Organisatie | Leerdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid (GR VRZHZ) |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Vastgesteld door de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders.
De regeling treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 februari 2013.
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-02-2013 | 01-02-2013 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 07-12-2012 Kontakt, 06-02-2013 | Z12-01387 |
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Alblasserdam, Binnenmaas, Cromstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Graafstroom, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk, Leerdam, Liesveld, Nieuw-Lekkerland, Oud-Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen, Zederik en Zwijndrecht, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft,
dat het Nederlandse grondgebied is verdeeld in regio’s op grond van artikel 8 van de Wet veiligheidsregio’s;
dat de regio Zuid-Holland Zuid het grondgebied beslaat overeenkomstig bovengenoemde gemeenten, zoals opgenomen in de bijlage behorende bij de Wet veiligheidsregio’s;
dat de bijlage bij de Wet veiligheidsregio’s kan worden gewijzigd bij algemene maatregel van bestuur;
dat de gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid, respectievelijk hun bestuursorganen, verplicht zijn een gemeenschappelijke regeling te treffen op grond van artikel 9 van de Wet veiligheidsregio’s, waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld met de aanduiding: veiligheidsregio;
dat deze gemeenschappelijke regeling belast wordt met de wettelijke taken genoemd in de Wet veiligheidsregio’s;
dat de gemeenteraad, zoals vereist op grond van artikel 1, tweede en derde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, het college toestemming heeft gegeven om een regeling te treffen c.q. te wijzigen;
De Wet veiligheidsregio’s, de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet, de Wet publieke gezondheid, de Politiewet 1993 en de (Tijdelijke) wet ambulancezorg;
de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid van 24 juni 2009 per 1 januari 2013 te wijzigen, zodat deze komt te luiden als volgt:
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
In deze gemeenschappelijke regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
wet: de Wet veiligheidsregio’s;
directeur Publieke gezondheid: de functionaris als bedoeld in artikel 32 van de wet;
coördinerend gemeentesecretaris: de coördinerend functionaris als bedoeld in artikel 36 van de wet.
Daar waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van de gemeente, de gemeenteraad, het college, de burgemeester en het hoofd van dienst onderscheidenlijk: het openbaar lichaam, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter en de algemeen directeur.
HOOFDSTUK II HET OPENBAAR LICHAAM
Artikel 2 Instelling en plaats van vestiging
Het gebied waarvoor deze regeling geldt, omvat het grondgebied van de deelnemende gemeentebesturen van de regio Zuid-Holland Zuid, volgens artikel 8 van de wet.
Het openbaar lichaam is rechtspersoon als bedoeld in artikel 8 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en is gevestigd in Dordrecht.
Het openbaar lichaam heeft tot doel:
de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing, de geneeskundige hulpverlening (bij ongevallen en rampen), met behoud van lokale verankering, bestuurlijk en operationeel op regionaal niveau binnen het samenwerkingsgebied te integreren, teneinde een doelmatige en slagvaardige hulpverlening te verzekeren, mede op basis van een gecoördineerde voorbereiding;
Artikel 4 Taken en bevoegdheden
Het openbaar lichaam draagt zorg voor de uitvoering van:
de overgedragen taken en bevoegdheden zoals genoemd in artikel 10 van de wet.
Het openbaar lichaam draagt voorts zorg voor het uitvoeren van:
taken zoals genoemd in het vigerende beleidsplan (artikel 14 van de wet) van het openbaar lichaam.
Artikel 8 Samenstelling algemeen bestuur
Een lid van het algemeen bestuur wordt bij verhindering vertegenwoordigd overeenkomstig artikel 77 van de Gemeentewet.
Artikel 9 Vergaderingen algemeen bestuur
Inzake openbare kennisgeving geschiedt de in artikel 19 van de Gemeentewet bedoelde openbare kennisgeving op verzoek van de voorzitter tevens door de burgemeesters van de deelnemende gemeenten op de aldaar gebruikelijke wijze.
De commissaris van de Koning wordt gelet op artikel 13 van de wet uitgenodigd om bij de vergaderingen van het bestuur van de veiligheidsregio aanwezig te zijn. De commissaris kan zich laten vertegenwoordigen.
De hoofdofficier van justitie van het arrondissementsparket en de in de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid functionerende voorzitters van de waterschappen worden gelet op artikel 12.1 van de wet uitgenodigd deel te nemen aan de vergaderingen van het bestuur.
