Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schagen

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning gemeente Schagen 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchagen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning gemeente Schagen 2013
CiteertitelVerordening ambtelijke bijstand en Fractieondersteuning Schagen 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpambtelijke bijstand en financiële bijdrage

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 33

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-01-2013Nieuwe regeling

29-01-2013

Schager Weekblad, 27 februari 2013

2013-20

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning gemeente Schagen 2013

De raad van de gemeente Schagen,

 

gelezen het voorstel van de raadsgriffier d.d. 21 januari 2013;

 

gelet op het bepaalde in artikel 33 van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

de verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning gemeente Schagen 2013 vast te stellen.

Paragraaf 1 Ambtelijke bijstand
Artikel 1 Verzoek om informatie
  • 1.

    Een raadslid wendt zich tot de griffier of een ambtenaar met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn.

  • 2.

    Indien de ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld onder het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij de secretaris daarvan in kennis. De secretaris beslist.

  • 3.

    Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om bijstand bij het opstellen van initiatiefvoorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 4.

    De bijstand, bedoeld in het derde lid, wordt verleend door de griffier of door een door de griffier aan te wijzen griffiemedewerker.

Artikel 2 Verlenen van ambtelijke bijstand
  • 1.

    Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier of de secretaris ambtelijke bijstand tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden;

  • 2.

    De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 3.

    Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd, deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 3 weigeren verzoek ambtelijke bijstand

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Artikel 4 Geschil over ambtelijke bijstand
  • 1.

    Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan mededeling aan de secretaris.

  • 2.

    Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing, leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

Artikel 5 Informeren portefeuillehouder

De ambtenaar of secretaris geven van de door hen mondeling of schriftelijk verstrekte informatie, advies of bijstand kennis aan de betreffende portefeuillehouder, indien zij moeten of kunnen vermoeden dat zulks in het belang is van een goede bestuursvoering.

Paragraaf 2 Fractieondersteuning
Artikel 6 Recht op financiële vergoeding
  • 1.

    De fracties ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2.

    Deze bijdrage bestaat uit een vast deel elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag per raadszetel. (tenzij het presidium anders beslist)

  • 3.

    De hoogte van de in het tweede lid bedoelde bijdragen zijn opgenomen in tabel I bij deze verordening en kan jaarlijks bij de begroting door de raad worden gewijzigd.

Artikel 7 Besteding financiële vergoeding
  • 1.

    Fracties besteden de bijdrage voor hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol. De financiële bijdrage is bestemd als tegemoetkoming in de kosten van het functioneren als fractie, zoals personele kosten fractieassistent, administratie en organisatiekosten, vergaderkosten, informatievoorziening, kosten verhoging kwaliteit fractiewerk, externe adviezen.

  • 2.

    De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      Uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      Betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      Giften;

    • d.

      Uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • e.

      Opleidingen voor individuele raads- en commissieleden;

    • f.

      Uitgaven aan raadsleden voor werkzaamheden die zij als beleidsmedewerker of anderszins in opdracht van een fractie verrichten;

    • g.

      (her)verkiezing van raadsleden;

Artikel 8 Voorschot bijdrage fractieondersteuning
  • 1.

    De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, voor 31 januari van een kalenderjaar, als voorschot op dat kalenderjaar verstrekt.

  • 2.

    In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt een voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

  • 3.

    Het voorschot wordt verrekend met teveel ontvangen voorschotten in jaren waarvoor de raad de bedragen heeft vastgesteld bedoeld in artikel 11.

Artikel 9 Gevolgen splitsen fractie
  • 1.

    Bij afsplitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 8, tweede lid, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

  • 2.

    Bij afsplitsing van een fractie wordt aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het tweede lid.

Artikel 10 Reserves
  • 1.

    De raad reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren.

  • 2.

    De reserve is niet groter dan 30% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande

    kalenderjaar toekwam op grond van artikel 8.

  • 3.

    Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve, komt tot uitdrukking in de arekening als bedoeld in artikel 11 over dat jaar. Bevoorschotting vindt desgevraagd plaats.

  • 4.

    De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 5.

    Als bij zetelverlies de reserve voor een fractie hoger zou worden dan aangegeven in het tweede lid, vervalt het recht op dat meerdere.

  • 6.

