Organisatie | Steenwijkerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Inkoop- en aanbestedingsbeleid gemeente Steenwijkerland 2008 |
Citeertitel | Inkoop- en aanbestedingsbeleid gemeente Steenwijkerland 2008 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-11-2008 | 01-03-2018 | nieuwe regeling | 04-11-2008 Gemeenteblad, 2009, 35 | Geen |
3 Begripsbepaling inkoop en aanbesteden
3.1 Definitie van inkoop en aanbesteden
4.1 Naleven van wet- en regelgeving
4.1.1 De Europese aanbestedingsrichtlijn
4.1.2 Het besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (BAO)
4.1.3 De nationale aanbestedingswet
4.2 Nastreven van transparantie, objectiviteit en non-discriminatie
4.3 Toepassen aanbestedingsprotocol
5.4 Te hanteren aanbestedingsprocedures
5.4.1 Het aanbestedingsreglement werken 2005 (ARW2005)
5.5 Te hanteren selectie en gunningscriteria
5.6 Raamovereenkomsten / jaarcontracten
6 Organisatorische uitgangspunten
6.1 Inkoopdeskundigheid / materiedeskundigheid
6.4 Bevoegdheden en verantwoordelijkheden
6.4.1 Afdelingsoverschrijdende aanbestedingen
6.7 Contractbeheer en contractmanagement
6.8 Samenwerking met andere gemeenten
7 Maatschappelijke uitgangspunten
7.3 Maatschappelijke eisen aan leveranciers
7.3.1 Arbeidsvoorwaardelijk aspecten
7.3.2 Integriteiteisen aan leveranciers
7.5 Bijzondere positie NoordWestGroep
7.5.1 Positie NoordWestGroep binnen aanbestedingswetgeving
7.5.2 Positie NWG binnen het gemeentelijk inkoop- en aanbestedingsbeleid
De inkoopfunctie van de gemeente Steenwijkerland is volop in ontwikkeling. Na vaststelling van het inkoop-/ en aanbestedingsbeleid in 2002 zijn, binnen de kaders van het vastgestelde beleid, diverse stappen gezet voor een verdere professionalisering van de inkoopfunctie. Sinds 2002 is er echter veel veranderd. Noemenswaardig zijn in dit verband:
Het einde van deze ontwikkeling is nog niet in zicht. Zo wordt er momenteel gewerkt aan een nationale aanbestedingswet. Een eerste aanzet hiertoe is echter op 8 juli 2008 verworpen door de eerste kamer waarna een nieuw wetgevingstraject gestart dat minimaal anderhalf jaar zal duren. Dit betekent dat er op zijn vroegst begin 2010 een nationale aanbestedingswet zal zijn.
Om de gemeente Steenwijkerland optimaal in staat te stellen in te spelen op deze veranderende omstandigheden is een aanpassing van het inkoop-/ en aanbestedingsbeleid gewenst. Middels deze nota wordt aan deze wens tegemoet gekomen. Deze nota bevat de beleidsmatige uitgangspunt met betrekking tot de invulling van de inkoopfunctie binnen de gemeente Steenwijkerland. Daarnaast is een aanbestedingsprotocol opgesteld waarin dit beleid wordt uitgewerkt in een aantal procesbeschrijvingen.
Deze nota en het aanbestedingsprotocol vormen een belangrijke volgende stap op weg naar een verdere optimalisering van het gemeentelijke inkoop-/ en aanbestedingsbeleid.
Het inkoop- en aanbestedingsbeleid van de gemeente Steenwijkerland geeft sturing aan de inkoopfunctie binnen de hele gemeentelijke organisatie. Het beleid vormt het kader waarbinnen publieke gelden, uit te geven door de gemeente Steenwijkerland, doelmatig op objectieve, integere, transparante en niet-discriminerende wijze worden besteed. Het doel van het vastleggen van een inkoop- en aanbestedingsbeleid is het eenduidig en toegankelijk maken voor zowel internen als externen wat de uitgangspunten zijn die de gemeente hanteert bij het inrichten van haar inkoopfunctie en het uitvoeren van inkoop-/ en aanbestedingsprocessen.
Dit beleid is van toepassing op alle inkopen van de gemeente Steenwijkerland. Dit wil zeggen zowel voor inkopen ten behoeve van de gemeentelijke bedrijfsvoering (facilitaire inkopen) als de contractuele relaties van de gemeente met derden over leveringen, ter verwezenlijking van gemeentelijke beleidsdoelen met uitzondering van:
3. Begripsbepaling inkoop en aanbesteden
3.1 Definitie van inkoop en aanbesteden
Inkoop is alles waar een factuur van een derde tegenover staat.
Deze brede definitie houdt in dat zowel leveringen, diensten en werken onder de noemer ‘inkoop’ vallen.
Aanbesteden in een manier waarop het inkoopproces ingevuld kan worden.
Aanbesteden is een vorm van marktbenadering waarbij de opdrachtgever, na concurrentiestelling, een opdracht gunt aan een partij die het beste aan de vraag kan voldoen. In een aanbesteding worden alle fasen van het tactische inkoopproces gestructureerd doorlopen. Dit moet op een transparante, objectieve, en niet-discriminerende manier gebeuren.
Het inkoopproces is een proces dat bestaat uit zeven fasen. De eerste vier fasen van het proces vormen samen de tactische inkoop terwijl de laatste drie stappen samen de operationele inkoop vormen. In de volgende afbeelding staan de fasen uit het inkoopproces op hoofdlijnen weergegeven:
Naast tactische en operationele inkoop wordt ook strategische inkoop onderscheiden. Dit omvat de beleidsmatige vraagstukken rondom het inkopen en aanbesteden. Hieronder vallen o.a. het opstellen van het inkoop- en aanbestedingsbeleid en het inrichten van de inkoopfunctie.
