Organisatie | Tilburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening houdende de voorwaarden waaronder de gemeente medewerking zal verlenen aan het in exploitatie brengen van gronden |
Citeertitel | Exploitatieverordening Gemeente Tilburg 2001 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Exploitatieverordening Gemeente Tilburg 1997
Kostenverhaalbesluit waarin wordt aangegeven op welke wijze de kosten zullen worden verhaald op de in het exploitatiegebied gebate onroerende zaken
Exploitatiebijdrage van de exploitant als bijdrage in de kosten van voorzieningen van openbaar nut
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2002 | 01-07-2008 | art. 8 | 17-12-2001 Gemeenteblad, 2001, 34 | 2001/231 | |
01-01-2002 | nieuwe regeling | 13-11-2000 Gemeenteblad, 2000,31 | 2000/237 |
De raad van de gemeente Tilburg;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 42 Wet op de Ruimtelijke Ordening
vast te stellen de volgende Verordening houdende de voorwaarden waaronder de gemeente medewerking zal verlenen aan het in exploitatie brengen van gronden (expoitatieverordening).
Afdeling I: Algemene bepalingen.
Deze verordening verstaat onder:
Kostenverhaalbesluit: een besluit van de gemeenteraad, in het geval dat toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in afdeling II, waarin wordt aangegeven op welke wijze en tot welke omvang de aan de voorzieningen van openbaar nut verbonden kosten zullen worden verhaald op de in het exploitatiegebied gebate onroerende zaken.
Artikel 2. Voorzieningen van openbaar nut.
Tot het treffen van voorzieningen van openbaar nut waardoor onroerende zaken worden gebaat, worden gerekend:
De aanleg van de onder 1 vermelde werken en werkzaamheden buiten het exploitatiegebied, voorzover de binnen het exploitatiegebied liggende onroerende zaken hierdoor direct dan wel indirect worden gebaat. Dit betreft onder meer de aanleg van hoofdontsluitingswegen, waterhuiskundige werken, ecologische zones, wijk- of stadsdeelparken, en dergelijke, maar ook de aanleg van aanvullende (al dan niet gebouwde) parkeervoorzieningen elders, indien binnen het exploitatiegebied hiertoe onvoldoende mogelijkheden aanwezig zijn.
Afdeling II: Exploitatie op initiatief van de gemeente.
Artikel 4. Vaststelling kostenverhaalbesluit.
Voordat met het treffen van de in artikel 2 genoemde voorzieningen van openbaar nut wordt aangevangen, wordt door de gemeenteraad een kostenverhaalbesluit vastgesteld, waarin wordt aangegeven op welke wijze en tot welke omvang de aan die voorzieningen verbonden kosten zullen worden verhaald. Het besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 139 van de Gemeentewet.
Het in het eerste lid genoemde besluit bevat in ieder geval de volgende onderdelen: a. aanduiding van het exploitatiegebied en aanwijzing van de daarin gelegen en gebate onroerende zaken; b. omschrijving van de van gemeentewege uit te voeren voorzieningen van openbaar nut; c. een kostenbegroting verband houdende met de uitvoering van de onder b genoemde voorzieningen van openbaar nut, zoals bedoeld in artikel 5. In afwijking van het bepaalde in de vorige volzin kan in het kostenverhaalbesluit, worden bepaald dat de kostenbegroting op een later tijdstip wordt vastgesteld. Het besluit tot vaststelling van de kostenbegroting wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 139 van de Gemeentewet.
In het kostenverhaalbesluit wordt aangegeven dat, voor wat betreft de niet bij de gemeente in eigendom zijnde en in het exploitatiegebied liggende gebate onroerende zaken, het verhaal van kosten in beginsel plaatsvindt op basis van een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 8 van deze verordening. Tevens wordt bepaald dat, ingeval op enigerlei wijze niet kan worden gekomen tot het aangaan van een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 8 van deze verordening, het kostenverhaal in daarvoor in aanmerking komende gevallen kan plaatsvinden door middel van de vaststelling van een baatbelasting.