    Bij splitsing van een fractie, wordt de reserve verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden, voor zover deze reserve niet meer bedraagt dan 30% van de bijdrage die de oorspronkelijke fractie in het voorgaande kalenderjaar ontving.

Artikel 11 Verantwoording en controle
  • 1.

    Elke fractie legt, binnen drie maanden na het einde van het kalenderjaar, door tussenkomst van de auditcommissie, aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning, conform het formulier dat als bijlage bij deze verordening is vastgesteld.

  • 2.

    De raad stelt na advies van de auditcommissie de bedragen vast.

Paragraaf 3 Slotbepalingen
Artikel 12 Intrekken oude verordeningen

Devolgende verordeningen worden ingetrokken:

  • 1.

    De “Verordening op de ambtelijke bijstand 2003 van de gemeente Harenkarspel”:

  • 2.

    De “Verordening fractieondersteuning Harenkarspel 2005”;

  • 3.

    De “Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2003” van de gemeente Schagen;

  • 4.

    De “Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2003” van de gemeente Zijpe;

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening ambtelijke bijstand en

Fractieondersteuning Schagen 2013.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van 29 januari 2013.

De raad van de gemeente Schagen,

de raadsgriffier, de voorzitter,

Mevrouw E. van der Voorde De heer G. Westerink

Toelichting op de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning

Algemeen

Deze verordening geeft uitvoering aan artikel 33 van de Gemeentewet. Dit artikel is door de Wet dualisering gemeentebestuur ingrijpend gewijzigd. Het legt expliciet vast dat de raad en individuele raadsleden een recht op ambtelijke bijstand hebben. Voor politieke groeperingen bestaat daarnaast een recht op fractieondersteuning. De uitwerking van deze rechten moet bij verordening worden geregeld.

De verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning gemeente Schagen 2013 vervangt de verordeningen van de voormalige gemeenten Harenkarspel, Schagen en Zijpe. Bij het opstellen van de nieuwe verordening is de modelverordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning van de VNG van 2010 leidend geweest.

De verordening behandelt gedetailleerd de ambtelijke bijstand. Aangezien het de verhouding betreft tussen de raadsleden en de reguliere ambtelijke organisatie, is behoefte aan duidelijke regels. Deze ambtenaren werken doorgaans namelijk voor het college. De wijziging van artikel 103 van de Gemeentewet laat dit scherp zien. Voor de invoering van de Wet dualisering gemeentebestuur bepaalde dit artikel dat de secretaris (en daarmee de onder hem ressorterende ambtelijke organisatie) de raad en het college terzijde stond. In dualistische verhoudingen staat de secretaris het college terzijde en wordt de raad bijgestaan door de griffier.

Dat de raad nu beschikt over een griffier betekent niet dat er geen behoefte meer zou zijn aan ambtelijke bijstand door de reguliere ambtelijke organisatie. Voor specialistische hulp op het gebied van het maken van amendementen, moties en regelingen zal een beroep op deze organisatie dan ook nodig blijven. Dit geldt ook voor specifieke informatie die alleen bij de reguliere ambtelijke organisatie beschikbaar is. De wetgever heeft dat onderkend en het recht op deze vorm van ambtelijke ondersteuning expliciet vastgelegd. Deze verordening vormt de uitwerking van dit recht.

De formulering van artikel 33 van de Gemeentewet laat buiten twijfel dat individuele raadsleden, dus ook die behorend tot een minderheid in de raad, recht hebben op ambtelijke bijstand. Op deze verordening kan dus door alle raadsleden een beroep worden gedaan.

In de verordening is geen bepaling opgenomen voor die gevallen waarin de tot het verlenen van hulp aangewezen ambtenaar op grond van gewetensbezwaren daartoe niet bereid is. In een dergelijk geval is er sprake van een rechtspositioneel probleem dat binnen de ambtelijke organisatie tot een oplossing dient te worden gebracht.

 

Artikelgewijze toelichting

 

Artikel 1

De verordening is niet bedoeld om formele barrières op te werpen die het verlenen van bijstand aan raadsleden juist bemoeilijkt. Indien het gaat om het verzoek om informatie van feitelijke aard, dan wel inzage in of afschrift van openbare documenten, kan een raadslid contact opnemen met de griffier die het verzoek kan neerleggen bij een ambtenaar uit de reguliere ambtelijke organisatie.