De inkoopfunctie bestaat uit meer dan alleen het inkoopproces. In de volgende afbeelding staan alle elementen van de inkoopfunctie met hun onderlinge samenhang weergegeven.
Het doel van de inkoopfunctie is het effectief en efficiënt beheren en beheersen van inkoopstromen en het inkoopproces, zodat bestedingen op een verantwoorde wijze worden uitgevoerd conform het vastgestelde inkoop- en aanbestedingsbeleid.
In het hart van de inkoopfunctie bevindt zich het inkoopproces. Dit proces slaat de brug tussen de interne vraag en de leveranciersmarkt.
4.1 Naleven van wet- en regelgeving
De gemeente Steenwijkerland is verplicht tot het naleven van nationale en Europese wet- en regelgeving. Dit geldt ook voor wet- en regelgeving met betrekking tot inkopen en aanbesteden. Noemenswaardig zijn in dit verband:
4.1.1 De Europese aanbestedingsrichtlijn
Van alle aanbestedingswet- en regelgeving weegt de Europese aanbestedingsrichtlijn het zwaarst en moet in situaties waarin de richtlijn van toepassing is altijd worden nageleefd.
Het wel of niet Europees moeten aanbesteden is afhankelijk van de vooraf geraamde waarde van de opdracht. Ligt deze waarde boven het drempelbedrag voor Europees aanbesteden (zie aanbestedingsprotocol), dan moet de opdracht conform de Europese aanbestedingsrichtlijn aanbesteed worden. Daarnaast moet de gemeente steeds vaker opdrachten Europees aanbesteden (ook onder het drempelbedrag) om voor (Europese) subsidies in aanmerking te komen.
4.1.2 Het besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (BAO)
De Europese aanbestedingsrichtlijn is omgezet in Nederlands recht in het BAO. Daarnaast zijn in het BAO een aantal keuze mogelijkheden die de Europese richtlijn de afzonderlijke lidstaten biedt ingevuld. Net als de Europese richtlijn is ook het BAO alleen van toepassing als de vooraf geraamde waarde van een opdracht boven het drempelbedrag voor Europees aanbesteden ligt.
4.1.3 De nationale aanbestedingswet
Momenteel ontbreekt in Nederland een nationaal wettelijk verankerd aanbestedingskader. Decentrale overheden zijn daarom bij nationale opdrachten (opdrachten die niet vallen onder het Europese richtlijnregime) vooral gebonden aan hun eigen inkoop- en aanbestedingsbeleid en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Mede naar aanleiding van de aanbevelingen van de Parlementaire Enquête Bouwnijverheid in december 2002 is aangegeven dat een nationaal, coherent en uniform juridisch aanbestedingskader in Nederland gewenst is. Het Ministerie van Economische zaken is daarom aangewezen om een nieuwe Nederlandse Aanbestedingswet te ontwikkelen.
Op 8 juli 2008 heeft de eerste kamer een concept aanbestedingswet verworpen. Dit betekende dat er een nieuw wetgevingstraject gestart moest worden waardoor er op zijn vroegst begin 2010 een nationale aanbestedingswet zal zijn.
4.2 Nastreven van transparantie, objectiviteit en non-discriminatie
De belangrijkste EG-verdragbeginselen die ten grondslag liggen aan de Europese aanbestedingsrichtlijn, en waaraan (decentrale) overheden in hun inkoop- en aanbestedingspraktijk moeten voldoen zijn:
De gemeente Steenwijkerland zal deze drie beginselen bij alle inkoopprocessen, zowel onder als boven de drempelbedragen voor Europees aanbesteden, toepassen.
4.3 Toepassen aanbestedingsprotocol
Om de praktische uitvoerbaarheid van dit inkoop- en aanbestedingsbeleid te vergroten zal een aanbestedingsprotocol opgesteld worden. Zaken die hierin o.a. aan bod zullen komen zijn:
De gemeente Steenwijkerland heeft voor het inkopen van goederen en diensten haar eigen algemene inkoopvoorwaarden. Deze algemene voorwaarden bestaan uit een algemeen gedeelte en een aanvullend gedeelte voor het aannemen van werk (let op: hiermee wordt niet de realisatie van een werk bedoeld, maar de uivoering van werkzaamheden voor de gemeente). Bij elke offerteaanvraag moet de complete set meegezonden worden. Tevens moet in de offerteaanvraag en de opdracht(brief) de inkoopvoorwaarden van toepassing verklaard worden en moeten andere algemene voorwaarden (bijv. verkoopvoorwaarden van leveranciers) uitdrukkelijk van de hand gewezen worden. Van dit algemene uitgangspunt kan in bijzondere gevallen afgeweken worden. Hierbij valt te denken aan:
Het afwijken op de algemene inkoopvoorwaarden, geheel of gedeeltelijk, bij omvangrijke opdrachten dient altijd centraal getoetst te worden.
Elk inkoopproces begint met een behoeftebepaling. De belangrijkste zaken die hierbij in beeld gebracht moet worden is:
Vervolgens dient eerst gekeken te worden of de eigen organisatie aan de vraag kan voldoen. Pas wanneer blijkt dat dit niet het geval is mag overgegaan worden tot het starten van een inkoopproces.
Mede om te kunnen bepalen welke procedure gevolgd moet om te beginnen bepaald worden in welke categorie de opdracht valt.
