Organisatie | Tilburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Monumentenverordening gemeente Tilburg |
Citeertitel | Monumentenverordening gemeente Tilburg |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen.
Monumentenwet 1988
1.Gemeentelijke monumentenlijst
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-05-1997 | 01-07-2008 | nieuwe regeling | 28-04-1997 Gemeenteblad, 1997, 75 | 1997/092 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen.
Deze verordening verstaat onder:
stads- en dorpsgezichten: groepen van onroerende zaken, hieronder begrepen straten, wegen, pleinen, sloten en andere wateren, bruggen en bomen, die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en in welke groepen zich een of meer monumenten bevinden;
Hoofdstuk 2. Beschermde gemeentelijke monumenten.
Paragraaf 1. De aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument en de registratie op de gemeentelijke monumentenlijst.
De aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan en aan de ingeschreven hypothecaire schuldeisers.
Met ingang van de datum waarop de mededeling, bedoeld in artikel 5, heeft plaatsgevonden tot het moment dat inschrijving in het register, bedoeld in artikel 7, plaatsvindt, dan wel vaststaat dat het monument niet wordt ingeschreven in het register, zijn de artikelen 10 tot en met 14 van overeenkomstige toepassing.
Paragraaf 2. Vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde gemeentelijke monumenten.
De aanvraag van de vergunning als bedoeld in artikel 10, tweede lid, wordt ingediend bij burgemeester en wethouders.
Advies van de monumentencommissie en beslissing op de aanvraag.
Een vergunning ingevolge deze verordening blijft buiten werking gedurende zes weken na de datum waarop zij is verleend of van rechtswege is verleend. Indien gedurende deze termijn bezwaar wordt gemaakt op grond van de Algemene wet bestuursrecht, blijft de vergunning buiten werking totdat op het bezwaar is beslist.
Burgemeester en wethouders geven met betrekking tot een kerkelijk monument geen beschikking ingevolge de bepalingen van artikel 10 lid 2 dan in overeenstemming met de eigenaar, indien en voorzover het een beschikking betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienst-uitoefening in het monument in het geding zijn.
Hoofdstuk 4. Schadevergoeding.
Indien en voorzover blijkt dat een belanghebbende ten gevolge van:
voorschriften door burgemeester en wethouders verbonden aan een vergunning tot wijziging, afbraak of verwijdering van een gemeentelijk monument schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen lasten behoort te blijven, kent de gemeenteraad hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe.
Hoofdstuk 5. Gemeentelijk beschermde stads- of dorpsgezichten.
Paragraaf 1. De aanwijzing als beschermd gemeentelijk stads- of dorpsgezicht en de registratie op de gemeentelijke monumentenlijst.
De artikelen 8 en 9 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat aan artikel 9, derde lid, nog wordt toegevoegd artikel 35 van de Monumentenwet 1988.
Hoofdstuk 6. Slot- en overgangsbepalingen.
Hij, die handelt in strijd met artikel 10 van deze verordening, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie.
De opsporing van de in artikel 24 strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Zo dikwijls de zorg voor de naleving van deze verordening dit vereist, wordt hierbij de last verstrekt al dan niet besloten ruimten en plaatsen, met uitzondering van woningen, desnoods tegen de wil van de rechthebbende, bewoner of gebruiker te betreden, aan hen die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op de naleving van deze verordening.
Vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens de in artikel 27, lid 2 genoemde verordeningen blijven, indien en voorzover de voorschriften waarop zij betrekking hebben ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken, van kracht tot de tijd waarvoor zij werden verleend is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
Voorschriften en beperkingen - hoe ook genaamd - gegeven danwel opgelegd krachtens de in artikel 27, lid 2 genoemde verordeningen blijven van kracht, indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke zij zijn gegeven dan wel opgelegd ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet zijn vervallen of ingetrokken.
Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de in artikel 27, lid 2 genoemde verordeningen is ingediend en vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, worden daarop de bepalingen van deze verordening toegepast.
Op een voornemen tot plaatsing van een monument op de gemeentelijke monumentenlijst als bedoeld in de in artikel 27, lid 2 genoemde 'gemeentelijke monumentenverordening van de gemeente Tilburg' en waarvan kennis gegeven vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening, blijft het bepaalde in artikel 7, lid 1 tot en met 5 van de eerstgenoemde verordening van toepassing.
Op een aanhangig beroep- of bezwaarschrift betreffende een plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst, een vergunning, vrijstelling, of ontheffing als bedoeld in het vierde lid, dat voor of na het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening is ingekomen binnen de voordien geldende bezwaar- of beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de desbetreffende, in artikel 27, lid 2 bedoelde verordeningen.