Het begrip document wordt hier overigens gebruikt in de betekenis die het in de Wet openbaarheid bestuur heeft. Met openbaar wordt bedoeld openbaar in de zin van de Wet openbaarheid van bestuur. Voor geheime documenten wordt een regeling gegeven in de artikelen 25, 55 en 86 van de Gemeentewet. Deze rechten zijn uitgewerkt in het reglement van orde voor de raad, het reglement van orde voor het college en de verordening op de raadscommissies.

Er is voor gekozen de griffier te noemen als centrale functionaris. Het bestaan van het instituut griffie en de ontvlechting van de posities van de raad en het college, die bij de dualisering zijn beslag heeft gekregen, leidt ertoe dat de ambtelijke organisatie parallel ontvlochten wordt. Omdat de griffier geen zeggenschap heeft over de reguliere ambtelijke organisatie zal de gemeentesecretaris de ambtenaar die de bijstand verleent moeten aanwijzen. De ontvlechting van posities leidt in dit geval dus noodzakelijk tot een verdergaande formalisering van de regeling omtrent ambtelijke bijstand.

De bijstand wordt zo spoedig mogelijk verleend. Het is niet mogelijk in de verordening hiervoor vaste termijnen op te nemen in verband met de verschillen in aard en omvang van de werkzaamheden voor een verzoek. De griffier ziet er op toe dat er voortgang blijft in het proces.

 

Artikelen 2 en 3

Beoordeling of één van de in artikel 2 genoemde weigeringsgronden zich voordoet vindt in eerste instantie plaats door de gemeentesecretaris als hoofd van de reguliere ambtelijke organisatie. In artikel 3 is aangegeven dat de uiteindelijke beslissing over het niet verlenen van ambtelijke bijstand is voorbehouden aan de burgemeester. Het ligt in de rede dat hij hierover overleg voert met de secretaris en de griffier (en indien nodig ook het betrokken raadslid). Uiteraard kan de raad via de gebruikelijke weg hierover de burgemeester verzoeken verantwoording af te leggen (artikel 180 Gemeentewet).

 

Artikel 4

Ook indien – naar de mening van het raadslid – op onvoldoende wijze aan zijn of haar verzoek om hulp gehoor wordt gegeven kan de zaak aan een hogere instantie worden voorgelegd: de burgemeester is daar gezien zijn eigenstandige positie in het gemeentelijke bestuur de meest aangewezen instantie voor.

Wel dient het betrokken raadslid of de griffier hierover eerst overleg te voeren met de secretaris.

 

Artikel 5

In dit artikel is aangegeven dat het van belang is dat de betrokken portefeuillehouder op de hoogte is van het feit dat bijstand is verleend door onder zijn verantwoordelijkheid functionerende ambtenaren. Gezien de vergroting van de afstand tussen raad en college die met de dualisering is gecreëerd, is het logisch dat desgewenst melding wordt gemaakt van het verschaffen van ambtelijke bijstand. Het college en de gemeentesecretaris kunnen afspreken in welke gevallen hiervan melding wordt gemaakt.

 

Artikel 6

Fractieondersteuning vindt zijn vorm in een financiële ondersteuning. De hoogte van het budget voor fractieondersteuning zal in de gemeentebegroting moeten worden opgenomen en dus door de raad worden vastgesteld. De fractieondersteuning bestaat uit een vast en een variabel deel. Het vaste deel garandeert dat elke fractie de kans krijgt zich op gelijkwaardig niveau te laten ondersteunen. Omdat grotere fracties meer lasten zullen hebben op facilitair gebied is het logisch dat zij voor dergelijke kosten een hogere vergoeding krijgen.

 

Artikel 7

Fracties wordt grotendeels de vrijheid gelaten wat betreft de inhoudelijke besteding van de fractievergoeding. Minimumvoorwaarde is dat de vergoeding wordt besteed aan raadswerkzaamheden. Omdat het bij uitstek om politieke ondersteuning gaat, kan deze niet al te gedetailleerd worden voorgeschreven.