Een ‘werk’ is het product van een geheel van bouwkundige of civieltechnische werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of technische functie te vervullen (zie bijlage 1). Opdrachten die betrekking hebben op hetzij de uitvoering, hetzij zowel het ontwerp als de uitvoering van werken, dan wel het laten uitvoeren met welke middelen dan ook van een werk dat aan de door de gemeente Steenwijkerland vastgestelde eisen voldoet vallen onder de categorie werken.
Opdrachten die betrekking hebben op de aankoop, leasing, huur of huurkoop, met of zonder koopoptie van producten vallen onder de categorie leveringen. Ook opdrachten die betrekking hebben op de levering van producten en bijkomende werkzaamheden, zoals het aanbrengen en installeren, worden beschouwd als een ‘opdrachten voor leveringen’.
De categorie ‘diensten’ is een zogenaamde restcategorie. Dit betekent dat alle opdrachten die niet onder de categorie ‘werken’ of ‘leveringen’ automatisch onder de categorie ‘diensten’ vallen.
Van een gemengde opdracht is sprake als een opdracht bestaat uit een combinatie van diensten, leveringen en/of werken. Bij een gemengde opdracht is de waarde van de verschillende delen bepalend. De hele opdracht valt onder de categorie die de hoogste waarde vertegenwoordigd.
Nadat vastgesteld is in welke categorie, werk, levering of dienst, een opdracht valt, dient vooraf de opdrachtwaarde (exclusief BTW) geraamd te worden. De waarde van een opdracht omvat de totale vergoeding (exclusief BTW) aan een opdrachtnemer met inbegrip van eventuele opties en eventuele verlengingen van de overeenkomst.
Aangezien de werkelijke opdrachtwaarde pas achteraf bekend is moet voor het bepalen van de te volgen procedure uitgegaan worden van een reële raming van de opdrachtwaarde.
Kortom, de vooraf geraamde kosten zijn bepalend!
De basisregel is dat de gebruikte rekenregel er niet op gericht mag zijn de opdrachtwaarde onder een drempelbedrag te brengen.
Het organisatorisch, in de tijd en/of inhoudelijk splitsen van opdrachten om de opdrachtwaarde onder een drempelbedrag te brengen is niet toegestaan.
Belangrijk in dit verband is het feit dat de gemeente Steenwijkerland een aanbestedende dienst is en niet de afzonderlijke afdelingen of budgethouders. Dit betekent dat voor leveringen of diensten die door meerdere afdelingen worden ingekocht niet uitgegaan moet worden van de geraamde waarde per afdeling, maar van de totale geraamde waarde binnen de organisatie.
De aanbestedingsrichtlijn bevat een bepaling met betrekking tot de maximale looptijd van raamovereenkomsten (vier jaar). De minimale looptijd van overeenkomsten is echter niet geregeld. Dit betekent niet dat het ons vrij staat kortlopende overeenkomsten af te sluiten om zodoende niet (Europees) te hoeven aanbesteden. Van belang is hierbij het gebruik binnen een bepaalde branche van hetzij langlopende hetzij kortlopende contracten. Zo zal in snel veranderende markten (computerbranche) of markten waarbij het niet gebruikelijk is om langlopende prijsafspraken te maken (gas) de 'splitsing' in relatief kortlopende opdrachten eerder acceptabel zijn dan in meer stabiele markten (schoonmaak).
Bij het vooraf ramen van de opdrachtwaarde dienen afzonderlijke delen die onlosmakelijk met elkaar verbonden (bijv. de aanschaf van een softwarepakket en de bijkomende implementatiekosten) bij elkaar opgeteld te worden.
Wanneer (een deel van) de voor het realiseren van een werk noodzakelijke goederen door de gemeente beschikbaar worden gesteld aan de opdrachtnemer (de zogenaamde 'directieleveringen'), dient de totaalwaarde van deze goederen meegenomen te worden bij de berekening van de opdrachtwaarde.
Bij het plaatsen van opdrachten voor de levering van goederen die middels een directielevering beschikbaar gesteld zullen worden is dit inkoopbeleid van toepassing.
Bij opdrachten voor leveringen of diensten die met enige regelmaat worden verleend, wordt de geraamde waarde bepaald aan de hand van de totale reële waarde tijdens het voorafgaande boekjaar of tijdens de afgelopen 12 maanden geplaatste soortgelijke opdrachten (indien mogelijk gecorrigeerd voor verwachte wijzigingen in de komende periode).
Het is toegestaan om een aanbesteding te verdelen in een aantal percelen. In dat geval dient de geraamde waarde van alle percelen samen als waarde van de opdracht te worden beschouwd.
5.4 Te hanteren aanbestedingsprocedures
Voor alle inkoopprocessen geldt dat binnen de kaders van dit beleid voor een effectieve en efficiënte manier van inkopen/aanbesteden gekozen moet worden. Voor het plaatsen van opdrachten met een geraamde opdrachtwaarde boven het Europese drempelbedrag geldt expliciet dat de Europese aanbestedingsrichtlijn in acht genomen moet worden. Voor opdrachten met een waarde onder de Europese drempelbedragen hanteert de gemeente Steenwijkerland eveneens de beginselen van transparantie, objectiviteit en non-discriminatie.
De te volgen aanbestedingsprocedure is afhankelijk van de aard van de opdracht (werk, levering of dienst) en de waarde van de opdracht. Uitgangspunt hierbij is dat de te volgen aanbestedingsprocedure zwaarder wordt naarmate de waarde van de opdracht hoger wordt. Op deze manier wordt voorkomen dat de markt opgezadeld wordt met administratieve lasten en kosten rond aanbestedingsprocedures die niet in verhouding staan tot de waarde van de opdracht.
In het aanbestedingsprotocol is een overzicht met drempelbedragen en de daarbij toegestane aanbestedingsprocedures opgenomen.
