Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bloemendaal

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Bloemendaal 2012-I

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBloemendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Bloemendaal 2012-I
CiteertitelVerordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Bloemendaal 2012-I
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 140 van de Wet op het primair onderwijs

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-01-201301-01-2015Onbekend

29-11-2012

Weekblad Kennemerland-Zuid d.d. 21 februari 2013

2013005364

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Bloemendaal 2012-I

De raad der gemeente Bloemendaal;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 augustus 2012;gelet op artikel 140 van de Wet op het primair onderwijs;besluit:vast te stellen de Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Bloemendaal 2012-I

 

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Bloemendaal 2012-I

 

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college : het college van burgemeester en wethouders

    van de gemeente Bloemendaal;

  • b.

    schoolbestuur : bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school;

  • c.

    school : school voor basisonderwijs;

  • d.

    voorziening: : een voorziening zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening;

  • e.

    aanvullende voorziening : een door het college vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de verordening tijdelijk wordt aangevuld;

  • f.

    indieningsdatum : uiterste moment zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

  • g.

    toekenningscriteria : de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of voor een aanvullende voorziening;

  • h.

    tijdvak : periode zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;

  • i.

    subsidieplafond : een bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 van de wet, dat beschikbaar is voor een voorziening, of een aanvullende voorziening;

  • j.

    feitelijke beschikbaarstelling : de beschikking van het college waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;

  • k.

    subsidievaststelling : een beschikking zoals bedoeld in artikel 4:42 van de wet;

  • l.

    de wet : de Algemene wet bestuursrecht

Artikel 2 Subsidieplafond en verdeelregels

  • 1.

    Het college kan voor een voorziening een subsidieplafond vaststellen. Hierbij bepaalt het college hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 2.

    Het college maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag uiterlijk zes weken voor de indieningdatum aan de schoolbesturen bekend.

Artikel 3 Aanvullende voorziening

  • 1.

    Het college kan bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een voorziening.

  • 2.

    Het college stelt de toekenningscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullende voorziening.

Artikel 4 Jaarlijks overzicht

Jaarlijks voor 1 juli zendt het college aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening toegekende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 juni van het voorafgaande jaar tot en met 31 mei.

Hoofdstuk 2: Procedures

Paragraaf 2.1: Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 5 Toevoegen, wijzigen en intrekken

Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk vier weken voor de indieningdatum bekendgemaakt door het college.

Artikel 6 Indienen aanvraag

  • 1.

    Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daarop volgend tijdvak wenst, dient voor de indieningdatum een aanvraag in bij het college. De indieningdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningdatum is ingediend, kan het college besluiten om de aanvraag niet te behandelen.

  • 2.

    De aanvraag vermeldt:

    • a.

      naam en adres van het schoolbestuur;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de gewenste voorziening;

    • d.

      de naam van de school en de onderwijssoort indien de voorziening is bestemd voor een school;

    • e.

      een motivering dat wordt voldaan aan de toekenningscriteria.

  • 3.

    Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 7 Beslissingstermijn.

  • 1.

    Het college beslist binnen twaalf weken na de indieningdatum op een aanvraag. Indien ten aanzien van een voorziening geen indieningdatum is voorgeschreven, beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Het college kan de termijn van twaalf weken met vier weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van de termijn van twaalf weken hiervan door het college schriftelijk mededeling gedaan aan het schoolbestuur. Hierbij geeft het de reden voor de verlenging aan.

  • 3.

    Het college stelt binnen twee weken na de datum van de beschikking op de aanvraag het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Het college weigert de voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van de verordening;

  • b.

    niet is voldaan aan een van de toekenningscriteria;

  • c.

    door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Paragraaf 2.2: Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 9 Indiening aanvraag

  • 1.

    Het schoolbestuur dat een aanvullende voorziening wenst, dient een aanvraag in bij het college.

  • 2.

    Op de aanvraag is artikel 6, tweede en derde lid, van toepassing.

Artikel 10 Beslissingstermijn.

Het college beslist binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag of binnen zes weken na de verstrekking van de aanvullende gegevens. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stelt het college het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 11 Weigeringsgronden

Het college weigert de aanvullende voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    de gevraagde voorziening geen aanvullende voorziening zoals bedoeld in artikel 3 is;

  • b.

    niet voldaan is aan een van de toekenningscriteria.

Paragraaf 2.3: Toekenning; Intrekking of wijziging; verbod vervreemding

Artikel 12 Inhoud beschikking tot toekenning; betaling.

