De raad van de gemeente Hardenberg;
gelezen het voorstel van het presidium van de gemeente Hardenberg;
gelet op de artikel 81o van de Gemeentewet;
Besluit:
I. in te trekken de Rekenkamerverordening Hardenberg, zoals vastgesteld
op 20 december 2005;
II. vast te stellen de volgende
VERORDENING REKENKAMERCOMMISSIE HARDENBERG
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
commissie: de gemeentelijke rekenkamercommissie;
- b.
doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin de organisatie
erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of
beoogde maatschappelijke effecten te bereiken;
- c.
doelmatigheid of efficiency: het streven om met een zo gunstig
mogelijke inzet van de beschikbare productiemiddelen het gewenst
resultaat te bereiken;
- d.
rechtmatigheid: de mate waarin wordt voldaan aan de
gemeentelijke begroting en wettelijke regels.
Artikel 2 Taak
- 1.
Er is een rekenkamercommissie.
- 2.
De taak van de commissie is het (laten) onderzoeken van de
doeltreffendheid, doelmatigheid en de rechtmatigheid van het door
het gemeentebestuur gevoerde bestuur.
Artikel 3 Samenstelling en benoeming
- 1.
De commissie bestaat uit één extern lid en ten minste 3 en ten
hoogste 5 raadsleden.
- 2.
Benoeming en ontslag van de leden vindt plaats door de raad.
- 3.
Benoeming vindt plaats voor een periode gelijk aan de zittingsduur
van de raad.
- 4.
Het externe lid is tevens voorzitter.
- 5.
Het externe lid wordt in beginsel voor vier jaar benoemd.
- 6.
Het externe lid kan voor ten hoogste één termijn worden
herbenoemd.
- 7.
Het externe lid legt voor ambtsaanvaarding de eed of de verklaring
en belofte af als bedoeld in artikel 81g van de Gemeentewet.
- 8.
Een commissielid wordt ontslagen:
- a.
- b.
bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het
lidmaatschap van de commissie;
- c.
bij langdurige ziekte of in gebreke blijven;
- d.
indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke
uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zo'n
uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming
tot gevolg heeft;
- e.
indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke
uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van
faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft
verkregen of wegens schulden is gegijzeld;
- f.
indien hij naar het oordeel van de raad ernstig nadeel
toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.
Artikel 4 Voorzitter en secretaris
- 1.
De voorzitter draagt zorg voor:
- a.
het tot stand komen van de conceptonderzoeksopdracht;
- b.
het tot stand komen van een onderzoeksrapport met conclusies
en aanbevelingen;
- c.
het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming binnen de
commissie;
- d.
de leiding van de vergaderingen aan de commissie;
- e.
in voorkomende gevallen, optreden namens de commissie.
- 2.
De commissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris.
- 3.
De ambtelijk secretaris wordt in overleg met de commissie en de
griffier door het presidium aangewezen. Op verzoek van de voorzitter
kunnen ambtenaren van de griffie of uit de ambtelijke organisatie
worden aangewezen als ambtelijk secretaris dan wel als - tijdelijke
- ondersteuning van de ambtelijk secretaris.
- 4.
De ambtelijk secretaris draagt zorg voor:
- a.
de procescoördinatie van de onderzoeken;
- b.
de administratieve ondersteuning van de commissie;
- c.
de organisatie van de vergaderingen in overleg met de
voorzitter.
- 5.
De ambtelijk secretaris legt over zijn werkzaamheden ten behoeve van
de commissie rechtstreeks verantwoording af aan de commissie.
Artikel 5 Vergoeding voor werkzaamheden
- 1.
Het externe lid ontvangt een vergoeding voor het bijwonen van de
vergaderingen van de commissie.
- 2.
Ten aanzien van de vergoedingen en de onkostenvergoedingen van het
externe lid is artikel 15 Rechtspositiebesluit raads- en
commissieleden van toepassing.
Artikel 6 Selectie onderzoeksonderwerp
- 1.
De commissie bepaalt het onderwerp dat zij onderzoekt, formuleert de
probleemstelling en de stelt de onderzoeksopzet vast.
- 2.
De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt ter kennisneming
aan het presidium gestuurd.
- 3.
Bij de keuze van het onderzoeksonderwerp worden de volgende
richtinggevende criteria zo veel mogelijk in acht genomen:
- a.
het onderwerp moet op effectiviteit van beleid en/of
efficiency van de uitvoering en/of de rechtmatigheid daarvan
kunnen worden getoetst;
- b.
het onderwerp moet bestuurlijk relevant zijn, waarbij het
maatschappelijk effect zwaar weegt;
- c.
het gemeentebestuur moet van de uitkomsten kunnen
leren;
- d.
de betrokkenheid van het gemeentebestuur bij het onderwerp
dient substantieel en aanwijsbaar te zijn;
- e.
het onderwerp dient betrekking te hebben op een (deels)
afgerond beleidsterrein, waarbij de relatie met de doelen en
gewenste resultaten uit de toekomstvisie en het
meerjarenprogramma gelegd kan worden.
Artikel 7 Werkwijze en afstemming
- 1.
De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de organisatie
en uitvoering van het onderzoek.
- 2.
Indien de commissie verzoekt om mondelinge en/of schriftelijke
inlichtingen van leden van het college, van raadsleden of
medewerkers van de gemeente, zijn deze verplicht daaraan - binnen de
eventueel door de commissie gestelde termijn - gehoor te geven.
- 3.