5.4.1 Het aanbestedingsreglement werken 2005 (ARW2005)
In het ARW2005 zijn alle mogelijke aanbestedingsprocedures stapsgewijs uitgewerkt. De rijksoverheid is verplicht om het ARW 2005 te gebruiken. Andere overheden mogen het ARW 2005 toepassen.
5.5 Te hanteren selectie en gunningscriteria
Selectiecriteria moeten niet verward worden met gunningscriteria. Selectiecriteria worden gebruikt om bij openbare aanbestedingen (al dan niet met voorselectie) de geschiktheid van de inschrijvende bedrijven te toetsen. Het gaat hierbij om maatschappelijke-, technische-, organisatorische-, en financieel-economische eisen die gesteld kunnen worden aan inschrijvende bedrijven. Per openbare aanbesteding zal een op de aard en omvang van de opdracht afstemde lijst met geschiktheidseisen opgesteld worden.
Het besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (BAO) bevat een aantal verplichte uitsluitingsgronden. Verplichte uitsluiting geldt voor inschrijvers bij wie in een onherroepelijk vonnis een veroordeling is uitgesproken wegens deelname aan een criminele organisatie, omkoping, fraude of witwassen. Naast deze verplichte uitsluitingsgronden bevat het BAO de volgende limitatieve opsomming van facultatieve uitsluitingsgronden:
De gemeente Steenwijkerland zal bij alle openbare aanbestedingen (al dan niet met voorselectie) zowel de in het BAO opgenomen verplichte uitsluitingsgronden als ook de genoemde facultatieve uitsluitingsgronden van toepassing verklaren.
In het aanbestedingsprotocol zullen regels voor het stellen van selectiecriteria bij openbare aanbestedingen opgenomen worden.
Daar waar de hiervoor beschreven geschiktheidseisen betrekking hebben op de inschrijver, zijn de gunningscriteria van toepassing op de inschrijving. Bij elke aanbesteding moeten de manier waarop aanbiedingen beoordeeld worden aan het begin van de aanbestedingsprocedure al bekend gemaakt te worden. Op deze manier wordt subjectiviteit bij het beoordelen van aanbiedingen zoveel mogelijk uitgesloten.
Let op: geschiktheidseisen mogen niet gebruikt worden als gunningscriterium!
Bij elke aanbesteding moet vooraf gekozen worden tussen de volgende twee gunningscriteria:
Wanneer gebruik gemaakt wordt van dit gunningscriterium is het beoordelen van offertes relatief eenvoudig. Na getoetst te hebben of de aanbiedingen voldoen aan vooraf vastgestelde en bekendgemaakte knock-out criteria1 geeft de prijs de doorslag. Gunning tegen de laagste prijs wordt in de praktijk vaak toegepast in en bouwsector. Daarnaast is deze methode bij uitstek geschikt voor producten en diensten waarvan het (minimum) kwaliteitsniveau goed omschreven kan worden in een bestek of programma van eisen.
Economisch meest voordelige inschrijving (EMVI)
In alle overige gevallen verdient het gunnen van de opdracht op basis van de EMVI de voorkeur. Hierbij worden inschrijvingen op basis van meerdere criteria beoordeeld. Vooraf moet in het bestek / programma van eisen aangegeven worden welke criteria dat zijn en op welke wijze de EMVI bepaald zal worden. Nadelen van het gebruik van de EMVI zijn dat het beoordelen van de offertes meer tijd kost en dat de kans op bezwaren van afgewezen inschrijvers groter is.
5.6 Raamovereenkomsten / jaarcontracten
Voor routinematige en herhalingsaankopen is het streven dit zoveel mogelijk onder te brengen in raamovereenkomsten c.q. jaarcontracten. Een raamovereenkomst of jaarcontract is een overeenkomst, waarbij voor een langere periode met een of meerdere leveranciers is overeengekomen dat desgewenst bepaalde producten of diensten tegen bepaalde condities worden besteld. Het gebruik van raamovereenkomsten maakt het voor afdelingen mogelijk om, op basis van het afgesloten raamovereenkomsten, bestellingen te plaatsen zonder dat elke keer het totale inkoopproces doorlopen hoeft te worden. Dit komt de snelheid van handelen ten goede zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit. Raamovereenkomsten zorgen voor schaalvoordelen en verlaging van de administratieve lasten.
Door de centrale inkoopadviesfunctie zal het gebruik van raamovereenkomst nadrukkelijk gestimuleerd door bij elk ingediend inkoop-/aanbestedingsformulier de toepassingsmogelijkheid voor raamovereenkomsten te onderzoeken.
Al in 1999 heeft het Ministerie van Economische Zaken in het actieplan “Professioneel Inkopen en Aanbesteden” aangegeven dat de overheid gebaad is bij innovatieve vormen van aanbesteden. Onder innovatief aanbesteden wordt in dit verband verstaan; het stimuleren van bedrijven tot innovatie en zonodig onderlinge samenwerking (clustervorming) door in de aanbesteding een uitdagende vraag neer te leggen en de contractvormen daar op af te stemmen. Kort gezegd komt het er op neer dat de overheid bij een aanbesteding niet meer aangeeft hoe iets moet gebeuren, maar omschrijft aan welke eisen het eindresultaat moet voldoen. Deze aanpak is deels afgekeken van het bedrijfsleven zelf. De tendens daar is concentratie op de kernactiviteiten en het uitbesteden van de overige activiteiten. Niet zelf doen wat een ander beter kan.
Innovatief aanbesteden heeft ook gevolgen voor de rol van de gemeente. Deze verandert van een uitvoerende rol naar een regievoerende rol. Dit past overigens bij de opzet van de gemeente en de omslag van een uitvoerende naar een regievoerende gemeente. Niet alles zelf willen doen, maar zorgen dat zaken geïnitieerd en uitgevoerd worden.