  • 1.

    De beschikking van het college tot toekenning van een voorziening of een aanvullende voorziening kan inhouden:

    • a.

      feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening; of

    • b.

      een subsidievaststelling.

  • 2.

    De beschikking bevat:

    • a.

      het tijdvak en het doel waarvoor de subsidie is toegekend;

    • b.

      de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren.

  • 3.

    De beschikking tot subsidievaststelling bevat voorts:

    • a.

      het bedrag van de subsidie;

    • b.

      voor zover van belang de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan het college;

    • c.

      De bepaling dat de wet van toepassing is en voor zover van belang welke afzonderlijke bepalingen of afwijkingen hierop van kracht zijn.

  • 4.

    De betaling van het subsidiebedrag vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 13 Intrekken of wijzigen beschikking

Ten aanzien van het beleid tot intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de afgegeven subsidiebeschikking dan wel terugvordering van gegeven subsidie is titel 4.2 van de wet van toepassing.

Artikel 14 Verbod tot vervreemding

Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze voorziening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van fusie c.q. overdracht van een school.

Hoofdstuk 3: Slotbepalingen

Artikel 15 Informatieverstrekking

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 16 Beslissing van het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet.

In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Binnen drie jaar na de inwerkingtreding evalueert het college in overleg met de schoolbesturen de werking van de verordening.

Artikel 17 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1.

    De verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Bloemendaal 2012-I’. Tot de verordening behoren de bijlagen A t/m E.

  • 2.

    De verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. Op deze datum vervalt de Verordening materiële financiële gelijkstelling Bloemendaal 2012, zoals vastgesteld op 26 januari 2012.

     

     

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad der gemeente Bloemendaal,

gehouden op 29 november 2012.

R.Th.M. Nederveen , voorzitter

K.A. v.d. Pas , griffier

Gepubliceerd in het weekblad Kennemerland-Zuid d.d. 21 februari 2013

In werking vanaf 1 januari 2013.

Bijlage A Faciliteiten ten behoeve van onderwijskundige vernieuwing

Aanduiding van de voorziening

Bouwkundige aanpassing van een schoolgebouw om het gebouw beter te faciliteren voor de onderwijskundige vernieuwingen.

Indieningsdatum

Uiterlijk 1 oktober van het jaar voorafgaande aan het jaar c.q. het tijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft.

Tijdvak waarvoor de voorziening wordt goedgekeurd

Ten hoogste tien kalenderjaren.

Toekenningscriteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening

Er kan uitsluitend een vergoeding worden gegeven voor bouwkundige aanpassingen ten behoeve van:

    • 1.

      binnenventilatie;

    • 2.

      buitenschoolse opvang;

    • 3.

      informatie- en communicatietechnologie in het onderwijs;

    • 4.

      Weer samen Naar School;

    • 5.

      leerlinggebonden financiering;

    • 6.

      werkplekken voor docenten;

    • 7.

      verbetering binnenmilieu;

    • 8.

      energiebesparende maatregelen.

    • -

      De voorziening is slechts van toepassing op het primair onderwijs.

    • -

      De voorziening is alleen bestemd voor permanente schoolgebouwen.

    • -

      De voorziening kan alleen worden toegekend indien deze voorziening in het verleden nog niet is Toegekend.

 

-Voor de voorzieningen 7 en 8 geldt dat deze ook mogen worden gerealiseerd zonder dat deze

gepaard gaan met bouwkundige aanpassingen.

Wijze van toekenning en de daarbij behorende berekeningswijze

  • a.

    De bijdrage bestaat uit een bedrag per leerling.

  • b.

    Het bedrag per leerling wordt bepaald door het per jaar beschikbare budget te delen door het totaal aantal ingeschreven leerlingen.

  • c.

    Wat betreft het aantal leerlingen wordt uitgegaan van de teldatum 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • d.

    De vergoeding wordt per schoolbestuur uitgekeerd.

  • e.

    Een schoolbestuur dat meerdere scholen onder zich heeft, mag zelf bepalen ten behoeve van welke school/scholen de bijdrage van de gemeente wordt ingezet. Deze dienen wel gelegen te zijn in de gemeente Bloemendaal.

  • f.

    Bij toekenning van een vergoeding voor meerdere jaren wordt voor de leerlingenaantallen uitgegaan van de aantallen genoemd in de laatste versie van de gemeentelijke leerlingen- prognose, opgesteld op grond van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Bloemendaal.

