Organisatie | Zutphen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavingsverordening |
Citeertitel | Handhavingsverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-02-2010 | 01-01-2010 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 18-01-2010 Zutphense Koerier, 10 februari 2010 | 7070 |
De raad van de gemeente Zutphen;
-gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;
- gelet op de Wet werk en bijstand, artikel 8a; Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 35-1-c, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikel 35-1-c en de Wet investeren in jongeren, artikel 12010c
-gelezen het voorstel van het bestuur d.d. 5 januari 2010;
vast te stellen de Handhavingsverordening
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Hoofdstuk 2 Uitvoeringsplan; communicatie, controle, controlemiddelen en agressie in verband met de Wwb, Ioaw, Ioaz, WIJ en WI
Artikel 2 Uitvoeringsplan in verband met communicatie, fraudepreventie, controle op de rechtmatigheid en afstemmen van de bijstand, inkomensvoorziening, voorziening, werkleeraanbod en het voorkomen en bestrijden van agressie
Artikel 3 Communicatie en controle bij de aanvraag om bijstand, voorziening, inkomensvoorziening of werkleeraanbod en communicatie en controle tijdens en na de periode dat aanspraak gemaakt wordt op de bijstand, voorziening, inkomensvoorziening of werkleeraanbod
Artikel 5 Afstemming van de bijstand, inkomensvoorziening, voorziening of werkleeraanbod
Artikel 6 Aangifte bij het Openbaar Ministerie
Artikel 8 Onvoorziene omstandigheden
Het bestuur stelt een uitvoeringsplan ten behoeve van Het Plein vast, waarin aandacht wordt besteed aan communicatie, fraudepreventie, controle op de rechtmatigheid van de bijstand, voorziening, inkomensvoorziening of werkleeraanbod. In het uitvoeringsplan wordt eveneens de wijze beschreven waarop de afstemming van de bijstand, voorziening, inkomensvoorziening of werkleeraanbod in verband met misbruik en oneigenlijk gebruik uitgevoerd wordt. Eveneens zijn in het uitvoeringsplan regels opgenomen in verband met agressie.
Het uitvoeringsplan beschrijft de handhavingsmethodiek en handhavingspraktijk. Hierbij is in ieder geval aandacht voor de rolverdeling tussen de diverse functionarissen die belast zijn met de handhaving, de inrichting van de bij het handhaven betrokken werkprocessen, waarin begrepen het gebruik van formulieren.
Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de bijstand, inkomensvoorziening, voorziening of werkleeraanbod, stemt het bestuur de bijstand, inkomensvoorziening, voorziening of het werkleeraanbod af conform wat hierover is bepaald in de Maatregelenverordening, de verordening Wet inburgering en uitvoeringsplan, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen bijstand, inkomensvoorziening, voorziening of werkleeraanbod.
Indien een gedraging van belanghebbende als bedoeld in artikel 5 leidt tot benadeling van de gemeente, doet het bestuur, onverminderd de mogelijkheid de bijstand, inkomensvoorziening, de voorziening of het werkleeraanbod af te stemmen en de ten onrechte ontvangen bijstand, inkomensvoorziening, voorziening of werkleeraanbod terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten.
Het bestuur is bevoegd nadere regels te stellen met betrekking tot het bepaalde in deze verordening.
In gevallen, die de uitvoering van deze verordening betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het bestuur.
Het bestuur evalueert driejaarlijks het uitvoeringsplan, past het op grond daarvan zo nodig aan en rapporteert daarover aan de Raad. Zwaarwegende omstandigheden kunnen ertoe leiden dat deze frequentie wordt verhoogd, een en ander ter beoordeling van het bestuur.
Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Zutphen,
gehouden op: 18 JAN. 2010
De voorzitter, de griffier,
In artikel 8-a van de Wwb, artikel 35-1-c Ioaw, artikel 35-1-c Ioaz en artikel 12-1-c van de Wij is de verplichting opgenomen om bij verordening regels te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand c.a. alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wetten. Met deze verordening wordt daar op hoofdlijnen de invulling aangegeven. Details worden in het door het bestuur vast te stellen uitvoeringsplan opgenomen.
