Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen.
Artikel 1.
Deze verordening verstaat onder:
- 1.
Inspraak: het stelselmatig inbrengen van wensen, ideeën en
belangen door belanghebbenden omtrent een in voorbereiding zijnd
bestuursbesluit, opdat het gemeentebestuur bij de voorbereiding
en de vaststelling van dat bestuursbesluit optimaal rekening kan
houden met deze wensen, ideeën en belangen.
- 2.
Belanghebbende: iedere ingezetene en in de gemeente Tilburg een
belanghebbend natuurlijk of rechtspersoon met een aantoonbaar
belang bij een in voorbereiding zijnd gemeentelijk
bestuursbesluit.
- 3.
Informatie: alle de gemeente ter beschikking staande en voor het
voor te bereiden bestuursbesluit relevante gegevens voor zover
die, met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet
Openbaarheid van Bestuur, openbaar zijn.
- 4.
Bestuursbesluit: een besluit van het daartoe bevoegde
gemeentelijk bestuursorgaan.
Artikel 2.
Ten aanzien van te nemen bestuursbesluiten op alle zorggebieden van
gemeentelijk beleid hebben belanghebbenden, voor zover bij of krachtens
deze verordening is bepaald, recht op inspraak.
Artikel 3.
- 1.
De gemeenteraad wijst de zorggebieden van gemeentelijk beleid aan,
waarop deze verordening van toepassing is.
- 2.
Ten aanzien van te nemen bestuursbesluiten op de door de
gemeenteraad aangewezen zorggebieden bepalen burgemeester en
wethouders of en, zo ja, op welke wijze belanghebbenden bij de
voorbereiding daarvan door middel van inspraak zullen worden
betrokken.
- 3.
Indien en voor zover in bijzondere wetgeving specifieke bepalingen
ten aanzien van het betrekken van belanghebbenden bij de
voorbereiding van bestuursbesluiten zijn opgenomen, nemen
burgemeester en wethouders die bepalingen in acht.
- 4.
Voor zover de voorbereiding van te nemen bestuursbesluiten een
aangelegenheid is van een ander gemeentelijk orgaan, dient in deze
verordening dat orgaan in de plaats van burgemeester en wethouders
te worden gelezen.
- 5.
De raadscommissie voor Modern Bestuur heeft tot taak burgemeester en
wethouders gevraagd en ongevraagd te adviseren omtrent algemene
aangelegenheden met betrekking tot inspraak.
- 6.
De overige vaste raadscommissies van advies en overleg hebben tot
taak burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd te adviseren
over de procedurele aangelegenheden van inspraak voor zover het
betreft het zorggebied dat tot hun competentie behoort.
Hoofdstuk 2. Wijze waarop inspraak wordt georganiseerd.
Artikel 4.
Indien ten aanzien van een te nemen bestuursbesluit is bepaald dat bij
de voorbereiding ervan belanghebbenden zullen worden betrokken door
middel van inspraak, geschiedt zulks met inachtneming van de navolgende
bepalingen.
Artikel 5.
- 1.
Burgemeester en wethouders gaan na wie belanghebbenden zijn bij het
in voorbereiding zijnde bestuursbesluit.
- 2.
Indien belanghebbenden op enigerlei wijze worden vertegenwoordigd
door belangenorganisaties, kunnen burgemeester en wethouders met
deze groeperingen overleggen over de wijze waarop de inspraak zal
plaatsvinden.
Artikel 6.
Burgemeester en wethouders verstrekken aan belanghebbenden zodanige
informatie, dat zij zich een beeld kunnen vormen van de aard van het in
voorbereiding zijnde bestuursbesluit en van de te volgen
inspraakprocedure. Zij geven daarbij tevens aan op welke wijze
belanghebbenden aan de inspraakprocedure kunnen deelnemen.
Artikel 7.
- 1.
Aan de belanghebbenden die aan de inspraakprocedure deelnemen,
doen burgemeester en wethouders opgave van en geven zij nadere
informatie over:
- a.
de gestelde randvoorwaarden, oftewel de bestaande
bestuursbesluiten, die niet ter discussie kunnen staan;
- b.
de beslispunten oftewel de aspecten van het in
voorbereiding zijnde bestuursbesluit, waarover
belanghebbenden wordt gevraagd hun mening en of wensen
te formuleren;
- c.
de voor de procedure beschikbare tijd;
- d.
de wijze waarop de ingebrachte meningen, ideeën en
wensen bij de besluitvorming zullen worden betrokken.
