Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noordwijk

Regeling Jeugdleerlingensubsidie Noordwijkse muziekverenigingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoordwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling Jeugdleerlingensubsidie Noordwijkse muziekverenigingen
CiteertitelRegeling Jeugdleerlingensubsidie Noordwijkse muziekverenigingen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-10-201101-01-2021nieuwe regeling

16-09-2011

Het witte weekblad, 2011,41

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling Jeugdleerlingensubsidie Noordwijkse muziekverenigingen

Regeling Jeugdleerlingensubsidie Noordwijkse muziekverenigingen

 

College van Burgemeester & Wethouders;

 

Overwegende dat,

 

In de cultuurnota staat dat de gemeente Noordwijk amateurkunstverenigingen van belang acht voor de kennismaking door kinderen en jongeren met kunst en cultuur. Dit is één van de redenen om deze verenigingen te subsidiëren. Door het instellen van de Jeugdleerlingensubsidie voor muziekverenigingen tracht de gemeente Noordwijk enerzijds de brede kennismaking met kunst en cultuur door kinderen en jongeren te stimuleren en anderzijds en een substantiële bijdrage te leveren aan de continuïteit van de muziekverenigingen;

 

Gelet op het bepaalde in artikel 4 van de Algemene subsidieverordening 2011 van de gemeente Noordwijk;

 

Besluiten 16 augustus 2011 in te stemmen met de regeling Jeugdleerlingensubsidie Noordwijkse muziekverenigingen;

 

1.1. De vastgestelde subsidiecriteria Jeugdleerlingensubsidie Noordwijk:

  • a.

    Alleen jeugdleden van Noordwijkse muziekverenigingen die muziekonderwijs volgen dat gericht is op het behalen van een erkend muziekdiploma en het op termijn deelnemen aan het orkest van de muziekvereniging komen in aanmerking voor subsidiering;

  • b.

    De leerling woonachtig in Noordwijk is;

  • c.

    De leerling minimaal de leeftijd van 10 jaar bereikt heeft;

  • d.

    De leerling niet ouder is dan 19 jaar bij de start van het jaarlijkse opleidingstraject;

  • e.

    Voor een leerling wordt er niet langer dan drie jaar subsidie verstrekt;

  • f.

    Het muziekonderwijs moet worden verzorgd door bevoegde docenten;

  • g.

    De muziekvereniging is verantwoordelijk voor het verstrekken van de juiste gegevens met betrekking tot de leerlingen.

     

    1.2 Het subsidiebedrag voor de opleiding van jeugdleden van muziekverenigingen is € 200,- euro per leerling per jaar.

     

    1.3 De huidige criteria voor subsidiering van de opleidingskosten van muziekverenigingen en het maximale normbedrag van € 1.000,- per vereniging is ingetrokken.

     

    1.4 Het subsidieplafond voor de regeling ’ Jeugdleerlingensubsidie Noordwijkse muziekverenigingen’ is vastgesteld op € 23.000,- en het naar rato systeem is aangewezen als gehanteerde wijze van verdeling.

     

    Toelichting;

     

    Algemeen

    De jeugdleerlingensubsidie wordt ingevoerd binnen de huidige subsidiering van de muziekverenigingen. In de huidige subsidiebeschikking is namelijk reeds een component opgenomen over de opleiding van jeugdleden. Een muziekvereniging komt in aanmerking voor subsidie van € 200, - per leerling per jaar. De leerling volgt muziekonderwijs binnen een driejarig intern opleidingstraject dat gericht is op het behalen van een erkend muziekdiploma en op termijn deelname aan het orkest van de vereniging. Met andere woorden: de gemeente draagt gedurende drie jaren financieel bij aan het interne muziekonderwijs van een individueel jeugdlid van een muziekvereniging.

     

    De jeugdleerlingensubsidie vindt haar oorsprong in een aangenomen motie van de ChristenUnie van 1 november 2007. Dit heeft uiteindelijk geleid tot het onderscheiden van de volgende doelstellingen:

    • Versoepeling van de regels van het muziekonderwijs bewerkstelligen, waarbij de versoepeling ten gunste komt aan de muziekverenigingen in Noordwijk;

    • De prioriteit ligt bij het betaalbaar maken en houden van muziekonderwijs voor lagere en modale inkomens;

    • Daarnaast dient de aanwas qua jeugdleden bij de vereniging toe te nemen.

