Organisatie | Steenwijkerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening kernen- en wijkbeleid |
Citeertitel | Subsidieverordening kernen- en wijkbeleid |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door: Nadere regels inwonersinitiatieven 2020
Algemene wet bestuursrecht, titel 4.2 Subsidies
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2009 | 15-12-2020 | Artikel 9 | 22-12-2009 Gemeenteblad, 2009, 44 | 2009/139 | |
01-08-2002 | 30-12-2009 | nieuwe regeling | 28-05-2002 Gemeenteblad, 2009, 24 | Onbekend. |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
1.4 Algemene procedure voor subsidiëring
Artikel 9 De uitbetaling van de subsidie en het geven van voorschotten
Indien krachtens artikel 7, zesde lid voor een project een andere gereedmeldingsprocedure is gekozen, kan de subsidie, in afwijking van het bepaalde in artikel 4:87, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, worden uitbetaald op een wijze die aansluit bij de gekozen procedure van gereedmelding.
Artikel 10 Subsidie voor de organisatie
Het college van burgemeester en wethouders kan aan een vereniging van plaatselijk belang jaarlijks een bedrag verstrekken als bijdrage in de kosten voor de organisatie van de vereniging.
In afwijking van artikel 4, eerste lid hoeft de uitkering van het organisatiegeld niet aangevraagd te worden door verenigingen van plaatselijk belang. Het organisatiegeld wordt jaarlijks in het eerste kwartaal automatisch door de gemeente overgemaakt op de rekeningen van de vereniging van plaatselijk belang.
Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen
Het college van burgemeester en wethouders kan bepalingen uit deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van het kernen- en wijkbeleid leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 17 Geen verslag op grond van de Algemene wet bestuursrecht
De werking van artikel 4:24 van de Awb wordt uitgesloten voor subsidies die op basis van bepalingen uit deze verordening worden verleend.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 mei 2002.
De voorzitter, drs. H.H.Apotheker
De secretaris, drs. A.W.van der Spek
Toelichting op de subsidieverordening kernen- en wijkbeleid
Artikel 9 De uitbetaling van een subsidie en het geven van voorschotten
Lid 1: de betalingstermijn is reeds geregeld in artikel 4:87, eerste lid, van de Awb en er is geen reden om van deze betalingstermijn af te wijken.
Lid 2: omdat het eerste lid is vervallen, wordt in plaats hiervan verwezen naar artikel 4:87, eerste lid, van de Awb.
Lid 3: de mogelijkheid om voorschotten te verlenen is opgenomen in artikel 4:95, eerste lid, van de Awb.
Artikel 13 Subsidie voor een project
Lid 2, a: draagvlak wordt aangetoond door het feit dat er meerdere personen en doelgroepen betrokken zijn bij het project.
Lid 2, b: de bevolking van de kern of wijk informeren kan door het presenteren van een knelpuntenlijst of leefbaarheidsplan in een vergadering waarvoor de hele bevolking is uitgenodigd. Een ander manier is bijvoorbeeld het plaatsen van een advertentie of het verspreiden van een huis aan huis folder waarin het project wordt omschreven en dat er gelegenheid is hierop te reageren. Dit kan betaald worden uit het organisatiegeld. Een bewijs zal bij de aanvraag toegevoegd moeten worden.
Artikel 14 Medefinanciering voor een project
Er is een fonds kernen en wijken bedoeld als hefboomeffect voor subsidiemogelijkheden via andere instanties dan de gemeente. Hierdoor wordt het opzetten van grotere projecten gestimuleerd. Daarom zijn er enkele toetsingscriteria opgesteld in de subsidieverordening die in deze toelichting verder uitgelegd worden.
Voor het project moet vanuit de bevolking draagvlak aanwezig zijn (lid 2, a). Dat betekent dat bij de opzet en/of uitvoering van het project meerdere personen en doelgroepen uit de kern of wijk betrokken moeten zijn. Dit criterium staat direct naast het feit dat het project moet voorzien in een behoefte of een vraag (lid 2, c). Via enquêtes, vergaderverslagen of iets dergelijks kan de argumentatie duidelijk aangetoond worden. De betrokkenheid wordt bovendien aangetoond door de zelfwerkzaamheid. Dit kan ook bestaan uit het organiseren van de werkzaamheden die binnen het project verricht moeten worden (lid 2, f). Het uitwerken van individuele privébelangen (bijvoorbeeld van een persoonlijke hobby een museum maken) is dus uitgesloten. Samen met de bevolking een museum opzetten om de eigen cultuurhistorische identiteit te bewaren kan uiteraard wel. Er moet aangetoond worden dat er communicatie heeft plaatsgevonden met de bevolking van het gebied waarvan de vereniging de belangen behartigd (lid 2, i). Dit kan via het presenteren van het project in een vergadering waarbij de hele bevolking is uitgenodigd of door bijvoorbeeld het plaatsen van een advertentie of het verspreiden van een huis aan huis folder. Dit kan betaald worden uit het organisatiegeld.
Projecten die in aanmerking komen voor subsidie uit het fonds kernen en wijken mogen niet bestaan uit onderzoeken die de haalbaarheid voor een te starten project aan moeten tonen (lid 2, b). De projecten zijn gericht op uitvoering, de vereniging van plaatselijk belang heeft de voorbereidende werkzaamheden hiervoor zelf al verricht of gecalculeerd bij het in te dienen project. Daarom mogen de kosten voor de voorbereiding opgenomen worden in de begroting. Mocht het project niet doorgaan en er zijn desondanks kosten gemaakt dan komen deze voor eigen rekening van de vereniging van plaatselijk belang.
Een sluitende begroting is van groot belang omdat het bij subsidie uit het fonds kernen en wijken gaat om medefinanciering (lid 2, e). Er moeten daarom concrete toezeggingen zijn inzake co-financiering. Voorbeelden zijn Leader+ en POP of diverse landelijke of particuliere fondsen. In voorkomende gevallen kan de gemeente via dit fonds ook garantstellen. Hiermee wordt voorkomen dat de gemeente het project uiteindelijk voor 100% financiert. Het fonds kernen en wijken is bedoeld om grotere projecten te stimuleren, de projecten moeten een omvang hebben (lid 2, g). Voor kleinere projecten kan een vereniging van plaatselijk belang een beroep doen op het koppengeld. Het koppengeld mag drie jaar gespaard worden. Daarom wordt de volgende stelregel aangehouden: een project heeft een omvang als het financieel meer dan 4x groter is als het koppengeld per jaar per kern of wijk. Als het algemeen belang van het project erg groot is kan van deze stelregel worden afgeweken.
Het project staat niet op de planning van de gemeente (lid 2, d). Mocht dit wel zo zijn dan wordt de financiering geregeld via de begroting en niet via een subsidie.
Onderhoudskosten en exploitatiekosten horen niet thuis in het project maar moeten wel geregeld zijn om in aanmerking te komen voor subsidie uit het fonds kernen en wijken (lid 2, h). Het is mogelijk dat onderhoud en exploitatie wél voor 100% voor rekening van de gemeente komt. Via de begroting komt dit tot uitdrukking.