De effectiviteit van de in deze verordening opgenomen regels die het onterecht ontvangen, misbruik en oneigenlijk gebruik van bijstand, de inkomensvoorziening, de voorziening of het werkleeraanbod moeten voorkomen en bestrijden, wordt verhoogd door die regels in een brede context te plaatsen. Allereerst door ze mede van toepassing te laten zijn op de Wi. Daarnaast door in deze verordening op te nemen dat uitvoeringsvoorschriften die direct én indirect betrekking hebben op -de in deze verordening gestelde- handhavingsbepalingen in het uitvoeringsplan opgenomen worden. Vanzelfsprekend stelt het uitvoeringsplan nadere regels ten aanzien van de handhavingsmethodiek en –praktijk. Maar, ook wordt in het uitvoeringsplan ingegaan op -het voorkomen van- agressie en geweld. De definitie van agressie en geweld is overgenomen uit het door de gemeente Zutphen gehanteerde agressieprotocol:” Handboek Maatregelen bij Agressie en Geweld”. Tevens staat in het uitvoeringsplan de onderzoeksplanning voor de onderscheidenlijke wetten opgenomen.
Voor terugvordering en verhaal zijn aparte beleidsregels geformuleerd.
Hierin gaat het over fraudepreventie en controle. Vanuit het oogpunt: ‘Beter voorkomen dan genezen’ heeft het bestrijden van fraude zich meer en meer verlegd naar het moment waarop de burger, cq. potentiële klant een beroep doet op de bijstand, voorziening, inkomensvoorziening of werkleeraanbod. Een goede controle op de aanvraag, maar tevens voorafgaande aan de betaal- of verstrekkingsmomenten voorkomt dat klanten ten onrechte de bijstand, inkomensvoorziening of voorziening verstrekt wordt of het werkleeraanbod wordt gedaan. De controle wordt voorafgegaan door een heldere communicatie over het handhavingsbeleid van Het Plein.Controle wordt onder andere vorm gegeven door huisbezoeken en het gebruik van het Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI)-net, waarin actuele gegevens staan van (potentiële) klanten, onder andere met betrekking tot inkomen uit loon of bijstand. Ook gaat het in dit hoofdstuk over de controle gedurende het tijdvak waarin de bijstand, inkomensvoorziening of voorziening verstrekt wordt of het werkleeraanbod reeds geactiveerd is. Tot slot is er aandacht voor de periode na het eindigen van het recht op bijstand, inkomensvoorziening voorziening of werkleeraanbod. In het uitvoeringsplan zullen de termijnen waarbinnen deze onderzoeken moeten worden verricht en de voorwaarden waaronder, worden beschreven.
Dit hoofdstuk gaat ook nader in op het kader waarbinnen gehandhaafd wordt tijdens de periode waarin de bijstand, inkomensvoorziening of voorziening verstrekt wordt of werkleeraanbod geactiveerd is. Middelen die hiervoor worden ingezet, zijn de bestandkoppelingen zoals met het Inlichtingenbureau. Tevens wordt gebruik gemaakt van de diensten en projecten die het Regionaal Coördinatiepunt Fraudebestrijding aanbiedt.
Ook worden bij de bestrijding risicoprofielen ingezet. Zodoende kunnen voor de koppeling klanten worden geselecteerd die passen binnen een risicoprofiel. Deze aspecten worden in het uitvoeringsplan van de afdeling opgenomen. Dit sluit nauw aan bij de keuze voor het concept van het Hoogwaardig Handhaven die in Zutphen is gemaakt.
Dit regelt de afstemming van de bijstand, inkomensvoorziening, voorziening of werkleeraanbod, conform de Maatregelenverordening, als betrokkene niet aan verplichtingen voldoet of ten onrechte bijstand ontvangt of heeft ontvangen. Daarnaast wordt aangifte van fraude gedaan bij het Openbaar Ministerie. De voorwaarden voor aangifte zijn in overleg met het Openbaar Ministerie door de landelijke overheid vastgesteld. Een noviteit is de mogelijkheid om gelden die in verband met re-integratie en inburgering zijn verstrekt, af te stemmen en terug te vorderen. Door in deze verordening de mogelijkheid te openen om, in het geval van flagrant oneigenlijk gebruik of misbruik van de voorziening of werkleeraanbod de rechtstreeks met de verstrekking samenhangende gelden terug te kunnen vorderen wordt aangesloten bij de opvatting, dat niet (kunnen) terugvorderen voorbij gaat aan het rechtsgevoel. In het uitvoeringsplan worden nadere regels hiervoor gesteld.
Het uitvoeringsplan wordt 1 keer per drie jaar geëvalueerd en zo nodig aangepast. Indien er aanleiding toe is, zal dat vaker gebeuren.