    Deze doelstellingen zijn verwerkt in de Cultuurnota en dit heeft geresulteerd in een opdracht aan het college om de jeugdleerlingensubsidie uit te werken in subsidiecriteria.

     

    Nadat de gemeenteraad in eerste aanleg kennis had genomen van de Cultuurnota “Noordwijk, culturele badplaats 2009 – 2013”, heeft de ChristenUnie een nieuwe motie ingediend. In deze motie, aangenomen op 30 september 2009, werd geconstateerd dat de motie uit 2007 onvoldoende was uitgevoerd. Het belangrijkste argument hiervoor was dat gemeenteraad juist de mogelijkheid voor jeugdleden om binnen de muziekverenigingen muziekonderwijs te volgen wilde vergroten in plaats van het extra stimuleren van het muziekonderwijs aangeboden door de Muziekschool (Music Boulevard).

     

     

    Uitbreiden bestaande subsidierelatie

    Gelet op de uitkomsten van de analyse en de bestuursopdracht ‘vereenvoudiging subsidiering’ is gekozen voor een uitwerking van de jeugdleerlingensubsidie binnen de al bestaande subsidierelatie tussen de gemeente Noordwijk en de muziekverenigingen. Binnen de structurele subsidie is immers al een component voor de opleiding van jeugdleden opgenomen. Dit is in het kader van de jeugdleerlingensubsidie geactualiseerd. Daarnaast leidt het uitbreiden van de huidige subsidieregeling niet tot een toename van administratieve en bestuurlijke lasten.

    De jeugdleerlingensubsidie wordt gezien als een onderdeel van de reguliere budgetsubsidie voor muziekverenigingen. De subsidieaanvragen, welke door de muziekverenigingen worden ingediend, worden op grond van de regeling jeugdleerlingensubsidie beoordeeld aan de hand van de volgende subsidiecriteria:

     

    Vast bedrag per leerling per jaar versus bedrag per muziekvereniging

    Het normbedrag voor de opleidingskosten van jeugdleden tot is in 2004 door het college vastgesteld op € 83, - met een maximum van € 1000, - per muziekvereniging. Zowel het normbedrag en het gestelde maximum zijn geactualiseerd. Gelet op de doelstellingen uit de Cultuurnota is niet gekozen voor een vast bedrag per vereniging voor de opleiding van jeugdleden, omdat de gemeente Noordwijk vanuit de gedachte van cultuurparticipatie de aanwas van jeugdleden die muziekonderwijs volgen wil stimuleren. Daarom is besloten voor een bedrag per jeugdleerling per jaar.

     

    Driejarig opleidingstraject

    Uit de gesprekken met de muziekverenigingen is gebleken dat de leeftijd tot toelating tot het instrumentale muziekonderwijs varieert. Daarnaast blijkt het opleidingstraject veelal drie jaar te duren, met als doelen het behalen van een diploma en op termijn deelnemen aan het orkest. Blokfluitlessen en andere muzieklessen (bijv. Gitaar of piano) die niet gericht zijn op deelname aan de verschillende orkesten worden niet subsidiabel geacht. De gemeente Noordwijk kiest bewust voor het opleidingstraject dat is gebaseerd op de raamleerplannen die ontwikkeld zijn door het landelijk steuninstituut voor de amateurmuziek te weten Kunstfactor (Unisono) met als uiteindelijk doel om actief deel te nemen aan de muzikale activiteiten binnen de vereniging. Gelet op het bovenstaande is besloten om muziekverenigingen te subsidiëren gedurende het interne opleidingstraject van drie jaar (instrumentaal muziekonderwijs gericht op deelname aan de verschillende orkesten) van jeugdleerlingen van 10 jaar tot maximaal 18 jaar. De gemeente wil de muziekverenigingen ondersteunen bij de opleiding van de nieuwe leden. Ze leveren zo een bijdrage aan de cultuureducatie en stimuleren mensen om actief aan muziek te doen. Gedurende drie jaren ontvangt de vereniging een bijdrage in de opleidingskosten van een jeugdleerling. Door het subsidiëren van drie jaar muziekonderwijs per leerling, ontstaat ruimte voor verenigingen om meer nieuwe jeugdleden toe te laten en zo komen er meer kinderen en jongeren met muziek in aanraking. Dit in tegenstelling tot het subsidiëren van een jeugdlid tot de leeftijd 21 ongeacht de duur van de opleiding of reeds de beëindiging. Op deze manier wordt recht gedaan aan de doelstellingen van de cultuurparticipatie genoemd in de Cultuurnota. Er is niet gekozen voor een subsidie bedrag per behaald muziekdiploma. Belangrijk argument voor deze keuze zijn de verschillen van diplomering binnen de verenigingen en de voorkeur van cultuurparticipatie boven cultuureducatie.

