Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidslijn gevelzitplaatsen detailhandel |
Citeertitel | Beleidslijn gevelzitplaatsen detailhandel |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Gemeenteblad 2013-16 |
Geen
APV Rotterdam 2012
APV Rotterdam 2012
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-02-2013 | Onbekend | 19-02-2013 Gemeenteblad 2013-16 | gelezen het voorstel van de directeur SO van 19 februari 2013; kenmerk BS13/00176 |
Beleidslijn gevelzitplaatsen detailhandel
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van de directeur SO van 19 februari 2013; kenmerk BS13/00176;
Beleidslijn gevelzitplaatsen detailhandel
Gevelzitplaatsen (ofwel de vergunningvrije ‘terrasjes’) verlevendigen de stad en geven bedrijven de mogelijkheid om gastvrij te ondernemen. Met de inwerkingtreding van de Horecanota 2012-2016 zijn gevelzitplaatsen voor vergunde horeca-inrichtingen en vergunningvrije inrichtingen mogelijk gemaakt. Een vergunningvrije inrichting is bijvoorbeeld een bakkerij waar ook een broodje en een kopje koffie voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt.
Op basis van signalen uit de stad blijkt dat er bij bepaalde verschijningsvormen van detaillisten (zoals kapperszaken), anders dan vergunningvrije inrichtingen, de wens bestaat om ook van een dergelijke regeling van gevelzitplaatsen gebruik te kunnen maken. Deze beleidslijn komt aan die wens tegemoet en heeft tot doel om verschillende typen ondernemers een gelijke kans te bieden de clientèle zo goed mogelijk te bedienen.
Voorwaarden gevelzitplaatsen detailhandel
Voor het plaatsen en het gebruik van vergunningvrije gevelzitplaatsen bij detailhandel gelden de volgende regels zoals deze zijn neergelegd in het aanwijzingsbesluit ‘categorieën van gevallen vergunningvrij te plaatsen voorwerpen op of aan de weg d.d. 27 november 2012’. Dit aanwijzingsbesluit is een uitwerking van artikel 2:10, derde lid onder f APV Rotterdam 2012 en in werking is getreden per 1 februari 2013:
Raakvlakken met andere beleidskaders
Horecanota 2012-2016: In de horecanota is het toezicht en de handhaving geborgd op de afmetingen van de gevelzitplaatsen bij horeca en vergunningvrije inrichtingen. Indien er onregelmatigheden ten aanzien van de situering van gevelzitplaatsen bij vergunde horeca-inrichtingen en vergunningvrije inrichtingen worden geconstateerd, valt dit onder het regime van de horecanota;
Waarborgen consequent toezicht en handhaving
Brancheverbreding is het verschijnsel dat de in de detailhandel aangeboden assortimenten verruimd worden en wel zodanig dat verschillende winkeltypen elkaar qua assortiment gedeeltelijk kunnen overlappen. Supermarkten en warenhuizen zijn hiervan een voorbeeld. Deze trend is tevens waarneembaar bij detailhandel voor zover het verschuiving richting horeca betreft.
Deze beleidslijn dient om binnen deze verschuiving de balans te bewaren bij reguliere detailhandel. Voor die detaillisten (de kapper of modezaak die een hapje en/of een drankje aanbieden) wordt het mogelijk om beperkt een gevelzitplaats voor het winkelpand te plaatsen. Om de balans niet te doorbreken en het risico te beperken dat hiermee verkapte horeca ontstaat, is het mede ter voorkoming van oneerlijke concurrentie noodzakelijk dat hierop consequent toezicht wordt gehouden en handhaving wordt gepleegd.
Toezicht en handhaving op de naleving van het aanwijzingsbesluit
Het toezicht en de handhaving op de gestelde regels voor gevelzitplaatsen bij detaillisten zoals deze voortvloeien uit voornoemd aanwijzingsbesluit is belegd bij Stadsbeheer. Hiermee wordt aangesloten bij de bestaande mandatering voor toezicht en handhaving op het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg (zoals winkeluitstallingen) op basis van artikel 2:10 APV Rotterdam 2012.
Stadsbeheer op basis van artikel 2:10 APV Rotterdam 2012 een last onder dwangsom kan opleggen van € 100,- per overtreding met een maximum van € 3.000,-.
Aangezien het onduidelijk is hoeveel ondernemers gebruik willen maken van deze regeling en welke inzet op toezicht en handhaving noodzakelijk is wordt dit beleid eind 2013 geëvalueerd. In de evaluatie zal in ieder geval aandacht zijn voor de ontwikkeling van het aantal gevelzitplaatsen dat wordt geplaatst, de bijdrage aan de verlevendiging van de stad, de mogelijke knelpunten op het gebied van toezicht en handhaving en branchevervaging.
Mochten zich eerder dan eind 2013 excessen voordoen in de ontwikkeling van het aantal gevelzitplaatsen en het aantal overtredingen van de voorwaarden, dan zal eerder dan eind 2013 een tussentijdse evaluatie plaatsvinden.
Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na dagtekening van het gemeenteblad waarin het wordt geplaatst.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 19 februari 2013.
De secretaris, De burgemeester,
Dit gemeenteblad is uitgegeven op 21 februari 2013 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)