Praktijkervaringen elders hebben aangetoond dat het voor de fracties niet altijd eenvoudig is om te bepalen of de uitgaven rechtmatig zijn. In lid 1 van artikel 7 zijn daarom voorbeelden opgenomen van uitgaven die onder deze verordening vallen. In lid 2 van artikel 7 zijn doelen genoemd waarvoor de vergoeding niet gebruikt mag worden. Dit is gebaseerd op de adviezen die de heer Elzinga in dit verband aan de gemeente Amsterdam heeft uitgebracht en op de wijze waarop diverse gemeenten deze adviezen en hun praktijkervaringen hebben vertaald in hun gemeentelijke verordening.

Beoogd wordt te voorkomen dat met de fractievergoeding het inkomen van raadsleden en commissieleden wordt aangevuld, en dat partijactiviteiten, waaronder verkiezingscampagnes, worden gefinancierd. Daarmee wordt aangesloten bij artikel 99 van de Gemeentewet waarin bepaald wordt dat de raadsleden (en commissieleden) als zodanig geen andere vergoedingen ten laste van de gemeente mogen ontvangen, en bij de minimumvoorwaarde dat de fractievergoeding besteed wordt aan raadswerkzaamheden en niet bedoeld is om politieke partijen te subsidiëren.

Kosten voor informatievoorziening aan de burger, bijvoorbeeld via een website, informatiebulletin, politieke vergadering, vallen onder deze verordening voor zover deze kosten door of voor de fractie gemaakt worden. Wanneer dat samenvalt met de activiteiten van een politieke partij of politieke vereniging zal duidelijk gemaakt moeten worden dat de activiteit geheel of gedeeltelijk voor/door de fractie is georganiseerd en de besteding uit de fractievergoeding daarop gebaseerd moeten zijn.

Opleidingen voor individuele raads- en commissieleden zijn geregeld in de Verordening rechtspositie raads-en commissieleden. Opleidingen voor de fractie als geheel, gericht op versterking van de volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol vallen weer wel onder deze verordening. Evenals vergaderingen, opleidingen, cursussen en seminars die tot doel hebben de kwaliteit van het fractiewerk te verhogen.

Opmerkelijk is wellicht dat, in tegenstelling tot de raadsleden, de fractieassistenten wel uit de fractievergoeding betaald mogen worden, mits het gaat om ondersteunend werk voor de fractie, anders dan het commissiewerk en werk voor de gemeenteraad. Er dient dan wel een contractuele positie te zijn geschapen op basis waarvan aannemelijk is te maken dat het gaat om fractieondersteuning en niet om een aanvulling op het commissiewerk.

De fractie assistent krijgt dan uit andere hoofde een vergoeding van de fractie voor activiteiten, en niet als commissielid als zodanig. Deze redenering gaat niet op voor raadsleden, omdat er in dat geval sprake zou zijn van personele samenval: het raadslid zou zichzelf gaan ondersteunen.

Kosten voor personele ondersteuning:

• salariskosten, sociale lasten, vakantiegeld, pensioenpremie, andere werkgeverslasten, noodzakelijke dotaties

aan personeelsvoorzieningen en vergoedingen (belast en onbelast);

• inhuur externe deskundigen.

Bureaukosten voor en gedeclareerd op naam van de fractie of fractiemedewerker :

• papier: briefpapier fracties, enveloppen, blanco kopieerpapier, enveloppen, faxpapier, kopieerkosten;

• postzegels, portokosten, brievenweger, adreslabels, verzekering i.v.m. verzending kantoorwaren;

• schrijfwaren: pennen, potloden, blocnotes, inktcartridges;

• overige kantoorwaren, zoals nietjes, paperclips, dossiermappen, archiefdozen, post-it, agenda’s.

(Stichtings)kosten van raadsfractie:

• notariële kosten;

• registratiekosten Kamer van Koophandel;

• kosten uittreksels Kamer van Koophandel;

• kosten inhuur accountant ten behoeve van financiële verantwoording fractiebudget;

• kosten bank-en girorekening op naam van de fractie.

Communicatiekosten van de raadsfractie:

• visitekaartjes;

• vormgeving en onderhoud van een website;

• registratie domeinnaam van de website;

• kosten externe zaalhuur voor vergaderingen, themabijeenkomst of congressen georganiseerd door de

fractie;

• inhuur gastsprekers;

• advertentiekosten.