Het is overigens niet zo dat wij als gemeente moeten kiezen tussen traditioneel of innovatief aanbesteden. Per aanbesteding dient bekeken te worden op welke wijze de vraag in de markt gezet zal worden waarbij zelfs binnen één aanbesteding traditionele en innovatieve vormen gecombineerd kunnen worden. De volgende overwegingen kunnen een rol spelen bij de afweging tussen traditioneel en innovatief aanbesteden:
De gemeente Steenwijkerland streeft er naar om optimaal gebruik te maken van de kennis en innovatiekracht van marktpartijen.
Het gelijkwaardigheidbeginsel is een van de belangrijkste pijlers van (Europese) aanbestedingswet- en regelgeving. Een eventuele voorkeursbehandeling voor plaatselijke ondernemers is in strijd met het beginsel van non-discriminatie, dat volgens wettelijke kaders bij alle aanbestedingen nageleefd moet worden.
Om het plaatselijke bedrijfsleven maximaal in staat te stellen mee te dingen naar opdrachten van de gemeente Steenwijkerland worden de volgende maatregelen genomen:
6. Organisatorische uitgangspunten
6.1 Inkoopdeskundigheid / materiedeskundigheid
Veranderingen op het maatschappelijke vlak en de toenemende invloed van wet- en regelgeving plaatsen de inkoopfunctie in een dynamische omgeving. Samenwerking tussen materiedeskundigheid en inkoopdeskundigheid zorgen voor de juiste afstemming tussen het formuleren van beleid en de uitvoering van beleid. De inkoopdeskundigheid is op te splitsen in twee functies, een centrale inkoopfunctie en een centrale adviesfunctie.
De centrale inkoopfunctie betreft het adviseren, ondersteunen, coördineren en uitvoeren van aanbestedingen van afdelingsoverstijgende inkooppakketten en van de complexere en Europese aanbestedingen. Door het bundelen van afdelingsoverstijgende inkooppakketten worden grotere volumes ingekocht waardoor financiële voordelen kunnen worden gerealiseerd.
De centrale adviesfunctie betreft het adviseren en toetsen van alle gemeentelijke aanbestedingen vanaf een bepaald bedrag met betrekking tot de Europese, nationale en gemeentelijke richtlijnen.
De centrale adviesfunctie houdt een register bij van inkoopprocessen met een geraamde waarde gelijk aan of hoger dan € 50.000, -. Hiervoor moet door de budgethouder voor aanvang van een dergelijk inkoopproces een inkoop-/aanbestedingsformulier ingevuld te worden. Geregistreerd worden of het een levering, dienst of werk betreft, de geraamde waarde van de opdracht, de gevolgde aanbestedingsprocedure, de naam van de inschrijver aan wie de opdracht wordt gegund en het bedrag waarvoor is gegund. De informatie uit dit register geeft inzicht in resultaten van aanbestedingen, wordt mede gebruikt voor verantwoording, maar is daarnaast ook input voor toekomstig beleid.
Bij opdrachten van € 50.000 tot € 100.000 wordt door de centrale adviesfunctie, aan de hand van het ingevulde aanbestedingsformulier, vooraf een toetsing uitgevoerd met betrekking tot de volgende zaken:
Bij opdrachten met een geraamde waarde gelijk aan of hoger dan € 100.000, - moet de centrale adviesfunctie verplicht om advies worden gevraagd. Advies wordt uitgebracht ten aanzien van:
6.4 Bevoegdheden en verantwoordelijkheden
De aanbesteding van afdelingsspecifieke opdrachten vindt plaats onder verantwoordelijkheid van het afdelingshoofd. Voor de uitvoering wijst het afdelingshoofd binnen de afdeling een budgethouder aan. Deze wordt al naar gelang de aard en de omvang van de opdracht ondersteund door de centrale adviesfunctie.
Betaling vindt alleen plaats op factuur. Slechts in uitzonderingssituaties is betaling middels een automatische incasso toegestaan.
Voor het afgeven van een automatische incasso moet vooraf toestemming gegeven worden door de senior of teamleider van de financiële administratie.
Van dit inkoop- en aanbestedingsbeleid kan slecht worden afgeweken na vooraf verkregen schriftelijk akkoord van de algemeen directeur en de portefeuillehouder. Voorstellen om af te wijken van het beleid dienen door de budgethouder, in overleg met de inkoopcoördinator, vermeld te worden op het aanbestedingsformulier.
6.4.1 Afdelingsoverschrijdende aanbestedingen
Bij afdelingsoverschrijdende aanbestedingen wordt het principe van de coördinerende budgethouder2 gehanteerd. De coördinerende budgethouder wordt op advies van de centrale inkoopfunctie aangewezen door het managementteam. Uitgangspunt hierbij is dat de coördinerende budgethouder afkomstig is van de afdeling met het grootste inkoopvolume van een specifiek inkooppakket dan wel de afdeling waar de meeste kennis van het aan te besteden inkooppakket aanwezig is.
Tijdens de tactische inkoopfase werken multidisciplinaire inkoopteams onder leiding van de coördinerende budgethouder. Deze teams bestaan uit (materie)deskundigen van de betrokken (vak)afdelingen en de centrale inkoopfunctie. Na het uitvoeren van het tactische inkoopproces wordt de coördinerend budgethouder contracteigenaar en daarmee verantwoordelijk voor (de coördinatie van) het contract- en leveranciersmanagement.