Artikel 12 Informatie- en verantwoordingsplicht algemeen bestuur
Een lid van het algemeen bestuur is aan het college van de betreffende deelnemende gemeente waartoe hij behoort, verantwoording verschuldigd voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid en voorziet het eigen college van alle informatie die, in relatie tot het door het algemeen bestuur gevoerde en te voeren beleid en daarbij door het aangewezen lid ingenomen respectievelijk in te nemen standpunt, noodzakelijk is.
Een lid van het algemeen bestuur verstrekt het college van de betreffende deelnemende gemeente waartoe hij behoort, alle inlichtingen die door één of meer collegeleden worden gevraagd, waarvan het verstrekken niet in strijd is met het openbaar belang overeenkomstig artikel 16, zesde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Artikel 14 Taak en bevoegdheden dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur oefent, voor zover het algemeen bestuur daartoe besluit en dan naar door dat bestuur te stellen regelen, de aan het algemeen bestuur wettelijk toegekende of krachtens de regeling toevallende bevoegdheden uit, met uitzondering van:
het vaststellen van strategische regionale plannen zoals het regionaal beleidsplan als bedoeld in artikel 14 van de wet en het regionaal crisisplan als bedoeld in artikel 16 van de wet;
Artikel 16 Geheimhouding dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur en de voorzitter kunnen op grond van een belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan het dagelijks bestuur worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat het dagelijks bestuur haar opheft.
HOOFDSTUK V COMMISSIES VAN ADVIES
Artikel 20 Commissies van advies
Het algemeen bestuur van het openbaar lichaam kan besluiten, ten behoeve van de uitvoering van de aan hen opgedragen taken, commissies van advies in te stellen conform artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Het algemeen bestuur regelt de bevoegdheden en samenstelling.
De leden van commissies van advies als bedoeld in het eerste lid, die geen burgemeester, wethouder of lid van een gemeenteraad zijn, kunnen, indien het algemeen bestuur zulks bepaalt, een op jaarbasis door het algemeen bestuur te bepalen tegemoetkoming in de kosten ontvangen. Het besluit hiertoe wordt aan Gedeputeerde Staten gezonden.
HOOFDSTUK VI BESTUURSCOMMISSIES
Het algemeen bestuur van het openbaar lichaam kan commissies instellen met het oog op de behartiging van bepaalde belangen als bedoeld in artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Het dagelijks bestuur zendt het ontwerp van een besluit tot instelling van een commissie als bedoeld in het eerste lid ter uitvoering van artikel 25 lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen aan de colleges der deelnemende gemeenten.
De leden van een commissie als bedoeld in het eerste lid, die geen burgemeester, wethouder of lid van een gemeenteraad zijn, kunnen, indien het algemeen bestuur zulks bepaalt, een op jaarbasis door het algemeen bestuur te bepalen tegemoetkoming in de kosten ontvangen. Het besluit hiertoe wordt aan gedeputeerde staten gezonden.
HOOFDSTUK VIII DE OPERATIONELE ORGANISATIE
Het algemeen bestuur heeft de beschikking over een gemeenschappelijke meldkamer die is ingesteld door het algemeen bestuur, of door het bestuur van een andere veiligheidsregio ten behoeve van de crisisbeheersing, de brandweertaak, de geneeskundige hulpverlening, het ambulancevervoer en de politietaak.
Het algemeen bestuur en het regionale college sluiten een convenant dat betrekking heeft op de meldkamerfunctie. In het convenant worden in elk geval afspraken gemaakt over de locatie, het beleid en beheer, de financiën, de prestaties, de ondersteunende systemen en de samenwerking van politie met het regionaal coördinatiecentrum, de brandweer, de geneeskundige hulpverlening in de meldkamer.
Artikel 27 De hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing
Ter uitvoering van artikel 39, derde lid, van de wet is de commandant van de brandweer de regionaal operationeel leider, onverminderd het bepaalde in artikel 24.1 van deze regeling.
Ter uitvoering van artikel 2 van de wet is de directeur publieke gezondheid belast met de operationele leiding van de geneeskundige hulpverlening, onverminderd het bepaalde in artikel 24.1 van deze regeling en het bepaalde in artikel 39 lid 3 van de wet.
Het dagelijks bestuur stelt het beleid vast ter uitwerking van de wet, betreffende de werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing als bedoeld in artikel 1.1. van het Besluit veiligheidsregio’s, tevens grondslag voor het crisisplan volgens artikel 16 van de wet.
