Organisatie | Tubbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie |
Citeertitel | Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Belastingen, leges en retributies; beleidsregels |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2003 | Nieuwe regeling | 09-12-2003 Gemeenteblad 2003, 36 | 2003.10 |
Het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen;
overwegende, dat in sommige gevallen de wettelijke regels met zich meebrengen dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende of roerende zaak, roerende woon- of bedrijfsruimten, perceel);
dat in de gevallen waarin dat voorkomt de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen mag stellen. In deze gevallen hanteert de gemeente Tubbergen een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt;
dat deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op de veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en toegepast wordt voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn;
dat de in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria geen limitatieve opsomming bevatten en dat zij beschouwd moeten worden als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen;
- artikel 2 van de verordening afvalstoffenheffing 2004
- artikel 2 van de verordening forensenbelasting 2003
- artikel 1 van de verordening onroerende-zaakbelastingen 2004
- artikel 2 van de verordening rioolrecht 2004
Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige.
Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, wordt, indien er met betrekking tot één roerende of onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
Met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen die worden geheven van gebruikers, wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
Met betrekking tot het rioolrecht van gebruikers en de afvalstoffenheffing wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
Met betrekking tot de forensenbelasting, wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
Indien en voor zover aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingen worden verenigd op één aanslagbiljet, worden deze in onderstaande volgorde ten name gesteld van de belastingplichtige die:
De onderdelen 1 tot en met 6 vinden geen toepassing indien:
Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
Aangezien de voorkeursvolgorde erop gericht is de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.
Wijzigingen kunnen - indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd - pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.
Indien in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de voorgaande onderdelen bepaalde, is de aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur.
Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in de onderdelen 1 tot en met 11 overeenkomstig van toepassing.
Het besluit "Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie" van 17 december 2002, nummer 2003.05 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van inwerkingtreding, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.