De commissie is bevoegd, indien en voor zover de gemeente uit andere
hoofde over deze bevoegdheid beschikt, ten aanzien van de volgende
instellingen en over de volgende periode onderzoek te doen instellen
bij:
- a.
openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld
krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen, waaraan de
gemeente deelneemt, over de jaren dat de gemeente deelneemt
in de regeling;
- b.
naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met
beperkte aansprakelijkheid waarvan de gemeente meer dan 50%
van het geplaatste aandelenkapitaal houdt, over de jaren dat
de gemeente meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal
houdt;
- c.
andere privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente
of een derde voor rekening en risico van de gemeente
rechtstreeks of middelijk een subsidie, lening of garantie
heeft verstrekt ten bedrage van tenminste 50% van de baten
van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie,
lening of garantie betrekking heeft.
De commissie is bevoegd mondeling of schriftelijk informatie in te
winnen bij de onder a, b, en c genoemde organisaties. Bij het
uitoefenen van haar taak kan de commissie gebruik maken van de
resultaten van door anderen verrichte controles, onverminderd haar
bevoegdheid tot eigen onderzoek.
- 4.
De commissie past tijdens haar onderzoek onverminderd het principe
van hoor en wederhoor toe.
- 5.
De commissie kan voor haar functioneren een reglement van orde vast
stellen, dat zij ter kennisneming aan de raad stuurt.
- 6.
De commissie kan de raad tussentijds informeren over de voortgang
van het onderzoek.
- 7.
De commissie publiceert over de voorbereiding, uitvoering en
rapportering van onderzoeken op de momenten dat zij dat wenselijk
acht.
Artikel 8 Vergaderingen en geheimhouding
- 1.
De vergaderingen van de commissie worden in beslotenheid
gehouden.
- 2.
De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.
- 3.
De commissie kan geheimhouding opleggen over het in de vergadering
behandelde en over de inhoud van stukken die aan de commissie zijn
overgelegd.
- 4.
De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig
waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen in
acht genomen totdat de commissie haar opheft. Betreft het stukken
waarover door andere organen geheimhouding is opgelegd, of het
verslag van de behandeling van dergelijke stukken, dan blijft
geheimhouding gehandhaafd tot het betreffende orgaan of de raad deze
opheft.
Artikel 9 Resultaten onderzoek
- 1.
Het onderzoek van de commissie resulteert in een openbaar
onderzoeksrapport, waarin bevindingen, conclusies en aanbevelingen
zijn opgenomen. Eventuele minderheidsstandpunten worden
weergegeven.
- 2.
Het college van burgemeester en wethouders geeft binnen acht weken
na het gereedkomen van het onderzoeksrapport een reactie op de
conclusies en aanbevelingen van het onderzoeksrapport.
- 3.
Het onderzoeksrapport wordt samen met de reactie van het college van
burgemeester en wethouders aan de raad aangeboden.
- 4.
De raad neemt besluiten naar aanleiding van de conclusies en
aanbevelingen van het onderzoeksrapport met inachtneming van de
reactie van het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 10 Budget
- 1.
De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting
beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen voor de uitvoering van
haar taken.
- 2.
Uit het budget worden in ieder geval betaald:
- a.
de vergoeding aan de externe leden;
- b.
- c.
externe deskundigen die door de commissie worden
ingeschakeld;
- d.
overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de
uitoefening van haar taak.
Artikel 11 Citeertitel en inwerkingtreding
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening
rekenkamercommissie Hardenberg en treedt 1 dag na bekendmaking in
werking.
Toelichting op de Verordening rekenkamercommissie Hardenberg
Artikel 1
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 2
De gemeenteraad heeft gekozen voor een rekenkamerfunctie als bedoeld in artikel
81o Gemeentewet.
Artikel 3
De gemeenteraad kiest voor een commissie die bestaat uit een externe voorzitter
en 3, 4 of 5 raadsleden. Er is voor een gemengde commissie gekozen omdat de raad
graag betrokken wil zijn bij de keuze van het onderzoeksonderwerp en de
probleemstelling waar het onderzoek zich op moet richten. Ook staat voor de raad
het leren centraal en vinden onderzoeken niet plaats om 'af te rekenen'.
De voorzitter wordt in beginsel voor een periode benoemd die gelijk is aan de
raadsperiode. Vanwege de continuïteit binnen de raad vindt er in het laatste
jaar van de raadsperiode een evaluatie plaats over het functioneren van de
commissie in het algemeen en de voorzitter in het bijzonder. Deze evaluatie
vormt de basis voor een mogelijke (éénmalige) herbenoeming.
Artikel 4
De voorzitter vervult een belangrijke rol in het functioneren van de commissie
en in de invulling van de adviesrol die de commissie richting de raad kan
hebben. Hij wordt geacht invulling te geven aan constructieve communicatie
tussen de raad en de rekenkamercommissie. De rekenkamercommissie wordt
bijgestaan door een ambtelijk secretaris. Deze vervult een belangrijke rol in de
procescoördinatie van de onderzoeken, waaronder de afstemming van de
onderzoeksonderwerpen en de onderzoeksvragen. Daarnaast vervult de secretaris
een administratieve meer procedurele rol ten aanzien van de vergaderingen.
Artikel 5
De vergoeding voor de werkzaamheden van de voorzitter is gelijk aan die van de
voorzitter voor de commissie Bezwaar- en beroepschriften in de gemeente.
Artikel 6
De gemeenteraad heeft een duidelijke behoefte om betrokken te zijn bij de keuze
van het onderzoeksonderwerp en de probleemstelling waarop het onderzoek zich
moet richten. Deze betrokkenheid kan plaatsvinden door op gezette tijden met het
presidium af te stemmen en de onderzoeksopzetten ter kennisneming aan het
presidium toe te sturen.
Artikel 7, 8, 9, 10 en 11
Deze artikelen behoeven geen toelichting.