Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zoeterwoude

Verordening commissie bezwaarschriften

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZoeterwoude
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening commissie bezwaarschriften
CiteertitelVerordening commissie bezwaarschriften
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De verordening is tevens vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en door de burgemeester van Zoeterwoudeop 26 augustus 2003.

Deze regeling vervangt de Verordening op de commissie bezwaar- en beroepschriften van 5 november 1998.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-11-2003nieuwe regeling

11-09-2003

Voorschotense Courant, 24-09-2003

rhx/03-1105a ; BMO-07

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften

Verordening commissie bezwaarschriften

Nr. rhx/03-1105b

 

De raad, het college en de burgemeester der gemeente Z o e t e r w o u d e ,ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 september 2003, nr. rhx/03-1105a

 

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;

 

b e s l u i t e n :

vast te stellen de “Verordening commissie bezwaarschriften”

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • 2.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften;

  • 3.

    kamer: een kamer van de commissie, belast met de behandeling van een bepaalde categorie bezwaarschriften.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken,voorzover de bezwaarde niet gehoord wil worden;

    • b.

      personeelsaangelegenheden;

    • c.

      bezwaarschriften tegen ontwerpbestemmingsplannen en ontwerpuitwerkings- c.q. wijzigingsvoorschriften als bedoeld in de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste vier leden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden worden door het college van burgemeester en wethouders benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3.

    Het college benoemt een aantal plaatsvervangende leden.

  • 4.

    De plaatsvervangende leden hebben het recht de zittingen van de commissie bij te wonen; de bepalingen van deze verordening omtrent leden zijn op hen van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Kamers

  • 1.

    De commissie kan kamers instellen, die belast worden met de behandeling van bezwaarschriften.

  • 2.

    De commissie bepaalt het aantal kamers en stelt voor elke kamer vast welke categorie of categorieën bezwaarschriften door haar zullen worden behandeld.

  • 3.

    Elke kamer bestaat uit tenminste drie leden:

    • a.

      een voorzitter overeenkomstig artikel 7:13 Awb, zijnde de voorzitter of een van de leden van de commissie, uit haar midden aangewezen;

    • b.

      tenminste twee andere leden, door de commissie aangewezen uit haar midden.

  • 4.

    De commissie wijst uit haar midden voor elk lid een eerste en een tweede plaatsvervanger aan.

  • 5.

    De kamer kan beslissen dat de behandeling van een bezwaarschrift door de commissie zal geschieden.

  • 6.

    Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze verordening zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Incompatibiliteiten

Tot voorzitter, respectievelijk lid, van de commissie zijn niet benoembaar:

  • a.

    de leden van de gemeenteraad, de burgemeester en leden van bestuursorganen die beslissingsbevoegdheid hebben gekregen;

  • b.

    de benoemde leden van commissie van advies, niet zijnde de burgemeester, de wethouders en de leden van de gemeenteraad;

  • c.

    ambtenaren door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt, alsmede zij die in dienst van de gemeente op arbeidsovereenkomst zijn aangesteld.

Artikel 6 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter is belast met de leiding van de zittingen . Hij zorgt voor de handhaving van de orde in de vergaderingen. Het bepaalde in artikel 26 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    De voorzitter draagt zorg voor de voorbereiding van de zittingen en de uitvoering van de besluiten van de commissie.

Artikel 7 Secretaris

  • 1.

    De secretaris van de commissie en haar kamers is een door het college aangewezen ambtenaar en heeft in de zittingen een adviserende stem.

  • 2.

    Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

  • 3.

    De secretaris is in overleg met de voorzitter belast met de dagelijkse werkzaamheden, die uit de taak van de commissie voortvloeien.

  • 4.

    De van de commissie uitgaande stukken worden, voor zover niet ander bepaald, ondertekend door de secretaris.

Artikel 8 Zittingsduur

  • 1.

    Voor 1 juli van ieder even jaar benoemt het college de helft van het aantal leden en plaatsvervangende leden van de commissie. De benoeming geldt in de regel voor vier jaar; de termijn vangt aan per 1 juli van het jaar van benoeming. Een persoon is ten hoogste tweemaal terstond herbenoembaar in diens laatst beklede functie.

  • 2.

    Door het college van burgemeester en wethouders wordt een rooster voor het aftreden van de leden en de plaatsvervangend leden van de commissie opgesteld.

  • 3.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 4.

    De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 5.

    Ingeval van een tussentijdse vacature benoemt het college binnen dertien weken in de opengevallen plaats een nieuw lid voor de resterende periode.

Artikel 9 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overge legde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3.

    Het verwerend orgaan zendt een bezwaarzschrift onverwijld door aan de secretaris van de commissie, waarna deze een kopie van het bezwaarschrift zendt aan de behandelend ambtenaar.

  • 4.

    Het verwerend orgaan stelt zo spoedig mogelijk alle op het te behandelen bezwaarschrift betrekking hebbende stukken aan de secretaris van de commissie ter beschikking.

Artikel 10 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    d. artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    e. artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 11 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 12 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden, de leden van de commissie en het verwerend orgaan.

Artikel 13 Uitnodiging zitting

  • 1.

    De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan tenminste tien dagen voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen,

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt zo spoedig mogelijk aan belanghebbenden en het verwerend orgaan medegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de in dit artikel genoemde termijnen.

Artikel 14 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 15 Niet-deelneming aan de behandeling

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

  • 2.

    Bij afwezigheid of ontstentenis van een lid roept de voorzitter een van de plaatsvervangende leden op.

Artikel 16 Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zitting van de commissie is openbaar, tenzij de wet het tegendeel bepaalt.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgend beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

  • 4.

    De voorzitter en de leden van de commissie zijn tot geheimhouding verplicht omtrent het in een besloten zitting behandelde en omtrent de inhoud van de overgelegde stukken.

Artikel 17 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 18 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigenbeweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na de verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 19 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • a.

      Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

    • b.

      Van een minderheidstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 3.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4.

    Het advies wordt schriftelijk uitgebracht.

Artikel 20 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 17 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Gelijktijdig met het uitbrengen van het advies aan het bestuursorgaan wordt het advies en het verslag aan de belanghebbenden gezonden.

  • 3.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgend het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 4.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 21 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks vóór 1 april een verslag uit aan de raad van de behandelde zaken.

Artikel 22 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als : "Verordening commissie bezwaarschriften".

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de dag van haar bekendmaking..

  • 3.

    Op het in het tweede lid genoemde tijdstip vervalt de "Verordening op de commissie bezwaar- en beroepschriften" zoals vastgesteld door de gemeenteraad in zijn vergadering van 5 november 1998.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Zoeterwoude, gehouden op 11 september 2003.

de griffier,

de voorzitter,

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoeterwoude, gehouden op 26 augustus 2003.

de secretaris,

de burgemeester,

Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Zoeterwoude, d.d. 26 augustus 2003.

de burgemeester,