Gelet op de bijzondere aard van de in artikel 2 genoemde inrichtingen, is het niet toegestaan om sterke drank te verstrekken voor gebruik anders dan ter plaatse.
In verband met het belang van de openbare orde kan worden bepaald dat gedurende een vooraf vastgestelde periode geen alcoholhoudende drank (anders dan om niet) mag worden verstrekt voor gebruik ter plaatse. Op grond van deze bepaling kan het verstrekken van alcoholhoudende drank tijdens bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd, worden verboden (lid a).
Tevens kan het bedrijfsmatig verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse gedurende een vooraf vastgestelde periode worden verboden (lid b).
Op grond van lid 2 kan de burgemeester een tijdsruimte aanwijzen waarin bedrijfsmatig of anders dan om niet geen alcoholhoudende drank mag worden verstrekt.
Dit artikel noemt de gronden voor het aanwijzingsbesluit als bedoeld in artikel 4. Het gaat kort gezegd om het belang van openbare orde, veiligheid en de volksgezondheid. Voordat de burgemeester over gaat tot aanwijzing, hoort hij de hoofdofficier van justitie en de korpschef van de regiopolitie.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Naast de bestuurlijke weg van handhaving, bestaat op grond van dit artikel de mogelijkheid om via strafrechtelijke weg actie te ondernemen tegen een overtreding van genoemde bepalingen. Dit is echter een bevoegdheid van het Openbaar Ministerie. Naar verwachting zal dan ook nauwelijks gebruik worden gemaakt van deze bevoegdheid.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking, treedt de verordening in werking (artikel 142 van de Gemeentewet). Het vereiste dat de verordening ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan gedeputeerde staten is in de nieuwe Drank- en Horecawet vervangen door een kennisgevingsverplichting. De verordening kan dan ook onmiddellijk na het raadsbesluit worden afgekondigd.