Alsmede voor zover mogelijk en relevant:
- e.
de financiële middelen, die naar verwachting voor de
uitvoering van het nemen bestuursbesluit beschikbaar
zullen worden gesteld;
- f.
een nota van uitgangspunten, waarin onder andere wordt
aangegeven de prioriteit die burgemeester en wethouders
verbinden aan de beslispunten.
- 2.
Burgemeester en wethouders stellen de belanghebbenden in de
gelegenheid (aanvullende) beslispunten aan te dragen.
Artikel 8.
Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat belanghebbenden, die
niet aan de inspraak deelnemen, op geëigende wijze en momenten worden
geïnformeerd over de voortgang van de inspraakprocedure en over de
uitkomsten van de inspraak.
Artikel 9.
Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat de door de insprekers
naar voren gebrachte meningen en wensen onverkort zichtbaar blijven tot
aan het moment dat het desbetreffende bestuursbesluit wordt genomen.
Artikel 10.
Indien de gemeenteraad het bevoegde orgaan is om het betreffende
bestuursbesluit te nemen geven burgemeester en wethouders in hun
voorstel aan de raad gemotiveerd aan op welke punten hun voorstel
afwijkt van de standpunten van insprekers.
Artikel 11.
Burgemeester en wethouders stellen belanghebbenden op de hoogte van het
genomen bestuursbesluit. Ingeval het bestuursbesluit geheel of
gedeeltelijk afwijkt van de ingebrachte meningen en wensen, geven
burgemeester en wethouders gemotiveerd aan op welke punten sprake is van
afwijking.
Hoofdstuk 4. Overige bepalingen.
Artikel 14.
Burgemeester en wethouders kunnen organisaties van belanghebbenden,
voorzover deze daartoe bereid zijn, inschakelen bij de uitvoering van
inspraakprocedures.
Artikel 15.
Als zorggebieden, waarop deze verordening van kracht is, worden
aangewezen:
- a.
ruimtelijke ordening en volkshuisvesting voor zover het betreft
plannen ter verbetering van de woonomgeving (niet zijnde
structuurvisies, bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen,
wijzigingsplannen, projectbesluiten en ontheffingen),
volkshuisvestingsplannen, stadsvernieuwings- en
stadsbeheerplannen met dien verstande dat bij de voorbereiding
van bestuursbesluiten ten aanzien van bestemmingsplannen,
projectbesluiten, stadsvernieuwings- en stadsbeheerplannen
belanghebbenden steeds betrokken zullen worden en de in artikel
3, tweede lid genoemde bevoegdheid van burgemeester en
wethouders beperkt blijft tot de vaststelling van de procedure;
- b.
openbare werken voor zover betreft verkeerscirculatieplannen,
reconstructieplannen en fietspadenplannen, groen- en
speelvoorzieningen;
- c.
kunst en cultuur, sport en recreatie, educatie, jeugd- en
jongerenwerk, ouderenhulp, maatschappelijke hulp- en
dienstverlening, sociaal-cultureel werk, volksgezondheid,
kinderopvang, minimabeleid, mondiale bewustwording, emancipatie
en arbeidsvoorzieningenbeleid;
- d.
milieu voor zover betreft milieubeleidsplannen.
Artikel 16.
Burgemeester en wethouders kunnen deze verordening van toepassing
verklaren op andere dan in artikel 15 genoemde plannen voorzover zij
vallen binnen de daar genoemde zorggebieden.
Hoofdstuk 5. Slot- en overgangsbepalingen.
Artikel 17.
- 1.
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop
zij is bekend gemaakt.
- 2.
Op die dag vervallen:
- -
de "Inspraakverordening", zoals die door de raad van de
gemeente Berkel-Enschot is vastgesteld bij besluit van 29
augustus 1994;
- -
de "inspraakverordening" zoals die door de raad van de
gemeente Udenhout is vastgesteld bij besluit van28 april
1994.
- -
de "Algemene Inspraakverordening 1992", zoals die door de
raad van de gemeente Tilburg is vastgesteld bij besluit van
7 september 1992.
Artikel 18.
Op inspraakprocedures, die vóór de inwerkingtreding van deze verordening
zijn aangevangen op basis van de in artikel 17, lid 2, genoemde
verordeningen en die op de datum van inwerkingtreding van deze
verordening nog niet zijn afgerond, blijven de bepalingen van de in
artikel 17, lid 2 genoemde verordeningen van toepassing.
Artikel 19.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Inspraakverordening".