Een eenduidige professionele werkwijze is een van de speerpunten bij de steeds verder gaande professionalisering van de inkoopfunctie binnen de gemeente Steenwijkerland. Ondanks het feit dat de eindverantwoordelijkheid bij inkoopprocessen in het kader van integraal management decentraal belegd is, kiest de gemeente Steenwijkerland daarom voor een standaard werkwijze. Deze standaard werkwijzen worden opgenomen in het aanbestedingsprotocol.
Daarnaast gebruikt de gemeente Steenwijkerland standaard brieven en formulieren om een voorgestane professionele werkwijze in de praktijk waar te maken. Met behulp van deze standaard brieven en formulieren streeft de gemeente Steenwijkerland er naar om een constante kwaliteit richting aanbieders uit te stralen.
Van elk inkoopproces moet door de verantwoordelijk budgethouder een dossier aangelegd worden. In dit dossier moeten minimaal de volgende stukken opgenomen worden:
De vakafdeling / budgethouder is verantwoordelijk voor het correct samen (laten) stellen van het dossier en het na afloop van de aanbesteding aanbieden van een volledig dossier bij het centrale archief. Bij afdelingsoverschrijdende aanbestedingen zal de coördinerende budgethouder zorgdragen voor het aanleggen en ter archivering aanbieden van een aanbestedingsdossier.
In het inkoophandboek op intranet zal de procedure m.b.t. de dossiervorming nader uitgewerkt worden.
6.7 Contractbeheer en contractmanagement
Op dit moment is er binnen de organisatie te weinig inzicht in de lopende contracten en contractuele afspraken. Door de accountant is dit ook als risico aangemerkt. Door het ontbreken van centraal inzicht in lopende inkoopcontracten is er sprake van een onbeheersbare situatie en loopt de gemeente onnodige financiële en juridische risico’s. Daarom zal er een centraal contractenregister worden opgezet.
6.8 Samenwerking met andere gemeenten
Door bundeling van inkoopvolumes en het efficiënt uitvoeren van een gemeenschappelijk inkoopproces valt er op kwalitatief, procesmatig en financieel gebied voordeel te behalen. Gemeenten kopen in grote lijnen allemaal dezelfde producten, diensten en werken in. De gemeente Steenwijkerland staat positief tegenover samenwerking met andere gemeenten.
Voorstellen voor collectieve aanbestedingen zullen vastgelegd worden op een inkoop-/ aanbestedingsformulier dat mede ondertekend moet worden door de algemeen directeur en de portefeuillehouder.
7. Maatschappelijke uitgangspunten
De integriteit van de organisatie wordt bepaald door de integriteit van haar medewerkers.
Bij inkoop en aanbestedingen dienen bestuurders en ambtenaren volstrekt integer te handelen. Inkoop en aanbestedingsprocessen moeten objectief, transparant en niet discriminerend zijn, en verantwoord kunnen worden. Alle potentiële leveranciers of aannemers dienen bijvoorbeeld van gelijke informatie te worden voorzien. Gunningen van opdrachten moeten gebaseerd zijn op feiten en heldere criteria. Van aannemers en leveranciers wordt verwacht dat zij eveneens integer handelen en geen onderlinge prijsafspraken maken.
Als overheid heeft de gemeente een voorbeeldfunctie tegenover inwoners en bedrijven. De markt zal sneller omschakelen naar duurzame producten wanneer overheden naar deze producten en diensten vragen. Duurzaam inkopen is het toepassen van milieu- en sociale aspecten in alle fasen van het inkoopproces dat leidt tot de daadwerkelijke levering van een product, dienst of werk dat aan deze milieu- en sociale aspecten voldoet. De rijksoverheid heeft een resultaatverplichting om in 2010 bij 100% van alle rijksinkopen en –investeringen duurzaamheid als zwaarwegend criterium mee te nemen. Voor gemeenten ligt de doelstelling op 75%. Het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu heeft hiervoor in samenwerking met de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen (UvW) een programma opgezet: het programma Duurzame Bedrijfsvoering (DBO) dat wordt uitgevoerd door SenterNovem. DBO ontwikkelt instrumenten voor duurzaam inkopen en ondersteunt bij implementatie.
Ruim honderd gemeenten, waaronder de gemeente Steenwijkerland, hebben inmiddels de deelnameverklaring Duurzaam Inkopen ondertekend. Hiermee spreken zij de intentie uit dat zij de binnen het programma vastgestelde adviezen zullen betrekken bij hun inkoopactiviteiten. Deze adviezen zijn o.a. weergegeven op zgn. menukaarten. SenterNovem zorg voor actualisatie van deze kaarten Op de menukaarten staan concrete criteria zowel voor de selectie van bedrijven als voor de gunning van opdrachten. Het is van belang bij het voorbereiden van een aanbesteding als vast aandachtspunt duurzaamheidcriteria mee te nemen.
Bij het voorbereiden van een aanbesteding zal duurzaamheid als vast aandachtspunt meegenomen worden. Hierbij zal o.a. gebruik gemaakt worden van de ‘menukaarten’ van SenterNovem.
7.3 Maatschappelijke eisen aan leveranciers
De gemeente Steenwijkerland stelt naast duurzaamheideisen ook maatschappelijke eisen aan leveranciers. Eisen worden gesteld aan arbeidsvoorwaardelijke aspecten en aan de integriteit van leveranciers.
7.3.1 Arbeidsvoorwaardelijk aspecten
Leveranciers van de gemeente Steenwijkerland worden geacht zich te houden aan de in Nederland gangbare normen en waarden met betrekking tot arbeidsvoorwaardelijke aspecten. Aspecten als discriminatie van werknemers of leveranciers, gebruikmaking van kinderarbeid, ontoereikende arbeidsomstandigheden of andere onethische praktijken worden niet getolereerd.