Kosten voor opleiding, training en vorming van de raadsfractie:

• excursies, werkbezoeken en heidagen;

• deelname aan cursussen, seminars, workshops en trainingen.

Tegen de achtergrond van het voorgaande kan nog volledigheidshalve worden opgemerkt dat de aanschaf van bijvoorbeeld laptops, beamers, printers, voicerecorders, handpalms voor individuele fractieleden niet uit de fractievergoeding kunnen worden bekostigd.

 

Artikel 8

De bijdrage wordt als voorschot verstrekt. In een verkiezingsjaar wordt het voorschot in twee gedeelten gesplitst. Het is logisch dat het aangepast wordt aan de nieuwe verhoudingen in de raad. Indien blijkt dat het geld onrechtmatig is besteed, kan dit aan het eind van het jaar worden verrekend.

 

Artikelen 9. en 10.

Het kan gebeuren dat de bijdrage aangepast moet worden aan veranderde verhoudingen in de raad. Dit artikel is zo geformuleerd dat het zowel kan dienen voor fracties die bij de verkiezingen blijken te verdwijnen dan wel na de verkiezingen opkomen, maar het kan ook dienen om de mutaties in aantal op te vangen van de zittende fracties.

Bij splitsing van een fractie zal het al eerder verstrekte voorschot direct verrekend moeten worden. Als dat niet zou gebeuren zou een deel van de oorspronkelijke fractie over een te groot voorschot beschikken en zou het andere deel van de oorspronkelijke fractie juist helemaal geen voorschot krijgen. Na het kalenderjaar zou dan alsnog verrekend moeten worden. Het is billijker de verrekening in deze gevallen direct te laten plaatsvinden.

De reserve bestaat uit het overschot van voorgaande jaren. Dit bedrag zal niet eindeloos mogen groeien. De reserve is dan ook aan een maximum gebonden.

 

TABEL I

 

behorende bij de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2013 gemeente Schagen

 

Artikel 6 financiële bijdrage aan de fracties

Vast gelijk deel voor elke fractie

€ 800,--

Per jaar per fractie

Vast deel dat gelijk is voor elke fractie en bestaat uit een vast bedrag per raadszetel

€ 145,--

Per jaar per raadslid

Bijlage

VERSLAGFORMULIER FRACTIEVERGOEDING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verantwoording over het jaar:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Fractie:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

I. Overzicht inkomsten en uitgaven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ontvangen fractievergoeding (A)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitgaven:

*)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Omschrijving

 

 

 

 

 

 

 

 

1.

 

 

 

 

 

 

 

 

2.

 

 

 

 

 

 

 

 

3.

 

 

 

 

 

 

 

 

4.

 

 

 

 

 

 

 

 

5.

 

 

 

 

 

 

 

 

6.

 

 

 

 

 

 

 

 

7.

 

 

 

 

 

 

 

 

8.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal uitgaven (B)

 

 

 

 

0

 

 

 

 

*) Kopie nota's en betaalbewijzen bijvoegen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Saldo inkomsten/uitgaven (C)

 

 

0

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toelichting

 

 

 

 

 

 

 

 

1.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

II. Verloop van gereserveerde middelen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Definitieve stand reserve per 1 januari ………

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mutatie in reserve (bedrag vermeld bij (C)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voorlopige stand reserve per 31 december ….. (D) :

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Restitutie:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ingeval de stand van de reserve per 31 december ……. (bedrag onder D) hoger is dan

100% van de ontvangen

 

 

 

 

fractievergoeding (bedrag onder A) wordt het meerbedrag gerestitueerd:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Definitieve stand reserve per 1 januari ……

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

FORMULIER VERKLARING FRACTIEVERGOEDING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ondergetekenden:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

a. naam:

 

 

handtekening:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

b. naam:

 

 

handtekening:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verklaren hierbij in hun hoedanigheid van voorzitter, respectievelijk lid van de fractie van:

 

 

 

 

 

[naam partij] dat het verslag over de besteding van de fractievergoeding en de stand van de reserve over het kalenderjaar ……. naar waarheid is gedaan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Datum:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit formulier voorzien van handtekeningen en met bijvoeging van genummerde kopieën

 

 

 

 

 

van declaratieformulieren, nota's en betaalbewijzen inleveren bij de griffie.