Artikel 5. De kostenbegroting.
De kostenbegroting bevat in elk geval de volgende gegevens:
de inbrengwaarde van de binnen het exploitatiegebied gelegen gronden, zijnde de waarde van de grond vermeerderd met de waarde van de opstallen die voor de verwezenlijking van de bestemming niet gehandhaafd kunnen worden, en met de kosten van het slopen van opstallen - met inbegrip van de zich in de grond bevindende resten, zoals funderingen, leidingen en kabels -, alsmede de kosten van het beëindigen van persoonlijke rechten en lasten, eigendom, bezit of beperkt recht, zakelijk lasten alsmede de kosten van schadevergoedingen;
de kosten van planontwikkeling, -voorbereiding en -beheer en toezicht. Onder deze kosten wordt ten minste verstaan: de kosten verband houdende met het opstellen van structuur- en bestemmingsplannen, het opstellen van planmatige uitwerkingen of wijzigingen, het vervaardigen van besluiten tot het verlenen van vrijstelling van een bestemmingsplan alsmede van overige planologische maatregelen voor zoveel deze nodig zijn voor het in exploitatie brengen van gronden binnen het exploitatiegebied;
de kosten van de in artikel 2 genoemde voorzieningen van openbaar nut, voor zover niet begrepen onder lid a, voor zover deze verband houden met het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden binnen het exploitatiegebied, alsmede de daarmee verband houdende kosten van onderzoeken, voorbereiding, en toezicht;
De wijze van toerekening van de totale onder sub 1 en 2 van dit artikellid bedoelde kosten en opbrengsten aan de onroerende zaken in het exploitatiegebied naar de mate van de baat die de onroerende zaken hebben van het samenhangend geheel van voorzieningen van openbaar nut zoals bedoeld in artikel 2 van deze verordening. De mate van baat wordt aangeduid met inachtneming van hetgeen hieromtrent in artikel 6 is bepaald.
Periodiek wordt nagegaan of optredende loon- en/of prijswijzigingen dan wel andere optredende wijzigingen met betrekking tot het in exploitatie brengen van gronden binnen het exploitatiegebied aanleiding geven om de kostenbegroting te herzien. Het besluit tot herziening van de kostenbegroting wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 139 van de Gemeentewet.
Naast het bepaalde in het vierde lid wordt de raming van de in het eerste lid, onder 1, sub a bedoelde inbrengwaarde van de gronden beperkt tot de gronden die zijn bestemd voor het treffen van voorzieningen van openbaar nut, ingeval er sprake is van een exploitatiegebied waarvoor geldt dat de voorzieningen van openbaar nut niet in hoofdzaak gericht zijn op het geschikt maken voor bebouwing van onroerende zaken.
Artikel 6. Grondslag voor toerekening baat.
Onder de grondoppervlakte zoals bedoeld in het eerste lid, wordt verstaan de kadastrale oppervlakte van de gebate onroerende zaken, waar mogelijk ingedeeld naar de in een bestemmingsplan opgenomen geprojecteerde kavels (bouw)grond, gedifferentieerd naar de objectieve gebruiksmogelijkheid, waarin de baat van de van gemeentewege getroffen voorzieningen van openbaar nut tot uitdrukking komt.
Ingeval de toerekening op basis van m2 grondoppervlakte onvoldoende uitdrukking geeft aan de in het exploitatiegebied opgenomen verschillen in toerekening van baat, geschiedt de toerekening op basis van een nader door burgemeester en wethouders te bepalen grondslag die rekening houdt met de aanwezige verschillen in baat.
Artikel 7. Vaststelling exploitatiebijdrage.