Om potentiële leveranciers te toetsen kan, voorafgaand aan opdrachtverstrekking en met in achtneming van wet- en regelgeving, informatie hieromtrent ingewonnen en geanalyseerd worden en kan van leveranciers gevraagd worden een verklaring hieromtrent te ondertekenen.
7.3.2 Integriteiteisen aan leveranciers
De gemeente Steenwijkerland wenst alleen zaken te doen met betrouwbare bedrijven die zich niet schuldig maken aan criminele activiteiten. Bedrijven die hier niet aan voldoen worden uitgesloten als (potentiële) leverancier. Om (potentiële) leveranciers te toetsen kan, met in achtneming van wet- en regelgeving, informatie ingewonnen en geanalyseerd worden.
De gemeente Steenwijkerland vindt het belangrijk dat zo veel mogelijk mensen in de regio werk hebben en werk houden. De mogelijkheden die de gemeente heeft om hier als belangrijke opdrachtgever invloed op uit te oefenen is echter beperkt. Weliswaar staat het de gemeente vrij om in het inkoop- en aanbestedingsbeleid sociale doelen na te streven, maar sociale criteria mogen meestal geen onderdeel zijn van de geschiktheidseisen/selectiecriteria3en/of de gunningscriteria.4Wel is het toegestaan om in de uitvoeringsfase, dat wil zeggen nadat de opdracht is gegund, opdrachten te gebruiken als middel om te bevorderen dat sociale doelen worden verwezenlijkt. Dit kan door het opnemen van contractuele verplichtingen die bijvoorbeeld maatregelen ten gunste van bepaalde categorieën personen of positieve actie op het gebied van werkgelegenheid inhouden. Voorwaarde hierbij is wel dat deze bepalingen verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht (zo mogen de voorwaarden geen zogenaamde ‘regioclausule’ bevatten) en al bekend gemaakt zijn ten tijde van de aanbesteding.
De mogelijkheid voor het opnemen van sociale voorwaarden in overeenkomsten is het grootst bij opdrachten voor werken en diensten waarbij de mogelijkheid bestaat de wijze van uitvoering voor te schrijven. Bij opdrachten voor leveringen zijn er minder mogelijkheden om met sociale aspecten rekening te houden.
De gemeente Steenwijkerland zal bij elke (Europese) openbare aanbesteding voor werken leveringen en diensten de mogelijkheden voor het opnemen van sociale voorwaarden in de (concept) overeenkomst onderzoeken en daar waar mogelijk toepassen. Voorbeelden van dergelijk voorwaarden zijn:
7.5 Bijzondere positie NoordWestGroep
De relatie tussen de gemeente en de NWG is in meerdere opzichten een bijzondere waarin de rol van de gemeente afhankelijk van het onderwerp varieert. Zo is de gemeente eigenaar, subsidieverlener maar ook opdrachtgever. In het kader van dit inkoop- en aanbestedingsbeleid gaat het over de invulling van de rol als opdrachtgever waarbij de overige rollen natuurlijk niet uit het oog verloren mogen worden.
Als opdrachtgever wil de gemeente, ook als de NWG de opdrachtnemende partij is, ‘waar voor zijn geld’. Dit hoeft op zich geen probleem te zijn. Voorwaarde is wel dat de relatie tussen de gemeente als opdrachtgever en de NWG als opdrachtnemer een zakelijk karakter heeft en dat er goede en bindende prestatieafspraken gemaakt en contractueel vastgelegd worden.
7.5.1 Positie NoordWestGroep binnen aanbestedingswetgeving
De vraag welke mogelijkheden de huidige (Europese) aanbestedingswetgeving de gemeente Steenwijkerland biedt voor het plaatsen van opdrachten middels enkelvoudige uitnodigingen bij de NWG is niet eenvoudig te beantwoorden.5Wel is duidelijk dat het binnen de kaders van huidige aanbestedingswetgeving lang niet altijd toegestaan is opdrachten zonder concurrentiestelling aan de NWG te gunnen. Vaak de volgende mogelijkheden genoemd waardoor het wel mogelijk zou zijn grote opdrachten zonder concurrentiestelling aan de NWG te gunnen:
Vaak wordt verondersteld dat er bij het plaatsen van opdrachten bij de NWG geen sprake is van aanbesteden, maar van inbesteden omdat de gemeente eigenaar van de NGW is. Dit is een verkeerde veronderstelling. Om te kunnen spreken van inbesteden moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
- de gemeente moet toezicht uitoefenen op de NWG als was het een onderdeel van de eigen organisatie
- de NWG moet het merendeel van zijn opdrachten betrekken bij de gemeente.
Recent, door BMC uitgevoerd, onderzoek heeft aangetoond dat aan beide voorwaarden niet wordt voldaan.
Bij het zaken doen met de NWG is geen sprake van inbesteden, maar van aanbesteden.
Alleenrecht / uitsluitend recht6
*Aanbestedingswet- en regelgeving is ook niet van toepassing bij opdrachten die door de ene aanbestedende dienst (de gemeente) aan een andere aanbestedende dienst (de NWG) wordt geplaatst op basis van een alleenrecht. Een voorbeeld van een dergelijke constructie is het alleenrecht dat de ROVA heeft voor het ophalen van huisvuil. In de relatie tussen gemeente en de NWG wordt vaak verondersteld dat de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) dit alleenrecht verschaft. Dit is echter een misverstand. De NWG mag allerlei werkzaamheden verrichten die de WSW toelaat.