Subsidieplafond

Er is per jaar maximaal € 98.250 beschikbaar.

(Eis) financiële verantwoording

Na de uitvoering van de werkzaamheden worden de kosten, met betalingsbewijzen, gedeclareerd bij het college.

Het schoolbestuur dient daarbij aan te tonen, dat sprake is van werkzaamheden als genoemd onder a van het onderdeel ‘Toekenningscriteria’.

Betalingsschema

De gemeentelijke bijdrage wordt binnen zes weken na het indienen van de declaratie uitbetaald aan het schoolbestuur.

Bijlage B: Faciliteiten ten behoeve van voorlichting over religieuze en niet-religieuze levensbeschouwingen

Aanduiding van de voorziening

Aan basisscholen kan een tegemoetkoming worden verleend in de kosten van aan leerlingen te geven voorlichting over religies en niet-religieuze levensbeschouwingen.

Looptijd van de regeling

Met ingang van het jaar 2015 vervalt de subsidieregeling m.b.t. deze bijlage.

Indieningsdatum

Uiterlijk 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Tijdvak waarvoor de voorziening wordt goedgekeurd

Een kalenderjaar.

Toekenningscriteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening

De voorlichting dient gegeven te worden door organisaties die zich aan religies en niet- religieuze levensbeschouwingen verbonden achten.

Er dient in ieder geval voorlichting gegeven te worden over de volgende hoofdstromingen:

  • -

    Het Boeddhisme.

  • -

    Het Christendom.

  • -

    Het Hindoeïsme.

  • -

    De Islam.

  • -

    Het Jodendom.

  • -

    Het Humanisme.

  • -

    De diverse stromingen en richtingen van liberalere of meer orthodoxe aard binnen alle

    hoofdstromingen.

Wijze van toekenning en de daarbij behorende berekeningswijze

De tegemoetkoming bestaat uit een bedrag voor elke leerling van 6 t/m 12 jaar waaraan de voorlichting wordt gegeven.

Het bedrag per leerling wordt berekend door het jaarlijks door de gemeenteraad beschikbaar gestelde bedrag te delen door het aantal leerlingen van 6 t/m 12 jaar, ingeschreven op de teldatum 1 oktober van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor een aanvraag is ingediend.

De vergoeding bedraagt maximaal € 6,25 per leerling.

Subsidieplafond

Voor deze faciliteit geldt een subsidieplafond. Voor het jaar 2013 bedraagt dit € 4.441. Voor het jaar 2014 bedraagt dit € 2.221,--. De verdeling vindt plaats op de wijze zoals aangegeven bij het onderdeel ‘wijze van toekennen en de daarbij behorende berekeningswijze’.

(Eis) financiële verantwoording

Een verklaring/document, waaruit blijkt door welke organisatie de voorlichting is gegeven, en voor hoeveel uur.

Een afschrift van de betaling aan de betreffende organisatie dan wel een kopie van de door de organisatie ingediende factuur.

Betalingsschema

Betaling vindt plaats in het eerste kwartaal van het jaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft.

Bijlage C Faciliteiten ten behoeve van vakonderwijs

Aanduiding van de voorziening

Aan basisscholen kan een tegemoetkoming worden verleend in de kosten van door vakdocenten te verzorgen lessen gymnastiekonderwijs.

Indieningsdatum

Uiterlijk 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Tijdvak waarvoor de voorziening wordt goedgekeurd

Een kalenderjaar

Toekenningscriteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening

Onder vakdocent gymnastiek wordt verstaan: een tot het geven van bewegingsonderwijs bevoegde persoon, niet zijnde groepsleerkracht of directeur van de betreffende school.

Een schriftelijke verklaring van het schoolbestuur, waaruit blijkt dat de tegemoetkoming van de gemeente volledig zal worden gebruikt voor de aanstelling van een (of meer) vakdocent(en) gymnastiek op de onder het bestuur vallende school of scholen.

Wijze van toekenning en de daarbij behorende berekeningswijze

  • a.

    De bijdrage bestaat uit een bedrag per leerling in de leeftijd van 6/12 jaar.

  • b.

    Het bedrag per leerling wordt bepaald door het per jaar beschikbare budget te delen door het totaal aantal leerlingen in de leeftijd van 6/12 jaar ingeschreven op de scholen.

  • c.

    Wat betreft het aantal leerlingen wordt uitgegaan van de teldatum 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • d.