HOOFDSTUK IX FINANCIËLE BEPALINGEN
Artikel 28 Financiële voorschriften
De artikelen 212 en 213 van de Gemeentewet, alsmede artikel 56 van de wet, zijn van overeenkomstige toepassing.
Het algemeen bestuur VRZHZ stelt uit haar midden onder voorzitterschap van de portefeuillehouder financiën een auditcommissie aan van drie leden die tot taak heeft het bepaalde in dit artikel op de juiste uitvoering te toetsen en het dagelijks bestuur jaarlijks te adviseren over de financiële huishouding.
De bepalingen van artikel 29 en 30 betreffende de ontwerpbegroting zijn zoveel mogelijk mede van toepassing op wijzigingen van de begroting, met uitzondering van het bepaalde in het eerste, tweede, derde, vierde lid van artikel 30, voor zover het betreft wijzigingen van die begroting die geen invloed hebben op de bijdragen van de deelnemende gemeenten.
Voor af- en overschrijvingen op de posten der begroting zijn artikel 29 en 30 van overeenkomstige toepassing voor zover hiervoor niet bij de begroting zelf of bij een afzonderlijk door gedeputeerde staten goedgekeurd besluit van het algemeen bestuur machtiging is verleend.
Wanneer het algemeen bestuur blijkt, dat de raad van een deelnemende gemeente weigert de in artikel 30, eerste lid, bedoelde bijdrage in de gemeentebegroting op te nemen, doet het algemeen bestuur aan gedeputeerde staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet.
De deelnemende gemeentebesturen dragen er zorg voor dat de veiligheidsregio te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.
Het dagelijks bestuur biedt deze rekening, met toevoeging van een verslag van een onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door de overeenkomstig artikelen 212 en 213 van de Gemeentewet aangewezen accountant, alsmede hetgeen het dagelijks bestuur voor zijn verantwoording dienstig acht, ter vaststelling aan het algemeen bestuur.
Ten aanzien van geschillen omtrent de toepassing van de regeling in de ruimste zin, geldt het gestelde in artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van de veiligheidsregio en haar organen overeenkomstig een door het algemeen bestuur met inachtneming van de Archiefwet 1995 vast te stellen regeling, welke aan gedeputeerde staten moet worden medegedeeld.
Gedeputeerde staten oefenen toezicht uit op de in het eerste lid aan het dagelijks bestuur opgedragen zorg voor de archiefbescheiden overeenkomstig artikel 33 van de Archiefwet 1995.
Voor de bewaring van de op grond van artikel 12 van de Archiefwet 1995 over te brengen archiefbescheiden van de in deze regeling genoemde organen is aangewezen de archiefbewaarplaats van de gemeente Dordrecht.
HOOFDSTUK XII KLACHTEN EN OMBUDSVOORZIENING
Het algemeen bestuur stelt, met inachtneming van hoofdstuk 9, titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht, een interne klachtenregeling vast.
HOOFDSTUK XIII TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING
Artikel 39 Toetreding en uittreding
Toetreding van colleges van burgemeester en wethouders tot de gemeenschappelijke regeling of uittreding van colleges van burgemeester en wethouders uit de gemeenschappelijke regeling is slechts mogelijk na wijziging van de verdeling van gemeenten in regio’s, als bedoeld in artikel 8 van de wet.
Artikel 40 Wijzigingen of opheffing
Een voorstel aan de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten tot wijziging van deze gemeenschappelijke regeling kan worden gedaan door het algemeen bestuur of door het college van burgemeester en wethouders van ten minste vijf van de deelnemende gemeenten, zulks onverminderd de ter zake van toepassing zijnde bepalingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen en de wet.
De gemeenschappelijke regeling kan slechts worden opgeheven voor zover dit op grond van artikel 8 en artikel 9 van de wet mogelijk is. Een besluit tot opheffing van deze gemeenschappelijke regeling wordt niet genomen voordat de betreffende bestuursorganen van alle deelnemende gemeenten daarmee hebben ingestemd. Het algemeen bestuur stelt, nadat de raden van de deelnemende gemeenten zijn gehoord, een liquidatieplan vast.
HOOFDSTUK XIV OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
De gemeenschappelijke regeling treedt in werking nadat:
de gewijzigde gemeenschappelijke regeling als zodanig bekend is gemaakt (art. 26 lid 3 jo. Lid 2 Wgr jo. Art 139 e.v. Gemeentewet). De VRZHZ publiceert hiertoe de GR VRZHZ op haar website (www.vrzhz.nl) en de gemeenten publiceren op de voor hen gebruikelijke wijze.