Bij het zaken doen met de NWG is geen sprake van een alleenrecht op grond van de Wet Sociale werkvoorziening
Het feit dat de NWG op basis van de WSW geen alleenrecht heeft, betekent echter niet dat het niet mogelijk is de NWG voor het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden een alleenrecht te verlenen. De gemeenteraad is bevoegd om de NWG middels een verordening een alleenrecht voor het uitvoeren van de in de verordening benoemde werkzaamheden te verlenen. De gemeente Steenwijkerland staat positief tegenover het verlenen van een alleenrecht aan de NWG. Voorwaarde is dat de NWG in staat is de door de gemeente gevraagde kwaliteit te leveren tegen marktconforme tarieven. Om dit aan te tonen zal hierover overleg gevoerd worden met de NWG voordat een voorstel voor het verlenen van een alleenrecht aan de raad voorgelegd zal worden.
Beslissingen voor het verlenen van een alleenrecht aan de NWG zullen genomen worden door de gemeenteraad.
Binnen het Besluit Aanbestedingsregels voor Overheidsopdrachten (BAO) en de Europese aanbestedingsrichtlijn wordt onderscheid gemaakt tussen A- en B-diensten (zie bijlage 2). Bij het plaatsen van opdrachten voor A-diensten zijn het BAO en de Europese aanbestedingsrichtlijn onverkort van toepassing. Bij het plaatsen van opdrachten voor B-diensten is echter slechts een deel van de richtlijn van toepassing waardoor het sprake is van een ‘verlicht regime’. Dat neemt niet weg dat ook bij het plaatsen van opdrachten voor B-diensten de beginselen van het EG-verdrag (transparantie, objectiviteit en non-discriminatie) in acht genomen moeten worden.
B-diensten moeten ‘met een passende mate van openbaarheid’ aanbesteed worden. Wat hier precies onder verstaan moet worden is momenteel onduidelijk en onderwerp van een lopende rechtzaak aan het Europese hof. In afwachting van meer duidelijk van het Hof houdt de gemeente Steenwijkerland nadrukkelijk de mogelijkheid voor het plaatsen van opdrachten voor B-diensten bij de NWG middels een enkelvoudige uitnodiging open. Om te voldoen aan de voorwaarde van de ‘passende mate van openbaarheid’ zullen besluiten hieromtrent genomen worden door het college van burgemeester en wethouders.
Beslissingen om opdrachten voor B-diensten middels een enkelvoudige uitnodiging bij de NWG te plaatsen worden genomen door het college van burgemeester en wethouders.
Aanbesteden onder SW-bedrijven
De huidige Europese aanbestedingsrichtlijn biedt de afzonderlijke lidstaten de mogelijkheid deelneming aan aanbestedingen voor te behouden aan sociale werkplaatsen of programma’s voor beschermde arbeid. Nederland heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt voor wat betreft het voorbehouden van opdrachten aan sociale werkvoorzieningen. Om van de mogelijkheid gebruik te kunnen maken moet de meerderheid van de bij de uitvoering van de opdracht betrokken werknemers arbeidsgehandicapten zijn.
Het plaatsen van dergelijke opdrachten aan de NWG middels een enkelvoudige uitnodiging valt niet onder deze regel. In het BAO wordt uitdrukkelijk gesproken over het voorbehouden van deelneming aan procedures aan sociale werkvoorzieningschappen (= meervoud). Dit betekent dat een normale aanbestedingsprocedure gevolg moet worden waarbij alleen SW-bedrijven in mogen schrijven. De NWG moet dan in concurrentie met andere (regionale) SW-bedrijven. Het resultaat van een dergelijke procedure zou kunnen zijn dat een ander SW-bedrijf de opdracht verwerft en de werkzaamheden gaat uitvoeren en de NWG met lege handen staat.
De toepassing van deze uitzonderingsprocedure dient daarom weloverwogen te gebeuren en voorgelegd te worden aan het college.
Beslissingen om een aanbesteding onder SW-bedrijven uit te schrijven worden genomen door het college van burgemeester en wethouders.
7.5.2 Positie NWG binnen het gemeentelijk inkoop- en aanbestedingsbeleid
Binnen de kaders van dit inkoop- en aanbestedingsbeleid zijn er voor de NWG afwijkende drempelbedragen vastgesteld voor het plaatsen van opdrachten middels een enkelvoudige uitnodiging. De hoogte van deze bedragen zijn vastgelegd in het aanbestedingsprotocol.
In het kader van dit inkoop- en aanbestedingsbeleid en de Europese aanbestedingsrichtlijn vallen de volgende werkzaamheden onder de categorie werken:
In de Europese aanbestedingsrichtlijn bestaat een onderverdeling tussen diensten waarbij:
A-diensten zijn diensten die onder de volledige werking van de richtlijn vallen. Voor deze diensten moet de opdrachtverlening conform de voorschriften van de richtlijn gebeuren. Bij het aanbesteden van B-diensten is slechts een deel van de richtlijn van toepassing is. Bij B-diensten zijn alleen de voorschriften m.b.t. het opstellen van een specificatie en de voorschriften voor het publiceren van de aankondiging van de gegunde opdracht in het Publicatieblad van de EG van toepassing.
In de volgende tabel staat weergegeven welke diensten onder de volledige procedure vallen (A-diensten) en welke diensten onder slechts een beperkt deel van de procedure vallen (B-diensten).
In de Europese aanbestedingsrichtlijn wordt gesproken over een ‘alleenrecht’ (artikel 18) en in het Besluit Aanbestedingsregels voor Overheidsopdrachten (BAO) over een ‘uitsluitend recht’ (artikel 17). Daar waar in deze nota de term ‘alleenrecht’ wordt gebruikt dient dit tevens gelezen te worden als een uitsluitend recht als bedoeld in artikel 17 van het BAO.