De in artikel 8 genoemde exploitant betaalt als bijdrage in de kosten van voorzieningen van openbaar nut het bedrag dat volgens de in de artikelen 5 en 6 opgenomen wijze aan zijn onroerende zaak wordt toegerekend, vermeerderd met de kosten op de afstand van de in artikel 8, derde lid, sub d bedoelde gronden vallende en de kosten van kadastrale uitmeting, verminderd met de inbrengwaarde zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, sub 1, onder a van de bij de exploitant in eigendom zijnde of door exploitant in eigendom te verkrijgen gebate gronden, en van de gronden die zijn bestemd voor het treffen van voorzieningen van openbaar nut en door exploitant aan de gemeente worden afgestaan.
De waarde van de door de exploitant ingebrachte grond, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt door de gemeente in overeenstemming met de exploitant op basis van taxatie vastgesteld. Bij het ontbreken van overeenstemming wordt de waarde van de gronden vastgesteld door een commissie van drie deskundigen, van wie een aan te wijzen door de gemeente, een door de exploitant en een door de beide reeds aangewezen deskundigen. Wordt over de aanwijzing van laatstgenoemde deskundige geen overeenstemming verkregen, dan maken de aangewezen deskundigen tezamen dit bekend aan de opdrachtgevers, waarna de meest gerede partij, onder bekendmaking aan de wederpartij, de kantonrechter in het kanton waartoe de gemeente behoort, kan verzoeken deze deskundige te benoemen.
Indien het bepaalde in artikel 5, vierde en/of vijfde lid toepassing heeft verkregen, wordt de ten laste van de exploitant komende bijdrage bepaald op de voet van lid 1 en 3 van dit artikel, met dien verstande dat de in het eerste lid en derde lid onder b, sub 1 bedoelde vermindering beperkt is tot de inbrengwaarde van de gronden die zijn bestemd voor het treffen van voorzieningen van openbaar nut en door de exploitant aan de gemeente worden afgestaan.
Artikel 8. Inhoud exploitatieovereenkomst.
Het verhaal van kosten van het treffen van voorzieningen van openbaar nut vindt, voor wat betreft de in het exploitatiegebied liggende onroerende zaken die niet in eigendom zijn van de gemeente, indien dienaangaande tot overeenstemming kan worden gekomen met de exploitant, plaats op basis van een exploitatieovereenkomst. Indien het afstand doen van gronden, zoals bedoeld in het derde lid onder d, onderdeel uitmaakt van de overeenkomst, wordt hiervan een notariële akte opgemaakt.
In het geval toepassing is gegeven aan artikel 3, tweede lid, kan in de exploitatieovereenkomst, onverminderd het gestelde in het derde lid, worden bepaald dat:
ten behoeve van de door exploitant uit te voeren werken een aannemingsovereenkomst wordt gesloten, waarbij als uitgangspunt geldt dat de gemeente als opdrachtgever en de exploitant als aannemer zal fungeren, uit hoofde waarvan de gemeente of een namens de gemeente aan te wijzen instantie, zal zijn belast met de besteksvoorbereiding van, de directievoering over en het (dagelijkse) toezicht op de door de exploitant uit te voeren werken;
Afdeling III: Exploitatie op verzoek van exploitant.
Indien door burgemeester en wethouders een aanvraag voor een bouwvergunning zoals bedoeld in de Woningwet, eventueel in combinatie met een verzoek om vrijstelling wordt ontvangen, waarbij in geval van verlening van de bouwvergunning en/of vrijstelling van gemeentewege voorzieningen van openbaar nut zoals bedoeld in artikel 2 van deze verordening moeten worden getroffen, wordt dit voor de beslissing op de aanvraag bekendgemaakt aan de aanvrager. Daarbij wordt een zo nauwkeurig mogelijke raming van de kosten van de in artikel 2 genoemde voorzieningen van openbaar nut verstrekt. Tevens wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld een aanvraag in te dienen bij de gemeenteraad voor medewerking met betrekking tot het in exploitatie brengen van gronden.
Artikel 10. Beslissing op de aanvraag.
Indien de aanvraag betrekking heeft op een onroerende zaak welke gelegen is in een exploitatiegebied waarvoor al een kostenverhaalbesluit is vastgesteld, zullen burgemeester en wethouders dit onverwijld aan de aanvrager mededelen en tevens binnen 6 maanden na de dag waarop de aanvraag is ontvangen, aan de aanvrager een exploitatieovereenkomst als bedoeld in artikel 8 aanbieden.