     

    Subsidie € 200,-- per leerling per jaar

    Het subsidiebedrag per leerling was in 2004 vastgesteld op € 83, - per leerling tot een maximum van 12 leerlingen. Door de toename van het beschikbare budget in de Cultuurnota is er ruimte ontstaan om het subsidiebedrag per leerling te verhogen. Het totale budget voor de interne opleiding van jeugdleden wordt € 23.000,- ( 3 x € 1.000,- huidige subsidies + € 20.000,- Cultuurnota). Aan de hand van de financiële gegevens van de interne opleidingen van de verenigingen, normbedragen van vergelijkbare regelingen in andere gemeenten en de subsidieaanvragen 2010 is besloten om het subsidiebedrag per leerling ten behoeve van instrumentaal muziekonderwijs gericht op deelname aan het orkest op € 200, - per jaar vast te stellen.

    Het subsidiebedrag per leerling per jaar gedurende het opleidingstraject is mede bepaald aan de hand van de netto-opleidingskosten van De Echo der Duinen en Crescendo. Binnen het beschikbare budget is gelet op het normbedrag van € 200,- per leerling per jaar ruimte zijn voor subsidiering van 115 jeugdleerlingen. Op dit moment zijn er binnen de muziekverenigingen 82 jeugdleden die muziekonderwijs volgen. De komende jaren kan een groei van jeugdleden binnen het beschikbare budget worden opgevangen.

     

    Intrekken huidige criteria subsidiering opleidingskosten

    Het college heeft op 9 maart 2004 een besluit genomen over de subsidienormbedragen voor de muziekverenigingen in Noordwijk. Dit besluit vormt tot nu toe de basis voor subsidiering van de muziekverenigingen. In dit besluit worden ook criteria voor subsidiering van de opleidingskosten van jeugdleden en een normbedrag per vereniging genoemd. Met het vaststellen van de regeling Jeugdleerlingensubsidie zijn de bovengenoemde criteria en het normbedrag van € 1.000,- per vereniging achterhaald en deze zijn d.d. 16 augustus 2011 door het College daarom ingetrokken. Met andere woorden: de regeling Jeugdleerlingensubsidie vervangt de criteria en het normbedrag genoemd in het besluit van 9 maart 2004.

     

    Subsidieplafond

    Het beschikbare budget voor de jeugdleerlingensubsidie binnen het actieprogramma cultuurparticipatie in de Cultuurnota is € 20.000, -. Dit bedrag wordt opgeteld bij het reeds beschikbare budget van € 1.000 per muziekvereniging per jaar.

    Het subsidieplafond is vastgesteld op € 23.000,= en het naar rato systeem is aangewezen als gehanteerde wijze van verdeling.

    Het vaststellen van een subsidieplafond is een oplossing voor het probleem dat het ontbreken van een niet-toereikende begrotingspost niet als weigeringgrond gebruikt kan worden bij een subsidieaanvraag. Dit voorkomt een zogenaamde openeinderegeling.

    Naar rato systeem: aanvragen moeten voor een bepaalde datum worden ingediend. Bij overschrijding van het subsidieplafond wordt de subsidie voor alle in aanmerking komende organisaties naar rato gekort.

     

    Bij een overschrijding van het subsidieplafond ligt de verantwoordelijkheid voor de continuering van de lopende opleidingstrajecten bij de muziekverenigingen.