    De vergoeding wordt per schoolbestuur uitgekeerd.

  • e.

    Een schoolbestuur dat meerdere scholen onder zich heeft mag zelf bepalen ten behoeve van welke school/scholen de bijdrage van de gemeente wordt ingezet. Deze dienen wel gelegen te zijn in de gemeente Bloemendaal.

Subsidieplafond

Voor deze faciliteit geldt een subsidieplafond. Voor het jaar 2013 bedraagt dit € 204.003. Vanaf het jaar 2014 bedraagt dit € 183.827. De verdeling van het budget vindt plaats op de wijze zoals aangegeven bij het onderdeel ‘Wijze van toekenning en de daarbij behorende berekeningswijze’.

(Eis) financiële verantwoording

Een document, bijv. de jaarrekening, waaruit blijkt dat de tegemoetkoming van de gemeente volledig is gebruikt voor de aanstelling van een (of meer) vakdocent(en) gymnastiek op de onder het bestuur vallende school of scholen;

Betalingsschema

90% van het toegekende bedrag wordt uitbetaald, als voorschot, in het eerste kwartaal van het jaar waarop de toekenning betrekking heeft.

De resterende 10% wordt betaald uiterlijk zes weken na het overleggen van de onder ‘Financiële verantwoording’ genoemde documenten.

Bijlage D: Faciliteiten ten behoeve van milieu-educatie

Aanduiding van de voorziening

Aan basisscholen kan een tegemoetkoming worden verleend in de kosten van natuur- en milieueducatie (NME).

Looptijd van de regeling

Met ingang van het jaar 2015 vervalt de subsidieregeling voor deze bijlage.

Indieningsdatum

Uiterlijk 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Tijdvak waarvoor de voorziening wordt goedgekeurd

Een kalenderjaar

Toekenningscriteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening

De activiteiten waarop de aanvraag betrekking heeft, dienen een relatie te hebben met natuur- en milieueducatie.

In het geval de subsidieaanvraag betrekking heeft op producten en/of activiteiten uit de regionale NME-wijzer gaan burgemeester en wethouders uit van het bestaan van deze relatie.

Subsidieplafond

  • a.

    Voor het kalenderjaar 2013 bedraagt het subsidieplafond € 9.765.

  • b.

    Voor het kalenderjaar 2014 bedraagt het subsidieplafond € 4.883.

  • c.

    De maximale bijdrage bedraagt € 666 per school in 2013 en € 333 per school in 2014. Hiervan is

per school € 274 in 2013 en € 137 in 2014 bestemd voor een jaarlijks bezoek aan Thijsse’s Hof.

(Eis) financiële verantwoording

Een document waaruit blijkt, dat de gemeentelijke bijdrage is ingezet voor het doel waarvoor het beschikbaar is gesteld.

Betalingsschema

Binnen vier weken na subsidievaststelling wordt het toegekende bedrag uitbetaald.

Bijlage E: Faciliteiten ten behoeve van bezoek Verzetsmuseum – Anne Frankhuis

Aanduiding van de voorziening

Het mogelijk maken dat elke leerling van een basisschool (voorkeur gaat uit naar de groepen 7 – 8) eenmaal in de ‘schoolcarrière’ een bezoek brengt aan het Verzetsmuseum en/of het Anne Frankhuis te Amsterdam.

Indieningsdatum

Uiterlijk 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Tijdvak waarvoor de voorziening wordt goedgekeurd

Een kalenderjaar

Toekenningscriteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening

Voor de betreffende (groep) leerlingen is nog niet eerder een vergoeding toegekend.

Wijze van toekenning en de daarbij behorende berekeningswijze

Vergoed worden:

  • a.

    De entreekosten van het Anne Frankhuis resp. het Verzetsmuseum te Amsterdam.

  • b.

    De kosten van het (openbaar) vervoer van de leerlingen van en naar het Verzetsmuseum resp. het Anne Frankhuis.

  • c.

    De onder a en b genoemde uitgaven ten behoeve van begeleiders, waarbij een verhouding van 1 op 5 wordt aangehouden (begeleiders t.o.v. leerlingen).

Subsidieplafond

Voor deze voorziening geldt geen subsidieplafond.

(Eis) Financiële verantwoording

De entreebewijzen en kaartjes openbaar vervoer dienen te worden overgelegd.

Betalingsschema

Na het indienen van de declaratie wordt de gemeentelijke bijdrage binnen vier weken uitbetaald.