Afdeling IV: Relatie gronduitgifte en andere kostenverhaalinstrumenten.
Artikel 11. Relatie baatbelasting.
In een gebied waarvoor een kostenverhaalbesluit zoals bedoeld in artikel 4 is genomen, zal, indien een exploitant een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 8 aangaat, in de overeenkomst worden bepaald dat met betrekking tot de uitvoering van de in deze overeenkomst genoemde voorzieningen van openbaar nut geen aanvullend kostenverhaal op basis van baatbelasting ten laste van de desbetreffende onroerende zaak zal plaatsvinden.
Indien een exploitant, in een gebied waarvoor een kostenverhaalbesluit zoals bedoeld in artikel 4 is opgenomen, niet bereid is tot het aangaan van de in artikel 8 genoemde overeenkomst, maken burgemeester en wethouders aan exploitant bekend dat het kostenverhaal kan plaatsvinden door middel van een baatbelasting, zulks overeenkomstig de bepalingen als opgenomen in het kostenverhaalbesluit.
Artikel 12. Relatie andere overeenkomsten.
Indien van gemeentewege een overeenkomst wordt aangegaan die naast het kostenverhaal van voorzieningen van openbaar nut ten behoeve van het in exploitatie brengen van gronden nog andere elementen bevat, dan vindt de vaststelling van de via een dergelijke overeenkomst totstandgekomen exploitatiebijdrage in de kosten van voorzieningen van openbaar nut plaats op basis van het gestelde in deze verordening.
Afdeling V: Overgangs- en slotbepalingen.
Artikel 14. Uitvoering verordening.
De gemeenteraad kan de uitoefening van zijn bevoegdheden, met uitzondering van de vaststelling van het in artikel 4 genoemde kostenverhaalbesluit en de in artikel 5 genoemde kostenbegroting, overdragen aan het college van burgemeester en wethouders. De gemeenteraad kan met betrekking tot de over te dragen bevoegdheden beleidsregels vaststellen.
Artikel 15. Overgangsbepalingen.
Ten aanzien van een exploitatiegebied waarvoor geldt dat voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening met het treffen van voorzieningen van openbaar nut is aangevangen, deze voorzieningen niet zijn voltooid en waarvoor geen bekostigingsbesluit of afzonderlijke nota kostenverhaal is vastgesteld, vinden de bepalingen van deze verordening voor dat exploitatiegebied, voorzover nodig, op een aan die situatie aangepaste wijze toepassing. In elk geval geldt daarbij dat, indien binnen dat exploitatiegebied wordt gekomen tot een exploitatieovereenkomst zoals bedoeld in artikel 8, de vaststelling van de daarin op te nemen financiële bijdrage geschiedt op basis van een door de gemeenteraad vast te stellen kostenbegroting zoals bedoeld in artikel 5. Het besluit tot vaststelling van de kostenbegroting wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 139 van de Gemeentewet.
Ten aanzien van een exploitatiegebied waarvoor geldt dat voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening een bekostigingsbesluit of een afzonderlijke nota kostenverhaal is vastgesteld, blijft de 'Exploitatieverordening Gemeente Tilburg 1997' van toepassing tot twee jaren nadat de ten behoeve van dat exploitatiegebied getroffen en/of te treffen voorzieningen van openbaar nut zijn voltooid.
Ten aanzien van een voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening ontvangen aanvraag tot het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden, waarop voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening niet is beslist, blijft de 'Exploitatieverordening Gemeente Tilburg 1997' van toepassing tot op de aanvraag is beslist, met dien verstande dat, indien tot het treffen van voorzieningen van openbaar nut wordt besloten, laatstgenoemde verordening van toepassing blijft tot twee jaren nadat de te treffen voorzieningen van openbaar nut zijn voltooid.